Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Flankerend Beleid in het kader van de FPU-Gemeenten |
Citeertitel | Regeling Flankerend Beleid in het kader van de FPU-Gemeenten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De regeling heeft terugwerkende kracht.
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-12-2006 | 01-01-2004 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 24-02-2004 Het Hele Westland 18-12-2006 | B&W dd. 24-02-2004 xxxxxxxx |
Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland dd. 24 februari 2004.
de secretaris, de burgemeester,
G. Buck R. Welschen.
De FPU-Gemeenten is opgenomen in de CAR en is een recht voor de ambtenaar. Op lokaal niveau kan de werkgever de deelname aan de regeling beïnvloeden door het aanbieden van bepaalde faciliteiten. Deze faciliteiten dienen in een lokale regeling te worden vermeld. Voor dit lokale beleid is ….% (0,1% anno 2000) van de lokale loonsom beschikbaar. Over deze regeling dient overeenstemming te bestaan met het georganiseerd overleg (GO). In het LOGA is overeengekomen dat de ondernemingsraad dan wel het GO jaarlijks of op verzoek wordt geïnformeerd over de aanwending van dit budget. Dit is in een artikel opgenomen.
In dit artikel staat in onderdeel a) gedefinieerd wie onder het begrip ‘ambtenaar’ dient te worden verstaan. De ambtenaar is immers degene die, onder voorwaarden, gebruik kan maken van FPU-Gemeenten. Uit de formulering wordt duidelijk dat onder ambtenaar zowel diegene met een aanstelling als diegene met een arbeidsovereenkomst kan worden begrepen.
Met de nieuwe FPU-Gemeenten wordt later uittreden beloond. Hoe later men uittreedt, deze te hoger is de FPU- uitkering en des te hoger is de aanvulling van de werkgever. Bovendien kan door middel van deze regeling het langer in dienst blijven extra aantrekkelijk worden gemaakt voor de ambtenaar.
Een ambtenaar zal in veel gevallen eerst voor een gedeelte uittreden en op een later moment volledig.
Vanwege het dienstbelang kan het wenselijk zijn dat een bepaalde ambtenaar langer (deels) in dienst blijft,
bijvoorbeeld totdat een opvolger is gevonden en ingewerkt. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door de ambtenaar op dat moment niet méér of niet volledig FPU- ontslag te laten aanvragen (maar minder dan zijn oorspronkelijke FPU-wens) en méér verlof toe te kennen (hetgeen betekent dat de bezoldiging op dat moment niet wijzigt er geen extra FPU- uitkering wordt ‘verbruikt’). Dit kan voor de ambtenaar een extra financiële prikkel betekenen om (deels) langer te blijven.
b) Ruimere toekenning studiefaciliteiten
Een oudere ambtenaar kan het soms op een gegeven moment niet meer goed bijbenen. En dat terwijl hij enorm gedreven is en betrokken bij het werk. Zo iemand zal wellicht wél bereid zijn om langer te blijven als hij begeleiding krijgt.
Ook de mogelijkheid tot het volgen van een opleiding of een cursus kan doorslaggevend zijn voor een ambtenaar om toch langer in een actieve dienst te blijven. Een toekenning van studiefaciliteiten voor een langere periode of een vergoeding van 100% (in plaats van een lager percentage uit de studiefaciliteitenregeling) kan dan wellicht de drempel voor deze ambtenaar verlagen.
c) Een financiële tegemoetkoming
Als het dienstbelang het noodzakelijk maakt dat een ambtenaar (deels) langer in dienst blijft, dan kan de ambtenaar die aan zo’n verzoek tegemoetkomt worden beloond. Dit kan gebeuren in de vorm van een eenmalige uitkering of een (maandelijkse) verhoging van de FPU- uitkering.*
d) Een aanpassing van de betrekking
Een ambtenaar die gedeeltelijk is uitgetreden, kan het op een gegeven moment ‘genoeg’ vinden en méér of
volledig wensen uit te treden. Als het dienstbelang het noodzakelijk maakt dat de ambtenaar langer werkzaam blijft, kan dit aantrekkelijk worden gemaakt. Te denken valt aan het schrappen van lichamelijk zware elementen uit een betrekking en/ of het vervangen van deze elementen met meer begeleidende taken, met behoud van de bezoldiging. Op dat moment is er sprake van extra salariskosten (er wordt in sommige gevallen immers méér salaris betaald dan, op grond van de functiewaardering, passend is bij de betreffende betrekking). Dit kan gefinancierd worden uit de lokale ruimte.
Hier kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een nieuw (aangepast) bureau of een fitnesscursus. Maar ook een
afspraak met een ambtenaar dat deze nog een (paar) opdracht(en) uitvoert en vervolgens met FPU- ontslag gaat. De werkgever kan een dergelijke afspraak voor de ambtenaar bijvoorbeeld aantrekkelijk maken door hem toe te staan dat er thuis gewerkt wordt of dat er PC-faciliteiten voor thuis worden geregeld.
Uiteraard kunnen de onder a t/m e de genoemde mogelijkheden worden gecombineerd.
[* Dit is onder meer te regelen via het ABP Compensatieplan. Informatie hierover is te verkrijgen bij het ABP.]
Het nieuwe seniorenbeleid in de vorm van de FPU-Gemeenten stimuleert het langer blijven werken. Daarnaast is het ook een voorziening die (deels) stoppen met werken mogelijk maakt voor hen die niet langer een productieve bijdrage aan de organisatie (kunnen of willen) leveren. Immers de aanvulling van de werkgever wordt uitgekeerd bij zowel deeltijd-FPU-ontslag als voltijd-FPU-ontslag. Soms zal het zo zijn dat het voor de organisatie beter is dat een ambtenaar met FPU-ontslag gaat, terwijl de ambtenaar dit zélf nog niet wenst. De reden zal meestal financieel van aard zijn: betrokkene acht de FPU- uitkering te laag en wenst langer door te werken teneinde op een later tijdstip een hogere FPU- uitkering te krijgen. In dit geval kan (deeltijd-) FPU- ontslag worden bevorderd door een financiële prikkel. Ook voor een dergelijk financiële prikkel kan bijvoorbeeld het ABP Compensatieplan een oplossing zijn. Als extra stimulans kan gedacht worden aan een vrijetijdsfiets, of een PC- voorziening voor thuis waardoor het deels blijven werken gemakkelijker kan worden gemaakt.
Artikel 3 Het informeren van de ondernemingsraad
Het georganiseerd overleg dient in te stemmen met de lokale regeling.
Het informeren over de concrete aanwending van het budget is in dit artikel neergelegd bij de Ondernemingsraad. Wat betreft de ondernemingsraad is dit recht (informeren over de uitvoering) expliciet in de Wet op de ondernemingsraden (artikel 28) neergelegd.
Artikel 4 Onvoorziene gevallen
In principe kan hier alles waar werkgever en werknemer overeenstemming over bereiken onder vallen. Vanzelfsprekend wordt over de wijze van gebruik van dit artikel de ondernemingsraad (of het georganiseerd overleg, afhankelijk van de lokale situatie) geïnformeerd conform artikel 3 van deze regeling.