Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidie, cultuur, friese taal, onderwijs |
Externe bijlage | bijlagen/file/Handleiding Brusplakken met bijlagen.pdf |
Historie van deze regeling: Nieuwe regeling, vastgesteld op 3 juli 2007, inwerking getreden op 7 juli 2007; Provinciaal Blad 2007 no. 35; 1e wijziging, vastgesteld op 25 maart 2008, inwerking getreden op 6 augustus 2008; Provinciaal Blad 2008 no. 28; 2e wijziging, vastgesteld op 8 april 2008, inwerking getreden op 16 april 2008, Provinciaal Blad 2008 no. 14; 3e wijziging, vastgesteld op 17 juni 2008, inwerking getreden op 27 juni 2008, Provinciaal Blad 2008 no. 22; 4e wijziging, vastgesteld op 10 februari 2009, inwerking getreden op 27 februari 2009, Provinciaal Blad 2009 no. 25; 5e wijziging, vastgesteld op 13 oktober 2009, inwerking getreden op 28 oktober 2009, Provinciaal Blad 2009 no. 67; 6e wijziging, vastgesteld op 22 juni 2010, inwerking getreden op 25 juni 2010, Provinciaal Blad 2010 no. 42; 7e wijziging, vastgesteld op 29 maart 2011, inwerking getreden op 7 april 2011, Provinciaal Blad 2011, 15; 8e wijziging, vastgesteld op 5 juli 2011, inwerking getreden op 14 juli 2011, Provinciaal Blad 2011 no. 39; 9e wijziging, vastgesteld op 19 maart 2013, inwerking getreden op 21 maart 2013, Provinciaal Blad 2013 no. 16; 10e wijziging, vastgesteld op 2 juli 2013, inwerking getreden op 6 juli 2013, Provinciaal Blad 2013 no.45; Intrekking vastgesteld op 24 juni 2014, inwerking getreden op 1 juli 2014, Provinciaal Blad 2014 no. 1021.
Subsidieverordening cultuur, taal en onderwijs, art. 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-07-2014 | Intrekking | 24-06-2014 Provinciaal Blad, 2014, 1021 | GS voorstel 1142722 | |
06-07-2013 | 01-07-2014 | Artt. 86-93 | 02-07-2013 Provinciaal Blad, 2013, 45 | GS voorstel 1064282 | |
21-03-2013 | 06-07-2013 | Artt. 75-86 | 19-03-2013 Provinciaal Blad, 2013, 16 | GS voorstel 1048851 | |
14-07-2011 | 21-03-2013 | artt. 40, 41, 42, 43, 75. | 05-07-2011 Provinciaal Blad, 2011, 39 | GS voorstel 960135 | |
07-04-2011 | 14-07-2011 | art. 52, 53, 55, 57, 58 en 75. | 29-03-2011 Provinciaal Blad, 2011, 15 | GS voorstel 945094 | |
25-06-2010 | 07-04-2011 | art. 11, 12, 13, 15, 17, 19, 21b, 22, 23, 27, 28, 29, 30, 31, 33, 37, 40, 41, 42, 43, 43a, 49, 51b, 51g, 51i, 51j, 51l, 55 en 75 | 22-06-2010 Provinciaal Blad, 2010, 42 | GS voorstel 895972 |
Uitvoeringsregeling van 3 juli 2007, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van cultuur, taal en onderwijs (Uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs), laatstelijk gewijzigd op 2 juli 2013.
Gedeputeerde staten van Fryslân
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 en de Subsidieverordening cultuur, taal en onderwijs
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:
didactisch handelen: bij het didactisch handelen van de leraar gaat het er om dat de leraar met respect met zijn leerlingen omgaat, leerlingen actief betrekt bij de les en ze aanzet tot zelfstandig denken, de gedragsregels in de klas goed handhaaft, zaken duidelijk uitlegt, zorgt voor een taakgerichte werksfeer en rekening houdt met verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen.
taalbeleidsplan: een door de directie vastgesteld plan waarin de school zijn visie op de ontwikkeling van talen bij de leerlingen uiteenzet. Op basis van deze visie worden doelstellingen geformuleerd en geeft de school aan hoe men deze doelstellingen wil bereiken en op welke wijze wordt vastgesteld of de doelen zijn bereikt. In het plan wordt ook speciale aandacht besteed aan het leerstofaanbod voor de talen en de bevordering van de deskundigheid op dit terrein bij de leraren van de school.
