Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Besluit eed en belofte provincie Limburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit eed en belofte provincie Limburg
CiteertitelBesluit eed en belofte provincie Limburg
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisate, personeelsbeleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht; Provinciewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-03-200418-03-200401-01-2018Nieuwe regeling

17-02-2004

Provinciaal Blad van Limburg, 2004, 25

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit eed en belofte provincie Limburg

BESLUIT EED EN BELOFTE PROVINCIE LIMBURG

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    eed of belofte: de eed of belofte bedoeld in artikel F.1, zevende lid van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies, af te leggen volgens het formulier in de bijlagen behorend bij dit besluit;

  • b.

    betrokkene: eenieder die door het college van Gedeputeerde Staten wordt aangesteld als ambtenaar in algemene dienst van de provincie Limburg.

Artikel 2

  • 1.

    Tenzij bijzondere omstandigheden dat verhinderen, legt betrokkene de eed of belofte af binnen drie maanden na de datum van ingang van de aanstelling of arbeidsovereenkomst. Betrokkene ontvangt daartoe een oproep.

  • 2.

    Betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld de voorkeur aan te geven voor het afleggen van de eed dan wel de belofte.

Artikel 3

De eed of belofte wordt afgelegd:

  • a.

    door de secretaris en de directeuren van de provincie: ten overstaan van de Commissaris der Koningin;

  • b.

    door alle overige medewerkers: ten overstaan van de secretaris.

Artikel 4

De eed of belofte wordt afgelegd in aanwezigheid van:

  • a.

    voor functionarissen als bedoeld in artikel 3, onder a: een getuige, aangewezen door de Commissaris der Koningin;

  • b.

    voor de functionarissen bedoeld in artikel 3, onder b: een getuige aangewezen door de secretaris.

Artikel 5

  • 1.

    Alvorens de eed of belofte wordt afgelegd, wordt de tekst van het eed- of belofteformulier, bedoeld in artikel 1, onder a, hardop voorgelezen.

  • 2.

    De eed wordt afgelegd onder het opsteken van de wijsvinger en de middelvinger van de rechterhand.

  • 3.

    Het eed- of belofteformulier wordt na het afleggen van de eed of belofte ondertekend door betrokkene, door de getuige en door degene ten overstaan van wie de eed of belofte is afgelegd.

  • 4.

    Het ondertekende formulier wordt opgeborgen in het persoonsdossier van de betrokkene. Betrokkene ontvangt een kopie van het formulier.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op 18 maart 2004.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit eed en belofte provincie Limburg.

Gedeputeerde staten voornoemd, mr. B.J.M. baron van Voorst tot Voorst, voorzitter

mw. mr. E.H.M. Brans, secretaris.

Uitgegeven, 25 maart 2004. De Secretaris,

mw. mr. E.H.M. Brans