Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening cultuur, taal en onderwijs |
Citeertitel | Subsidieverordening cultuur, taal en onderwijs |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidie, cultuur, friese taal, onderwijs |
Historie van deze regeling: Nieuwe regeling vastgesteld op 4 oktober 2006, inwerking getreden op 7 juli 2007, Provinciaal Blad 2007, 35; Intrekking vastgesteld op 18 juni 2014, inwerking getreden op 1 juli 2014, Provinciaal Blad 2014 no. 957.
Provinciewet, art. 145
Uitvoeringsregeling projectsubsidies cultuur, taal en onderwijs, inwerking getreden op 7 juli 2007
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-07-2014 | Intrekking | 17-06-2014 Provinciaal Blad, 2014, 957 | Statenvoorstel 1122763 | |
21-12-2007 | 01-07-2014 | art. 2 | 19-09-2007 Provinciaal Blad, 2007, 65 | Statenvoorstel 644591 |
Verordening van 4 oktober 2006, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van cultuur, taal en onderwijs (Subsidieverordening cultuur, taal en onderwijs).
Provinciale staten van Fryslân,
overwegende dat het wenselijk is om het verstrekken van subsidies ten behoeve van cultuuruitingen, taal en onderwijs een wettelijke grondslag te geven,
gelet op de artikelen 145 en 152 van de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006,
besluiten vast te stellen de Subsidieverordening cultuur, taal en onderwijs als volgt:
Na het verstrijken van elk begrotingsjaar doen gedeputeerde staten aan het Presidium verslag van de op grond van deze subsidieverordening in het verslagjaar aangevraagde, verstrekte en afgewezen subsidies.
Toelichting: In de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 staat dat gedeputeerde staten het bevoegde bestuursorgaan zijn om subsidie te verstrekken. Daarbij is als basisregel bepaald dat subsidie uitsluitend wordt verstrekt als dat past binnen het provinciaal beleid en de door provinciale staten vastgestelde begroting. Voor zover subsidie wordt verstrekt ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, bv. bij meerjarige subsidies, wordt subsidie verleend onder de voorwaarde dat door provinciale staten voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Daarmee is het budgetrecht van provinciale staten geborgd. Provinciale staten bepalen de hoofdlijnen van het beleid. Dat vinden we in de eerste plaats terug in de Programmabegroting, maar ook in beleidsnota’s, zoals in dit geval de Cultuurnota, de Taalnota en de Onderwijsnota. Niet alleen het budgetrecht van provinciale staten, maar ook de hoofdlijnen van het beleid begrenzen de mogelijkheid van gedeputeerde staten om subsidie te verstrekken. Gedeputeerde staten kunnen te subsidiëren activiteiten benoemen die passen binnen genoemde thema’s. Voor zover dat dienstig is voor het realiseren van beleidsdoelstellingen en tevens past binnen het beschikbare budget kunnen gedeputeerde staten overige thema’s van activiteiten benoemen. Ter uitwerking daarvan stellen gedeputeerde staten krachtens delegatie van regelgevende bevoegdheid nadere regels, waarin de te subsidiëren activiteiten, criteria, subsidiabele kosten e.d. zijn uitgewerkt.
Het subsidieplafond is een instrument van begrotingsbeleid. Het is het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor subsidieverstrekking. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door subsidieverstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden. In de begroting stellen provinciale staten budget beschikbaar ter uitvoering van de subsidieregeling Cultuur, taal en onderwijs. Gedeputeerde staten verdelen dat bedrag over de diverse thema’s van activiteiten en zonodig over concrete activiteiten en/of doelgroepen.