Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Notitie beleidsregels inzake toepassen artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, juncto artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht |
Citeertitel | Notitie beleidsregels artikel 2.12 Wabo |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
De notitie beleidsregels inzake toepassing ontheffingsbevoegdheid ex artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening, 1e wijziging, in werking getreden per 15 februari 2010, blijft geldig voor eerder ingediende aanvragen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 10-09-2012 | nieuwe regeling | 14-09-2010 D'n Uitkijk, 17-09-2010 | B&W 10-355 |
een begrensd bouwperceel, waarop een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
Elk gebouw dat geen woongebouw is;
Het gebied waar de verschillende bestemmingsplannen voor de kernen gelden, zoals dit wordt begrensd door het vigerende bestemmingsplan voor het Buitengebied;
Een op de plankaart of in de voorschriften van een bestemmingsplan aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bestemmingsvlak dat ten hoogste mag worden bebouwd;
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om permanent ter plaatse te functioneren;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Goot- en/of boeihoogte van gebouwen
De hoogte in meters gemeten vanaf het aansluitend terrein tot aan de druiplijn, de bovenkant van de goot, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, waarbij ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing blijven;
Onder “ondergeschikte bouwdelen” worden daarbij verstaan: bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden, dakkapellen en andere ondergeschikte dakopbouwen.
Een plat dak is een dak met een dakhelling tussen de 0 en 30°;
De hoogte van het hoogste punt van het gebouw (met uitzondering van schoorstenen en lifopbouwen) tot aan het aansluitend terrein;
De gevel, die is gekeerd naar de weg, waarop de betrokken woning overwegend georiënteerd is, bij hoekwoningen kunnen dus twee voorgevels aanwezig zijn;
De lijn die in bestemmingsplannen is vastgelegd en die bij het bouwen aan de wegzijde of aan de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één of meer personen;
Een gebouw met daarin opgenomen twee of meerdere woningen;
Het bedrijfsmatige verlenen van diensten;
Winkelondersteunende dienstverlening
Het verlenen van diensten, waarbij de aard en de omvang van de dienstverlening past binnen een overwegend winkelgebied en geheel of overwegend gebonden c.q. ondersteunend is voor de winkelfunctie, zoals reisbureau’s, kappersbedrijven, kleding- en textielreiningsbedrijven, verzorgende bedrijven, apotheken, videoverhuurbedrijven, musea, galeries, hakkenbars en sleutelbars;
Maatschappelijke dienstverlening en dienstverlening, niet zijnde zakelijke dienstverlening en winkelondersteunende dienstverlening;
Een bedrijf waarin personen zich tegen vergoeding beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander;
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische-pornografische aard plaats vinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus;
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren worden verkocht of verhuurd;
De Nota van Toelichting bij artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft aan dat het om een regeling gaat waarbij éénmalig omgevingsvergunning kan worden verleend om cumulerende werking te voorkomen.
Artikel van bijlage II van het Bor moet als volgt worden toegepast:
Indien er geen maximum is gesteld, is toepassing van het betreffende onderdeel van artikel 4 van bijlage II van het Bor slechts éénmaal per bouwperceel mogelijk. In het geval van het na elkaar toepassen van verschillende onderdelen van artikel 4 van bijlage II van het Bor op hetzelfde bouwperceel is er geen sprake van cumulatie.
Uitsluiting recreatiewoningen, stacaravans en recreatieterreinen
Voor recreatiewoningen, stacaravans en recreatieterreinen kan alleen ontheffing worden verleend met toepassing van artikel 4 lid 10 van bijlage II van het Bor. Van deze mogelijkheid zal geen gebruik worden gemaakt. Op 8 november 2005 heeft het college de “Nota permanente bewoning van recreatiewoningen” vastgesteld, deze nota regelt hoe moet worden omgegaan met bewoning van recreatiewoningen.
Het college van burgemeester en wethouders blijft bevoegd om af te wijken van deze regeling, met name wanneer deze voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Procedurele vereisten voor ontheffing
De reguliere voorbereidingsprocedure, zoals omschreven in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is van toepassing.
Voordat op de aanvraag geheel positief wordt beschikt moeten belanghebbenden, die naar verwachting bedenkingen hebben op de beschikking, in de gelegenheid worden gesteld zienswijzen naar voren te brengen. Om de belanghebbenden te informeren worden de eigenaren van de direct aangrenzende percelen aangeschreven. Als er aanleiding toe bestaat wordt ook een algemene bekendmaking in D’n Uitkijk geplaatst.
Als er sprake is van het geheel of gedeeltelijk afwijzen van de aanvraag moet de aanvrager op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid worden gesteld zienswijzen naar voren te brengen.