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 worden als projectkosten uitsluitend in aanmerking genomen de rechtstreeks aan de uitvoering van de activiteit toe te rekenen, na het indienen van de aanvraag door de subsidieontvanger gemaakte en betaalde kosten. Voor de vaststelling van de subsidiabele kosten wordt een post onvoorzien niet in aanmerking genomen. Niet bestede middelen kunnen worden teruggevorderd.
Hoofdstuk 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Paragraaf 2.1.1 Professionele producties podiumkunsten
Artikel 6 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor het geheel van voorbereidende werkzaamheden voor het tot stand brengen van professionele producties op het gebied van podiumkunsten, teneinde te bevorderen dat er een gedifferentieerd aanbod in Fryslân tot stand komt, de opdracht tot het maken van een professionele compositie daaronder begrepen.
In afwijking van het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid, blijft een rangschikking achterwege indien het bedrag van de te verlenen subsidies van de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen lager is dan het subsidieplafond. In dat geval adviseert de commissie gedeputeerde staten over de vraag of de aanvragen in voldoende mate voldoen aan de in het eerste lid genoemde criteria.
Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de naar het oordeel van gedeputeerde staten in redelijkheid te maken kosten van voorbereiding voordat een productie gereed is om uitgevoerd te kunnen worden. Niet subsidiabel zijn de uitvoeringskosten en de exploitatie- en investeringskosten van de producent.
Paragraaf 2.1.2 Theater en muziek
Artikel 10 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor het uitkopen van een voor het publiek toegankelijke uitvoering van podiumkunsten.
Artikel 11 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 2.1.3 Koorbegeleiding
Artikel 14 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor:
Artikel 15 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 2.1.4 Friestalig toneel
Artikel 19 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 21 Subsidiabele kosten
Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de naar het oordeel van gedeputeerde staten in redelijkheid te maken kosten voor het schrijven van oorspronkelijk Friestalig toneel met een maximum van € 2000,- en voor het vertalen van een toneelstuk in het Fries met een maximum van € 1500,-.
Paragraaf 2.1.5 Iepenloftspullen
Artikel 21a Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor de productie van een Iepenloftspul: een regelmatig terugkerende (muziek)theaterproductie die in de zomerperiode wordt georganiseerd en met medewerking vanuit de lokale gemeenschap tot stand komt.
Artikel 21b Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een aanvraag naar het oordeel van gedeputeerde staten voldoen aan de volgende criteria:
Paragraaf 2.3.1 Mediaproducties
Artikel 22 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor het vervaardigen van een professionele mediaproductie die uitgaat van een dramaproductie in de Friese taal.
Artikel 23 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 25 Subsidiabele kosten
Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de werkelijke kosten voor het realiseren van de mediaproductie en de kosten voor publiciteit, met een maximum van € 10.000,-.
Paragraaf 2.4.1 Uitgeven van Friestalige literatuur
Artikel 27 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor het uitgeven van:
Artikel 28 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde Staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 30 Subsidiabele kosten
De subsidie bedraagt een door gedeputeerde staten vast te stellen basisbedrag en een bedrag per letterteken, zoals vermeld op het aanvraagformulier als bedoeld in artikel 28 lid 5, met een maximum van € 2.000,- per boektitel. Illustraties worden omgerekend in lettertekens, waarbij onderscheid wordt gemaakt in zwart-wit en kleuren respectievelijk originele en niet-originele illustraties.
Aan subsidieverlening voor een boektitel als bedoeld in artikel 27, onderdelen a en c wordt de aanvullende verplichting verbonden dat het boek binnen een jaar na de datum van de subsidieverlening in de handel is gebracht en het boek te verkrijgen is bij boekhandels die zijn aangesloten bij de Koninklijke Boekverkopersbond.
