Organisatie | Venray |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Venray |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening Venray |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | APV openbare orde veiligheid |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 05-10-2012 | Nieuwe regeling | 14-12-2010 Peel en Maas, 30-12-2010 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsbepalingen 1
Artikel 1:2 Beslissingstermijn 1
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 1
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 1
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 2
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 2
Artikel 1:9 Lex Silencio Positivo 2
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 3
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 3
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 4
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d. 4
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan 4
Artikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 5
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 5
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid (gereserveerd) 5
Artikel 2:14 Winkelwagentjes 6
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of voorwerp 6
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. 6
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. (niet opgenomen) 6
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurgebieden 6
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 6
Artikel 2.20 Vallende voorwerpen 6
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 6
Artikel 2:24 Begripsbepaling 7
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2:27 Begripsbepalingen 8
Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf 8
Artikel 2:28a Opheffen vergunningplicht 8
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf 9
Artikel 2:35 Overgangsbepaling 9
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:36 Begripsbepaling 9
Artikel 2:37 Kennisgeving exploitatie 10
Artikel 2:37a Nachtregister 10
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 10
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden (niet opgenomen) 10
Artikel 2:40 Speelautomaten 10
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 10
Artikel 2:42 Plakken en kladden 11
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. 11
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 11
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. 11
Artikel 2:36 Rijden over bermen (niet opgenomen) 11
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op of aan de weg 12
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 12
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 12
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten 12
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. 12
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterreinen e.d. 13
Artikel 2:53 Bespieden personen 13
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur (niet opgenomen) 13
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren (gereserveerd) 13
Artikel 2:56 Alarminstallaties 13
Artikel 2:57 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie 13
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 13
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 14
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 15
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:66 Begripsbepaling 16
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister 16
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter van het Wetboek van Strafrecht 16
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen 16
Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven 16
Artikel 2:71 Begripsbepalingen 17
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen 17
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 17
Artikel 2:74 Drugshandel op straat 17
Artikel 2:74a Verzameling van personen in verband met drugs 17
Artikel 2:74b Verblijfsontzegging in verband met drugs 17
Artikel 2:74c Openlijk gebruik van drugs 18
Artikel 2:74d Weggooien spuiten e.d. 18
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, gebiedsontzeggingen en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding 18
Artikel 2:76 Gebiedsontzeggingen 18
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 19
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie
Artikel 3:1 Begripsbepaling 20
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 20
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkelsen dergelijke
Artikel 3:4 Seksinrichtingen 21
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 21
Artikel 3:6 Sluitingstijden 22
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 22
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 22
Artikel 3:9 Straatprostitutie 22
Artikel 3:11 Tentoonstellen en aanbieden erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen ed 23
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel. 3:12 Beslissingstermijn 23
Artikel 3:13 Weigeringsgronden 23
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 24
Artikel 3:15 Wijziging beheer 24
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:1 Begripsbepalingen 25
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 25
Artikel 4:3 Kennisgeving individuele festiviteiten 26
Artikel 4:4 Verboden individuele festiviteiten 26
Artikel 4:6 Overige geluidhinder 27
Artikel 4:6a Geluidhinder door dieren 27
Artikel 4:6b Geluidhinder door bromfietsen e.d. 27
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen 28
Artikel 4:9 Toestand sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen 28
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen 28
Artikel 4:12 Vergunning van rechtswege 28
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 28
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen 29
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:17 Begripsbepaling 30
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 30
Artikel 4:19 Aanwijzen kampeerplaatsen 30
