Organisatie | Opmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wet werk en bijstand |
Citeertitel | Handhavingsverordening Wet werk en bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 147 en 212, Wet werk en bijstand, art. 8a
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-05-2004 | 01-10-2009 | nieuwe regeling | 25-03-2004 de Koggenlander | Onbekend |
De raad van de gemeente Opmeer;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 februari 2004;
Gelet op het advies van de commissie samenlevingszaken en middelen van 18 februari 2004;
Gelet op de artikelen 147 en 212 van de Gemeentewet en artikel 8a van de Wet werk en bijstand;
Overwegende dat conform artikel 8a Wet werk en bijstand met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, welke in een verordening worden neergelegd;
In de situaties beschreven in artikel 54 lid 1 WWB schort het college het recht op bijstand op, onder het geven van een hersteltermijn. De hersteltermijn dient de belanghebbende redelijkerwijs in staat te stellen de ontbrekende gegevens of bewijsstukken alsnog te overleggen dan wel alsnog de gevraagde medewerking te verlenen.
Kosten van bijstand worden teruggevorderd in de gevallen en volgens de regels zoals vastgelegd in de “Beleidsregels terugvordering en verhaal WWB”.
Het college controleert de rechtmatigheid van de verstrekte bijstandsuitkeringen.
Het college stelt in beleidsregels criteria vast voor categorieën van personen, vorderingen en termijnen voor het verrichten van heronderzoeken op vorderingen.
Het college voert beëindigingsonderzoeken uit. De tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan worden aan de belanghebbende medegedeeld.
In de beleidsregels worden de wijze van controle en de handelwijze bij inconsistenties van inlichtingen die door belanghebbende zijn verstrekt opgenomen.
Het college maakt ter controle gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.
Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand.
Artikel 9 Gevolgen bij schending inlichtingenplicht
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt, die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand, conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.
Aangifte bij het Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in lid 1 van dit artikel leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.
Het college brengt aan de raad periodiek verslag uit over het gevoerde debiteurenbeleid en het beleid inzake fraudebestrijding.
In bijzondere gevallen, wanneer onverkorte toepassing van deze verordening zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van specifieke individuele situaties, kan het college gemotiveerd beslissen om af te wijken van een of meer bepalingen van deze verordening.
Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.