Paragraaf 2.4.2 Activiteiten Friese literatuur
Artikel 32 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor:
Artikel 33 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 35 Subsidiabele kosten
Voor een activiteit als bedoeld in artikel 32 onder a worden als subsidiabele kosten in aanmerking genomen de naar het oordeel van gedeputeerde staten in redelijkheid te maken kosten voor het organiseren van de activiteit, reis- en verblijfkosten daaronder niet begrepen. De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 2.250,-.
Voor een activiteit als bedoeld in artikel 32 onder b worden als subsidiabele kosten in aanmerking genomen de naar het oordeel van gedeputeerde staten in redelijkheid te maken kosten voor het uitvoeren van de activiteit. Niet subsidiabel zijn de kosten die verband houden met de voorbereiding van de activiteit en de overheadkosten van de subsidieontvanger. De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 750,-.
Artikel 36 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor het vertalen van Friestalige literatuur. Het bepaalde in artikel 1 onder e is niet van toepassing.
Artikel 37 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 2.5.1 Bevorderen Fries taalgebruik
Artikel 40 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor activiteiten:
Artikel 41 Aanvraagperiode, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 43 Hoogte van de subsidie en subsidiabele kosten
Voor een activiteit als bedoeld in artikel 40 onderdeel a worden als subsidiabele kosten in aanmerking genomen de werkelijke en door gedeputeerde staten als redelijk beoordeelde kosten om een activiteit uit te voeren. De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 3.500,-.
Voor een activiteit als bedoeld in artikel 40 onderdeel b worden als subsidiabele kosten in aanmerking genomen de werkelijke en door gedeputeerde staten als redelijk beoordeelde kosten voor toepassing van de Friese taal en de implementatie van een taalmodule. De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 2.500,-, waarvan maximaal € 500,- subsidie wordt verleend voor de implementatie van een taalmodule;
Voor een activiteit als bedoeld in artikel 40 onderdeel c worden als subsidiabele kosten in aanmerking genomen de werkelijke en door gedeputeerde staten als redelijk beoordeelde kosten voor de ontwikkeling. De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 20.000,-.
Paragraaf 2.6.1 Culturele activiteiten
Artikel 49 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 51 Subsidiabele kosten
Het bedrag waarop de subsidie ten behoeve van activiteiten als bedoeld in artikel 48, eerste lid onder a tot en met d ten hoogste kan worden vastgesteld bedraagt de naar het oordeel van gedeputeerde staten in redelijkheid te maken kosten voor de organisatie van activiteiten met een maximum van € 750,- Niet subsidiabel zijn de exploitatiekosten.
Paragraaf 2.6.2 Cultuurparticipatie
Artikel 51a Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor:
Artikel 51b Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 51e Handleiding Brûsplakken
Op subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is de Handleiding Brûsplakken (hierna: Handleiding) van toepassing.
Artikel 51f Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor Brûsplakken: fysieke of virtuele plekken waar door uitwisseling tussen makers en denkers uit verschillende disciplines het artistieke debat wordt aangewakkerd, vernieuwende initiatieven worden ontwikkeld of nieuwe producten en uitingen ontstaan.
Paragraaf 2.6.4 Basisvoorzieningen
Artikel 51l Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 2.7.1 Onderwijskundige kwaliteit
Artikel 52 Subsidiabele activiteit
Subsidie wordt uitsluitend verleend voor zover de in het eerste lid genoemde activiteiten worden uitgevoerd op basis van een projectplan, dat zich uitstrekt over een tijdvak van ten minste vier opeenvolgende schooljaren. De subsidie wordt ten hoogste voor zes opeenvolgende schooljaren verstrekt en uiterlijk tot en met het schooljaar 2014-2015.
Artikel 53 Aanvraag, verdeelsystematiek
In aanvulling op artikel 34, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006, omvat de aanvraag voor het eerste schooljaar van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd in elk geval een projectplan met daarin:
een jaarplan voor het eerste schooljaar van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, met een concrete omschrijving van: de prestaties van de leerlingen, de sterke en zwakke punten van de school, de doelstellingen die men nastreeft, de activiteiten die men gaat uitvoeren en de wijze waarop men nagaat of de doelstellingen zijn bereikt;
Artikel 54 Toetsingscriteria, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 2.7.2 Integraal taalbeleid primair onderwijs
Artikel 57 Subsidiabele activiteit
Subsidie wordt uitsluitend verleend, voor zover de in het eerste lid genoemde activiteiten worden uitgevoerd op basis van een projectplan, dat zich uitstrekt over een tijdvak van ten minste vier opeenvolgende schooljaren. De subsidie wordt ten hoogste voor zes opeenvolgende schooljaren verstrekt en uiterlijk tot en met het schooljaar 2014 - 2015.