Artikel 4:20 Overnachten anders dan recreatief nachtverblijf 30
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:1 Begripsbepaling 32
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 32
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 32
Artikel 5.:4 Defecte voertuigen 32
Artikel 5:5 Voertuigwrakken 32
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. 33
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 33
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 33
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 33
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen 33
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 33
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 34
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 34
Artikel 5:14 Begripsbepaling 34
Artikel 5:16 Venten met gedrukte stukken 35
Artikel 5:17 Begripsbepaling 35
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 35
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende 35
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 36
Artikel 5:20 Aanhoudingsplicht 36
Artikel 5:22 Begripsbepaling 36
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt 36
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 36
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 37
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 37
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats 37
Artikel 5:28 Beschadiging van waterstaatswerken 37
Artikel 5:29 Reddingsmiddelen 37
Artikel 5:30 Veiligheid op het water 38
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 38
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:32 Crossterreinen 38
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 38
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 39
Afdeling 9 Incidenteel verstrooien van as en tijdstip van begraven op de algemene begraafplaats
Artikel 5:35 Begripsbepalingen: 39
Artikel 5:36 Verboden plaatsen 40
Artikel 5:39 Hinder of overlast 40
HOOFDSTUK 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:2 Toezichthouders 41
Artikel 6:3 Binnentreden woningen 41
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening 41
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:
Artikel 1:9 Lex Silencio Positivo
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
1. Aanlegvergunning weg (art. 2:11)
2. Uitritvergunning weg (art. 2:12)
3. Exploitatievergunning horeca (art. 2:28)
4. Ontheffing geluidhinder (art. 4:6)
5. Kapvergunning (art. 4:11 en 4:12)
6. Ontheffing kamperen buiten kampeerterrein (art. 4:18)
7. Ontheffing diverse parkeerverboden (art. 5:2, 5:3, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9)
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een opsporingsambtenaar zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat voor het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Voor het op het evenemententerrein verrichten van activiteiten, die op grond van deze of een andere gemeentelijke verordening vergunningplichtig zijn, is tijdens de duur van het evenement geen afzonderlijke vergunning nodig, mits die activiteiten vermeld zijn in de vergunning als bedoeld in het 1e lid.
Geen vergunning is vereist als het evenement een meldingsplichtig evenement is. Om te bepalen of een aanvraag meldings- of vergunningsplichtig is, dient gebruik te worden gemaakt van het Rekenmodel. Het Rekenmodel staat op de gemeentelijke website en dient bij iedere aanvraag ingevuld en meegezonden te worden.
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf worden in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;
Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf
Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatst reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie.
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers verboden zich in een horecabedrijf te bevinden gedurende de tijd dat het bedrijf krachtens artikel 2:29 of ingevolge een op grond van artikel 2:30 genomen besluit gesloten dient te zijn.
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze paragraaf wordt verstaan onder inrichting: elke al of niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:37 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt dan wel de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst, alsmede de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
1.Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden zonder ontheffing van het college zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken, buiten de daarin gelegen wegen of paden.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterreinen e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt welke publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:57 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie
op de weg zonder voorzien te zijn van een door de gemeente Venray verstrekte geldige hondenpenning die op eerste vordering getoond moet worden aan de met het toezicht belaste ambtenaar;
deze bepaling is niet van toepassing indien de in de aanhef genoemde persoon kan aantonen dat de verordening hondenbelasting van de gemeente Venray niet op de hond van toepassing is.
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "deugdelijke voorziening" verstaan een voorwerp waarmee uitwerpselen op een hygiënisch verantwoorde wijze opgeraapt kunnen worden, alsmede een voorwerp waarin de uitwerpselen op een hygiënisch verantwoorde wijze kunnen worden meegenomen, zoals een hondenpoepzakje of een hondenpoepschepje.
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
muilkorf:een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof, of van stevig leer of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn;
De eigenaar of houder van een hond is verplicht, nadat het college schriftelijk hebben medegedeeld dat zij die hond gevaarlijk of hinderlijk achten, de hond op de thuislocatie op voldoende afstand van de weg te houden, dan wel een zodanige afscheiding te plaatsen dat de hond geen gevaar of hinder voor voorbijgangers veroorzaakt.
