Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Amsterdam 2010 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Amsterdam 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Infrastructuur, verkeer en vervoer |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2010 | 09-06-2011 | nieuwe regeling | 16-06-2010 Gemeenteblad 2010, afd. 3A, nr. 111/237 | Gemeenteblad 2010, afd. 1, nr. 237 |
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder
- een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);
- een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);
- een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;
- voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levens-beschouwelijke richting dan wel de openbare school;
- voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum in stand houden;
vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of vergoeding van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;
Artikel 2. Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op vergoeding vervallen.
Artikel 3. Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op vergoeding naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte vergoeding is verstrekt, vervalt de aanspraak op vergoeding van de vervoerskosten onmiddellijk en verstrekt het college al dan niet opnieuw vergoeding van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Titel 2: Bepalingen omtrent het vervoer van de (niet-gehandicapte) leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9. Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Artikel 10. Permanente commissie leerlingenzorg
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het bij de beoordeling eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Met inachtneming van het afstandscriterium, maar in afwijking van de verstrekte vergoeding in het eerste, tweede en derde lid, verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 12. Vergoeding van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde vervoerskosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 13. Verstrekking aangepast vervoer
Het college verstrekt aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en:
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.3. Het college biedt tevens vervoer aan 1 begeleider, voor zover begeleiding van de leerling in het aangepast vervoer naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
Artikel 14. Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Titel 3. Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Artikel 15. Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Van het bepaalde in het eerste lid wordt afgeweken:
voor de ouders van een leerling die woonachtig is in stadsdeel Centrum, Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp of Zuidoost in die zin dat bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer wordt verstrekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt. Deze afwijking is niet van toepassing op vervoer voor leerlingen van de Mytyl-Tyltylschool, de W.B. Noteboomschool en de Bets Frijlingschool (ziekenhuisschool) gevestigd in Amsterdam Zuidoost.
Van het bepaalde in het derde lid wordt afgeweken voor de ouders van een leerling die woonachtig is in stadsdeel Centrum, Geuzenveld-Slotermeer, Noord, Osdorp, Slotervaart of Zuidoost in die zin dat bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer wordt verstrekt, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt. Deze afwijking is niet van toepassing op vervoer voor leerlingen van de Mytyl-Tyltylschool, de W.B. Noteboomschool en de Bets Frijlingschool (ziekenhuisschool) gevestigd in Amsterdam Zuidoost.
Met inachtneming van het afstandscriterium, maar in afwijking van de verstrekte vergoeding in het eerste tot en met het vierde lid verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 15a. Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC-school cluster 4
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 17. Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde vervoerskosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
Artikel 19. Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20. Vergoeding vervoerskosten van gehandicapte leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Het college verstrekt eveneens aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
Titel 4. Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 21. Vergoeding van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Artikel 22. Vergoeding kosten weekeinde- en vakantievervoer
Het college verstrekt aan de ouders vergoeding van de kosten van het weekeindenvervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Titel 5. Eigen bijdrage en vergoeding naar financiële draagkracht
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan euro 22.500,--, wordt slechts vergoeding verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college in plaats van vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan euro 22.500,--.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van euro 22.500,--, genoemd in het eerste en derde lid, wordt met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en derde lid genoemde bedrag van euro 22.500,--.
Artikel 24. Financiële draagkracht
1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde vergoeding verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.
2. In geval het college in plaats van vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.
4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 500,-.
5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 5,-.
6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.
Titel 6. Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voorgezet onderwijs
Artikel 25. Vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 27. Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Voor zover voor een leerling in het schooljaar 2009/2010 krachtens een Verordening ten behoeve van leerlingenvervoer van een van de stadsdelen in de gemeente Amsterdam een vervoersvoorziening werd verstrekt waarop op grond van deze verordening geen recht bestaat, kan voor het schooljaar 2010/2011 aanspraak worden gemaakt op een vergelijkbare voorziening.