Artikel 58 Aanvraag, verdeelsystematiek
In aanvulling op artikel 34, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006, omvat de aanvraag voor het eerste schooljaar van het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd in elk geval een projectplan met daarin:
een beschrijving van de visie van de school op meertalig onderwijs én een beschrijving van de wijze waarop de school integraal taalbeleid wil vormgeven, in relatie tot het taalbeleidsplan van diezelfde school. Indien de school nog geen taalbeleidsplan heeft, wordt omschreven op welke termijn dit plan wordt vastgesteld;
Artikel 59 Toetsingscriteria, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 2.7.3 Meertaligheid in het onderwijs
De subsidieregeling heeft als doel de subsidiëring van activiteiten die strekken tot het bevorderen of verbeteren van meertaligheid in het onderwijs in de provincie Fryslân.
Artikel 63 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor activiteiten op het gebied van de volgende vier thema’s:
Artikel 64 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Artikel 67 Rekening en verantwoording
In aanvulling op artikel 41, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006, moet bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag worden overgelegd, met daarin een beschrijving van behaalde resultaten en een financiële verantwoording waaruit genoegzaam blijkt dat de subsidie daadwerkelijk is besteed.
Gedeputeerde staten kunnen bij de subsidieverlening de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:
het al dan niet om niet afstand doen door de subsidieontvanger - waaronder in dat geval tevens begrepen diens personeelsleden - en/of derden om zich jegens de gebruikers van het resultaat of resultaten van de activiteit te beroepen op de subsidieontvanger en/of die derden eventueel toekomende rechten op grond van artikel 25 sub a tot en met c Auteurswet en
Paragraaf 2.7.4 Fries in het voortgezet onderwijs
De subsidieregeling heeft als doel om het aanbieden van het vak Fries vanaf de tweede klas tot en met de examenklas, van VMBO tot en met VWO, in het voortgezet onderwijs in Fryslân te stimuleren en het aantal examenkandidaten Fries te vergroten.
Artikel 71 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 1 maart tot en met 30 april, voorafgaand aan het schooljaar waarvoor subsidie wordt gevraagd, met gebruikmaking van een door gedeputeerde staten vastgesteld aanvraagformulier. In afwijking hiervan geldt voor het schooljaar 2008-2009 dat een aanvraag uiterlijk 1 september 2009 wordt ingediend.
Artikel 73 Subsidiabele kosten en hoogte van de subsidie
Het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld bedraagt 50% van het genormeerde bedrag dat voor het betreffende schooljaar voor een lesuur door het Ministerie van OC&W wordt gehanteerd. Het normbedrag voor een lesuur is gebaseerd op een lesuur van 50 minuten. De hoogte van de subsidie wordt naar evenredigheid aangepast, indien de aanvrager lesuren met een kortere of langere duur hanteert.
Paragraaf 2.8 Fries mediafonds
De doelstelling van het Fries Mediafonds is het leveren van een bijdrage aan vernieuwing van de persbedrijfstak en journalistieke verdieping in Fryslân.
Gedeputeerde staten verdelen het beschikbare budget in de verhouding 70% voor de activiteiten genoemd in artikel 77, eerste lid, onder a en 30% voor de activiteiten genoemd in artikel 77, eerste lid, onder b. Bij onderbesteding kunnen gedeputeerde staten deze verhouding wijzigen.
Artikel 77 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor activiteiten:
Artikel 78 Niet-doelgerichte verplichtingen
Gedeputeerde staten kunnen bij subsidieverlening de verplichting opleggen dat de subsidieontvanger medewerking verleent aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse en eindresultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, teneinde vernieuwende projecten onder de aandacht te brengen, zodat deze ten gunste kunnen komen van andere partijen binnen de sector.
