HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt
verstaan onder:
- a.
de wet: de Drank- en Horecawet
- b.
horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het
bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van
alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
- c.
de lokaliteiten waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met
de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder
geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende
drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet
onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;
- d.
lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een
inrichting;
- e.
horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene
lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het
horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het
verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter
plaatse;
- f.
alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van
twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit
alcohol bestaat;
- g.
sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig
graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol
bestaat, met uitzondering van wijn;
- h.
zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met
uitzondering van sterke drank;
- i.
alcoholvrije drank: de drank die bij een temperatuur van twintig
graden Celsius voor minder dan een half volumeprocent uit
alcohol bestaat.
Artikel 1.2
Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing
op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.
HOOFDSTUK 3 DRANKVERSTREKKING OP TERRASSEN
Artikel 3.1 terrasvergunning
Vervallen
Artikel 3.2 innemen zitplaatsen
Het is verboden om op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken
aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige
zitplaatsen.
Artikel 3.3 verlichting en toezicht
Het terras moet tijdens het gebruik als zodanig voldoende verlicht zijn
en aan voldoende toezicht zijn onderworpen.
Artikel 3.4 schoonhouden
- 1.
Het terras, alsmede de onmiddellijke omgeving ervan dient
tijdens het gebruik te worden schoongehouden van afval,
afkomstig van verkochte waren.
- 2.
Na verwijdering van het terrasmeubilair dient de directe
omgeving schoon te worden opgeleverd.
Artikel 3.5 schade
- 1.
De vergunninghouder is en blijft aansprakelijk voor de schade,
die eventueel aan het terrasmeubilair toegebracht wordt.
- 2.
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade door derden
toegebracht aan het aanwezige terrasmeubilair.
- 3.
De vergunninghouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke
maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen, dat de gemeente,
dan wel derden tengevolge van het gebruik van de vergunning
schade lijden.
- 4.
De vergunninghouder dient alle aansprakelijkheid op zich te
nemen voor schaden en of ongevallen en de gemeente te vrijwaren
voor alle vorderingen van derden wegens schade of
ongevallen.
- 5.
Aanwijzingen van de politie in verband met de openbare orde of
veiligheid op of in onmiddellijke nabijheid van het terras
dienen onverwijld door de vergunninghouder te worden
opgevolgd.
HOOFDSTUK 4 BEPERKING VERSTREKKING
Artikel 4.1 verbod sterke drank
Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse
dan wel bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik anders dan ter plaatse
te verstrekken in een inrichting:
- a.
waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak
geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, frites en kroketten
worden verkocht;
- b.
waarin onderwijs wordt gegeven;
- c.
die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor
passagiers van een openbaar vervoersbedrijf;
- d.
die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in
gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen.
Artikel 4.2 ontheffing
De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in artikel 4.1 gestelde
verbod. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.
HOOFDSTUK 5 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANK
Artikel 5.1 verlof
- 1.
Het is verboden zonder verlof van de burgemeester ineen besloten
ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse
te verstrekken.
- 2.
Dit verbod geldt niet:
- a.
als wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge
de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;
- b.
als deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van
bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte
vertoeven anders dan voor het gebruik van
consumpties;
- c.
voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als
zodanig.
- 3
Het verlof geldt uitsluitend voor één of meer in het verlof
vermelde ruimten.
- 4.
Bij overlijden van een verlofhouder kan het bedrijf door of
namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier
weken na het overlijden, of, als binnen die termijn een nieuw
verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op de aanvraag
onherroepelijk is beslist.
- 5.
- 6.
De personen die in een besloten ruimte waarvoor een verlof als
bedoeld in het eerste lid is verleend, de dagelijkse leiding
hebben dienen te voldoen aan de eisen zoals genoemd in het
vijfde lid.
Artikel 5.2 inrichtingseisen
- 1.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien zij van oordeel zijn,
dat plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan
wel sprake is van een bijzonder geval en gewichtige belangen
daartoe aanleiding geven, aan een ondernemer op zijn aanvraag
ontheffing van de in het eerste lid gestelde eisen ten aanzien
van een daarbij aangewezen besloten ruimte verlenen,
Artikel 5.3 intrekking
Een verlof, bedoeld in artikel
5.1, kan worden ingetrokken, als:
- a.
- b.
gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen gebruik is
gemaakt van het verlof;
- c.
zich in het betrokken bedrijf feiten hebben voorgedaan, die de
vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar
zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of
zedelijkheid;
- d.
niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 5.2 gestelde voorschriften.
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6.1 strafbepaling
Overtreding van de bepalingen in deze verordening wordt bestraft met
hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede
categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de
rechterlijke uitspraak.
Artikel 6.2 overgangsbepaling
Vergunningen, verloven en ontheffingen verleend krachtens de bepalingen
van de Drank- en Horecaverordeningen van de gemeenten Dinteloord en
Prinsenland, Nieuw-Vossenveer en Steenbergen blijven van kracht totdat
zij worden ingetrokken dan wel vervallen worden verklaard.
Artikel 6.3 aanhalingstitel
Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel Drank- en
Horecaverordening Steenbergen 1997.
Artikel 6.4 inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die,
waarop afkondiging heeft plaatsgevonden. Met ingang van de datum van
inwerkingtreding worden ingetrokken:
- a.
de 'Drank- en Horecaverordening 1976' van de gemeente
Steenbergen, vastgesteld op 8 april 1976;
- b.
de 'Verordening inrichtingseisen slijtersbedrijven 1976' van de
gemeente Steenbergen, vastgesteld op 8 april 1976;
- c.
de Drank- en Horecaverordening van de gemeente Dinteloord en
Prins nland vastgesteld op 25 april 1968, en gewijzigd op 24
februari 1969 en op 25 februari 1992;
- d.
de Drank- en Horecaverordening van de gemeente Nieuw-Vossemeer
vastgesteld op 10 mei 1968.