Artikel 4, eerste lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van een bijbehorend bouwwerk, mits:
Uitgangspunten bij toepassing binnen de bebouwde kom:
Uitbreiding van de hoofdmassa van een woning:
Totale oppervlakte perceel: Maximaal gezamenlijke oppervlakte:
indien het bijgebouw wordt gebouwd in de zijdelingse perceelsgrens, mag de goot- en nokhoogte in de perceelsgrens niet meer bedragen dan 3 meter en van daaraf in gelijke mate met de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens toenemen tot niet meer dan 5,5 meter, behoudens het hierna onder het volgende punt bepaalde;
Voor de kavels 7 t/m 12 en 17 t/m 23 aan de oostzijde van het perceel en bij de kavels 1, 2 en 5 aan de noordzijde van het perceel in plan “Ruimte voor Ruimte Hogeweg Lage Mierde” kan onder de volgende voorwaarden ontheffing worden verleend:
Uitgangspunten bij toepassing buiten de bebouwde kom:
Uitbreiding van de woning tot op de zijdelingse perceelsgrens:
Uitbreiding aan de voorzijde van de woning:
Artikel 4, tweede lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a van bijlage II van het Bor, mits:
Uitgangspunten bij toepassing:
De omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als niet wordt voldaan aan de subeisen uit artikel 2, onderdeel 18, onder a (omgevingsvergunningvrije bouwactiviteit) van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Per geval bezien of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, derde lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mits:
Uitgangspunten bij toepassing:
Oprichten van een erfafscheiding bij een hoekwoning, mits:
Oprichten van een overkapping of carport, mits:
De oppervlakte van een overkapping of carport wordt niet in mindering gebracht op de oppervlakte van de te bouwen aan- en uitbouwen en de bijgebouwen op grond van deze regeling.
Per geval bezien of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, vierde lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw.
Uitgangspunten bij toepassing:
Omdat de verwachting is dat deze ontheffing slechts zeer sporadisch nodig zal zijn, moet per geval bezien worden of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, vijfde lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve vaneen antenne-installatie, mits;
a.de hoogte niet hoger is dan 40 meter.
Uitgangspunten bij toepassing:
Per geval bezien of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, zesde lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve vaneen installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998.
Uitgangspunten bij toepassing:
Per geval bezien of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, zevende lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve vaneen installatie bij een agrarisch bedrijf, waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen.
Uitgangspunten bij toepassing:
Per geval bezien of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, achtste lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar en de duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen.
Uitgangspunten bij toepassing:
Per geval bezien of deze omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, negende lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits:
Uitgangspunten bij toepassing:
Voor de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw bij een woning kan omgevingsvergunning worden verleend onder de voorwaarde dat:
meldingplichtig is op grond van het activiteitenbesluit;
Wijziging van het gebruik van een pand ten behoeve van een winkel is slechts mogelijk indien dit niet in strijd is met het winkelconcentratiebeleid, zoals dit is neergelegd in het bestemmingsplan Centrum Reusel, vastgesteld door de raad d.d. 23 november 1998.
Een wijziging van het gebruik van een pand ten behoeve van een prostitutiebedrijf, seksinrichting, escortbedrijf en/of sekswinkel is niet toegestaan.
Per geval wordt bezien of ten behoeve van een horecagelegenheid omgevingsvergunning kan of moet worden verleend. Indien in een bepaald gebied of binnen een bepaald bestemmingsplan een vast aantal horecagelegenheden is toegestaan, kan in elk geval geen omgevingsvergunning worden verleend als dit aantal wordt overschreden.
In principe dienen bedrijven gevestigd te worden op de bedrijfslocaties en
-terreinen. Voor categorie I en II bedrijven, als zodanig vermeld in de VNG brochure “Bedrijven en milieuzonering” is het denkbaar dat deze zich ook op andere locaties vestigen. Of omgevingsvergunning kan worden verleend, moet per geval beoordeeld worden, waarbij onder meer wordt gekeken naar de parkeermogelijkheden ter plaatse en de mogelijke verkeersaantrekkende werking.
Ten aanzien van zakelijke, winkelondersteunende en overige dienstverlening moet per geval worden bezien of de omgevingsvergunning kan of moet worden verleend.
Artikel 4, tiende lid van bijlage II van het Bor
Burgemeester en wethouder kunnen omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van een wijziging van het gebruik van een recreatiewoning voor bewoning, mits:
Uitgangspunten bij toepassing:
Van deze mogelijkheid wordt geen gebruik gemaakt. Het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden heeft op 8 november 2005 de “Nota permanente bewoning van recreatiewoningen” vastgesteld. Deze nota regelt hoe in Reusel-De Mierden met bewoning van recreatiewoningen wordt omgegaan.