Artikel 80 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen voor de activiteiten als bedoeld in artikel 77 onder a en de activiteiten als bedoeld in artikel 77 onder b elk op basis van rangschikking, uiterlijk binnen dertien weken na het sluiten van de in het tweede lid bedoelde aanvraagperiode. Gedeputeerde staten kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
Voor de activiteiten als bedoeld in artikel 77, eerste lid, onder a gelden als aanvullende criteria:
de mate waarin de activiteiten vernieuwingen tot stand brengen in inhoud en strekking, exploitatiewijze of vormgeving van journalistieke functies als nieuwsgaring, nieuwsduiding of opinievorming, zodat de persverscheidenheid wordt vergroot en daarmee een vernieuwende bijdrage wordt geleverd aan de journalistieke informatievoorziening;
Gedeputeerde staten verdelen het beschikbare bedrag in de volgorde van rangschikking. Gedeputeerde staten kunnen gemotiveerd van het advies van de commissie afwijken. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die even hoog zijn gerangschikt, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door loting.
Een rangschikking van aanvragen blijft achterwege indien het bedrag van de te verlenen subsidies van de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen lager is dan het subsidieplafond. In dat geval toetsen gedeputeerde staten of de aanvragen in voldoende mate voldoen aan de genoemde criteria.
De doelstelling van regeling is om een zo groot mogelijk aantal inwoners van Fryslân actief of passief deel te laten nemen culturele activiteiten die een verbinding maken tussen cultuur en taal of tussen cultuur en onderwijs, teneinde de mogelijkheden tot zelfontplooiing te vergroten en de onderlinge verbondenheid van mensen te versterken, in het bijzonder in Friese dorpen.
Artikel 87 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor vernieuwende culturele activiteiten in Fryslân die gericht zijn op het vergroten van cultuurparticipatie, en die tevens een component op het gebied van onderwijs of meertaligheid bevatten.
Artikel 89 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Een rangschikking van aanvragen blijft achterwege indien het bedrag van de te verlenen subsidies van de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen lager is dan het subsidieplafond. In dat geval toetsen Gedeputeerde Staten of de aanvragen in voldoende mate voldoen aan de genoemde criteria.
Artikel 91 Subsidiabele kosten
Voor zover loonkosten in aanmerking komen voor subsidie worden de kosten berekend op basis van het brutoloon volgens de loonstaat van de betreffende medewerker, verhoogd met de wettelijke dan wel op grond van een cao verschuldigde opslagen voor sociale lasten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van 1.650 productieve uren per jaar per 40-urige werkweek.
Cofinanciering kan voor maximaal 50% bestaan uit vrijwilligerswerk. De uren die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de totstandkoming van een activiteit en die niet uit anderen hoofde zijn of kunnen worden gesubsidieerd, kunnen in het kader van cofinanciering worden opgevoerd op de begroting tot een maximum van € 35,- per uur.
De regelingen Productie podiumkunsten, Koorbegeleiding, Festivals, Theater en muziek, Culturele activiteiten, Culturele mediaproducties, Activiteiten Friese literatuur, Friestalige boeken, Bevordering Fries taalgebruik en Internationale contacten op het gebied van tweetaligheid worden, onverminderd het bepaalde in het derde lid, op het moment waarop deze uitvoeringsregeling in werking treedt ingetrokken.
Toelichtingen bij de Uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs.
Toelichting bij 1e wijziging (paragraaf 2.1.2 Theater en muziek)
De verordening wijzigt paragraaf 2.1.2 Theater en muziek, van de Uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs.
Kern van de wijziging is het beter spreiden van de beschikbare middelen over de potentiële aanvragers. Daarnaast wordt het aanvraagproces vanuit administratief perspectief gereguleerd. De wijziging is ingegeven door de praktijk. De gehanteerde verdeelsystematiek gaat uit van verdeling op volgorde van binnenkomst. Subsidie kan worden verleend tot het moment waarop het subsidieplafond wordt overschreden. Op basis van de bestaande regeling is het mogelijk dat door aanvragen van een beperkt aantal uitkooporganisaties het budget snel is uitgeput, waardoor overige aanvragers achter het net vissen.