De rechthebbende op vee, dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
c een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk, ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college van de gemeente waar het bedrijf is of zal worden gevestigd.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten, zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijk doel om middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Verzameling van personen in verband met drugs
Het is verboden op of aan wegen aan een verzameling van meer dan vier personen deel te nemen, indien die wegen door de burgemeester in het belang van de openbare orde daartoe zijn aangewezen in verband met het openlijk gebruik van en/of de handel in middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet.
Artikel 2:74b Verblijfsontzegging in verband met drugs
Het is degene die op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet gebruikt of verhandelt, of daartoe post vat of zich heen en weer beweegt, of zich in of op een voertuig bevindt of daarmee heen en weer of rond rijdt, of zich gedraagt in strijd met artikel 2:74, verboden zich te bevinden in een door het college aangewezen gebied, en in voor het publiek toegankelijke gebouwen die in dat gebied gelegen zijn, nadat dit aan diegene in het belang van de openbare orde door de burgemeester bij diens besluit is bekend gemaakt.
Artikel 2:74c Openlijk gebruik van drugs
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats, of in een voor het publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te treffen of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.
Artikel 2:74d Weggooien spuiten e.d.
Het is verboden om injectiespuiten of onderdelen daarvan, zoals naalden, reservoirs, zuigers e.d, of daarop gelijkende voorwerpen op een openbare plaats of in een voor het publiek toegankelijk gebouw dan wel in aldaar geplaatste afvalbakken achter te laten, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat dat gebeurt om afstand van het voorwerp te doen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, gebiedsontzeggingen en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze groepen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:19, 2:47, 2:49, 2:50, 2:73 of 5:35 groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan degene die de openbare orde ernstig verstoord of die één of meer van de wettelijke bepalingen overtreedt, die genoemd worden in het laatste lid van dit artikel, een verbod opleggen zich voor een bepaalde duur te bevinden in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en de daarin voor publiek toegankelijke gebouwen en inrichtingen.
In het belang van de openbare orde kan de burgemeester aan degene aan wie al eerder een gebiedsontzegging is opgelegd, maar van wie binnen één jaar na deze ontzegging weer geconstateerd wordt dat hij één of meer van de in het laatste lid genoemde artikelen overtreedt, een nieuwe gebiedsontzegging opleggen zoals genoemd in het eerste lid, voor een tijdvak van maximaal twaalf weken.
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van duizend gulden of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste één maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin eensekswinkel te exploiteren in doorhet college inhet belangvande openbare orde of dewoon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delenvan de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.
Artikel. 3:12 Beslissingstermijn
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE.
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving individuele festiviteiten
Het is de houder van een inrichting toegestaan om maximaal 10 individuele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepasiing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 10 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid van het Besluit, niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4:15 Vergunningsplicht handelsreclame
opschriften betrekking hebbend op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
3 Het verbod geldt niet voor opschriften of aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits:
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen bouwvergunning in de zin artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5.:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmede als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
1.Het is verboden met een voertuig te rijden door dan wel deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook.
2. Dit verbod is niet van toepassing:
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
4. Het college kan onder door hem te stellen voorschriften vrijstelling verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod voor inzamelingen die gehouden worden door daarbij aangewezen instellingen.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in, of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepsvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met de krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadiging van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of verandering aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregel en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Afdeling 9 Incidenteel verstrooien van as en tijdstip van begraven en asbezorging op de algemene begraafplaats
Artikel 5:36 Verboden plaatsen
Artikel 5:37 Tijden van begraven en asbezorging op de algemene begraafplaats.
De tijd van het begraven van stoffelijke resten als bedoeld in artikel 5:35 onder b. en het bezorgen, verstrooien en doen bijzetten van de as op de algemene begraafplaats is maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur en op zaterdag van 9.00 uur tot 14.00 uur.
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
1. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
De nummering van dit model wijkt op enkele plaatsen sterk af van de nummering van de vorige versie. Om de aansluiting tussen de versies gemakkelijker te maken, zijn hieronder transponeringstabellen opgenomen.
Van deze versie naar vorige versie
Van vorige versie naar huidige versie