Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Barneveld

Financiële verordening gemeente Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Barneveld
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Barneveld
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Barneveld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200812-07-2013nieuwe regeling

13-11-2007

Onbekend.

Onbekend.

Tekst van de regeling

Financiële verordening gemeente Barneveld

1 Inleidende bepaling

Artikel 1 Definitie

In deze verordening wordt verstaan onder administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Barneveld en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Inrichting begroting en jaarverslaggeving

  • 1.

    De raad stelt de programma-indeling van de programmabegroting vast

  • 2.

    Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de raming van de beleidsproducten per programma en bij de jaarverslaggeving wordt een overzicht gegeven van de realisatie van de beleidsproducten.

  • 3.

    In de begroting wordt van de nieuwe investeringen het benodigde investeringskrediet weergegeven.

Artikel 3 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad geeft met het vaststellen van de begroting opdracht aan het college om de beoogde maatschappelijke effecten na te streven en de daaruit voortvloeiende doelstellingen te realiseren.

  • 2.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per beleidsproduct.

  • 3.

    De raad stelt het beleid met betrekking tot de paragrafen vast.

  • 4.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling geautoriseerd.

  • 5.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd beleidsproduct of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college aan de raad gemeld. Buiten de tussentijdse rapportages (zie artikel 4) gebeurt dit bij afwijkingen boven € 50.000 én tenminste 10% verschil. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het beleidsproduct of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid en legt dit aan de raad ter autorisatie voor.

  • 6.

    Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college voor het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van het investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 4 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad, door middel van tussentijdse rapportages, tenminste twee maal per jaar over de realisatie en afwijkingen van de begroting en doet zonodig voorstellen ter actualisering van de begroting.

  • 2.

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3

    Financieel beleid

Artikel 5 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    De materiële vaste activa worden afgeschreven overeenkomstig de bij deze verordening behorende tabel afschrijvingstermijnen. Afwijking van deze tabel is slechts mogelijk bij raadsbesluit. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 2.500 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.

  • 2.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in maximaal 5 jaar afgeschreven.

  • 3.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

Artikel 6 Reserves en voorzieningen

Het college biedt de raad tenminste eenmaal per vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast. De nota behandelt:

  • a.

    de vorming en besteding van reserves;

  • b.

    de vorming en besteding van voorzieningen;

  • c.

    de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Artikel 7 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken.

  • 2.

    Het systeem van kostentoerekening wordt tenminste eenmaal per vier jaar geëvalueerd.

Artikel 8 Vaststelling lokale heffingen

  • 1.

    Het college biedt de raad tenminste eenmaal per vier jaar een nota lokale heffingen aan. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast.

  • 2.

    Bij de begroting en de jaarverslaggeving doet het college verslag van:

  • a.

    de opbrengsten per heffing;

    • b.

      het volume en bedrag aan kwijtscheldingen;

    • c.

      de kostendekkendheid van heffingen.

Artikel 9 Grondbeleid

  • 1.

    Het college biedt de raad tenminste eens in de vier jaar een nota grondbeleid aan. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de strategische visie van het toekomstige grondbeleid van de gemeente;

    • b.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • c.

      de verwerving en uitgifte van gronden;

    • d.

      de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden.

  • 2.

    In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarverslaggeving wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relatie van het grondbeleid met de programma's.

Artikel 10 Financieringsfunctie

Het college biedt het treasurystatuut tenminste eenmaal per vier jaar aan de raad aan. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit het treasurystatuut vast. Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijks beheer van koersrisico, valutarisico, kredietrisico, relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer. Het college regelt daarbij tevens de administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie.

Artikel 11 Risicomanagement & weerstandsvermogen

Het college biedt de raad tenminste eenmaal per vier jaar een nota risicomanagement & weerstandsvermogen aan. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast. De nota behandelt het beleid omtrent risicomanagement. Ook geeft het de verhouding aan tussen de benodigde en aanwezige weerstandscapaciteit (het weerstandsvermogen). In de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarverslaggeving geeft het college de actuele stand van zaken aan.

4 Administratie en interne controle

Artikel 12 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de gemeentelijke organisatie;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13 Interne controle

Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5 Financiële organisatie

Artikel 15 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 16 Inkoop

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van leveringen, diensten en werken.

Artikel 17 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

6 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 2.

    Op die datum wordt de "Financiële verordening gemeente Barneveld 2004" ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van13 november 2007.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage behorende bij de Financiële verordening gemeente Barneveld

Tabel afschrijvingstermijnen als bedoeld in artikel 5 (Waardering en afschrijving vaste activa), lid 1

Bedrijfseconomisch nutAfschrijvingstermijn in jaren
Grondkosten Gebouwen Centrale verwarmingsinstallaties Overige installaties Noodvoorzieningen onderwijs 1e Inrichting onderwijs Apparatuur betaald parkeren Rioleringen Renovatie riolering Pompen riolering Vervoermiddelen (exclusief brandweerauto's) Vervoermiddelen brandweer Brandweerauto's (hulpverleningsvoertuigen) Automatisering (hardware) Automatisering (software) Inventaris/ meubelen Vloerbedekking Grasmaaiers en overige aanbouwapparatuur niet afschrijven 40 15 20 15 20 15 50 25 15 8 10 15 5 5 10 15 8
Maatschappelijk nutAfschrijvingstermijn in jaren
Civieltechnische werken Speelgelegenheden Kunstgrasvelden Plantsoenaanleg Verkeersregelinstallaties Lichtmasten Armaturen Verlichting op sportcomplexen Abri's Begraafplaatsen 20 10 15 15 15 30 30 15 20 30