artikel 11, eerste lid Er wordt een onderscheid aangebracht in uitkooporganisaties op basis van het aantal plaatsen. Dat onderscheid is relevant voor het reguleren van het aanvraagproces. De wijziging van het derde lid regelt dit.
artikel 11, derde lidDe als categorie A aangeduide uitkooporganisaties kunnen vier maal per kalenderjaar een aanvraag indienen. Dit zijn in de regel de wat kleinere centra c.q. organisaties. De grens is bepaald op 375 plaatsen. De als categorie B aangeduide organisaties kunnen twee maal per kalenderjaar een aanvraag indienen. Aanvragen kunnen meerdere uitvoeringen omvatten. Door het aantal aanvragen te beperken wordt het administratief proces qua bestuurslasten gereguleerd. Omdat een aanvraag voor wat betreft het aantal uitvoeringen waarvoor subsidie wordt gevraagd niet is gelimiteerd, wordt er voor wat betreft de aanspraak op subsidie feitelijk geen onderscheid gemaakt tussen categorie A en B organisaties. Artikel 13, eerste lid, regelt de aanspraak op subsidie.
artikel 13, eerste lid Het maximumbedrag aan subsidie is bepaald op € 5000,- per kalenderjaar per aanvrager. Daarmee wordt bereikt dat de beschikbare middelen op een meer evenredige wijze over de aanvragers worden verdeeld. Die evenredigheid komt overeen met het beleidsdoel zoals vermeld in de Cultuurnota.
Toelichting bij 7e wijziging (paragraaf 2.7.1 Onderwijskundige kwaliteit, en paragraaf 2.7.2 Integraal taalbeleid primair onderwijs).
Op 3 november 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met het voorstel om het project Boppeslach tot 2014 door te laten lopen, met daarbij een stapsgewijze afbouw van de hoogte van de subsidies voor de scholen die werken aan kwaliteit (B-scholen). De subsidieregelingen Onderwijskundige kwaliteit en Integraal taalbeleid primair onderwijs worden naar aanleiding van dit besluit aangepast.
Toegevoegd wordt dat alleen nog subsidie wordt verleend voor scholen waarvoor al eerder, dus vóór het schooljaar 2011 – 2012, subsidie is ontvangen op basis van dezelfde regeling. Dit houdt verband met de constateringen in de nota Boppeslach: tijdelijk maar duurzaam, dat voor het bereiken van de doelstellingen van Boppeslach een cultuuromslag op scholen nodig is en het realiseren van een cultuuromslag een proces vergt van zes tot acht jaar. Met andere woorden: het verlenen van subsidie aan een school die in het schooljaar 2011 - 2012 voor het eerst subsidie zou ontvangen ten koste van een school die het proces tot het realiseren van een cultuuromslag al heeft ingezet zou afbreuk doen aan het bereiken van de doelen van de nota Boppeslach.
In verband met de voorgenomen afbouw van subsidies voor scholen die werken aan onderwijskundige kwaliteit zijn de subsidiebedragen in de regeling Onderwijskundige kwaliteit voor scholen die voor het vijfde of zesde jaar subsidie ontvangen naar beneden bijgesteld. Ook is de toeslag voor als zwakke of zeer zwakke school beoordeelde scholen vervallen. Een dergelijke toeslag past niet meer in deze fase van het project Boppeslach.
Toelichting bij 8e wijziging (paragraaf 2.5.1 Bevorderen Fries Taalgebruik).
Op 29 maart 2011 is paragraaf 2.5.1. van de uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs ‘Bevorderen Fries Taalgebruik’ gewijzigd omdat uit de praktijk bleek dat de regeling te veel ruimte gaf voor het aanvragen van subsidie voor producten/activiteiten waarvoor de regeling in feite niet bedoeld was. Door bedoelde wijziging bleek de regeling zodanig opgesteld, dat het voor bedrijven niet meer interessant was om een subsidieaanvraag in te dienen.
Met de nu voorgestelde wijziging wordt de regeling dichter bij de doelstellingen van de “Taalnota” gebracht en wordt het bovendien voor bedrijven, gemeenten en instellingen interessanter om subsidie aan te vragen voor het verhogen van de zichtbaarheid van de Friese taal.