Artikel 1 Begripsbepaling
In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een
voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de
vergadering van de raad.
Artikel 2 Geldigheid verzoek
- 1.
De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn
vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een
geldig verzoek is ingediend.
- 2.
Ongeldig is een verzoek dat:
- a.
niet door ten minste 200 initiatiefgerechtigden wordt
ondersteund;
- b.
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of
- c.
niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel
5.
Artikel 3 Initiatiefgerechtigden
- 1.
Initiatiefgerechtigd zijn diegenen die kiesgerechtigd zijn voor
de verkiezing van de leden van de gemeenteraad alsmede
ingezetenen van de gemeente van 16 jaar en ouder die met
uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het
kiesrecht van de leden van de gemeenteraad.
- 2.
Voor de beoordeling of aan de vereisten voor
initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag
van indiening van het verzoek bepalend.
Artikel 4 Beperkingen
- 1.
Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de
gemeente;
- b.
een vraag over het gemeentelijke beleid;
- c.
- d.
- e.
de gemeentelijke begroting;
- f.
gemeentelijke belastingen en tarieven;
- g.
benoemingen of aanstellingen van personen;
- h.
een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening
van het burgerinitiatief door de raad een besluit is
genomen, dan wel een onderwerp waarover tijdens de
raadsperiode waarin indiening van het burgerinitiatief
plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.
- 2.
Een burgerinitiatief dat niet behoort tot de bevoegdheid van de
raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van de gemeente, zal
door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden
doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de
hoedanigheid van portefeuillehouder.
- 3.
Het college of de burgemeester zal een voorstel als bedoeld in
lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.
Artikel 5 Indieningsvereisten
Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de raad en omvat
ten minste:
- a.
- b.
een toelichting op het burgerinitiatief;
- c.
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de
handtekening van de initiatiefnemer;
- d.
een lijst met de achternamen, voornamen, adressen, geboortedata
en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek
ondersteunen, conform het in de bijlage bij deze verordening
opgenomen model.
Artikel 6 Besluitvorming
- 1.
De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van
indiening van het verzoek of het burgerinitiatief op de agenda
van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien
verstande dat ten minste één week is gelegen tussen de dag van
indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin de
raad over het verzoek beslist.
- 2.
Indien de raad besluit om het burgerinitiatief op de raadsagenda
te plaatsen, wordt het burgerinitiatief voorafgaand aan de
besluitvorming door de raad om advies voorgelegd aan het college
van burgemeester en wethouders.
- 3.
De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit
voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is
geagendeerd. De verzoeker heeft tijdens deze vergadering de
gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te
lichten.
- 4.
Indien de raad het verzoek afwijst, is er sprake van een besluit
in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en
beroep openstaat.
Artikel 7 Verslag
De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de
werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.
Artikel 8 Advies
Een initiatiefnemer kan ten behoeve van de voorbereiding van het
burgerinitiatief advies inwinnen bij de griffier van de gemeente.
Artikel 9 Slotbepaling
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening
burgerinitiatief Barneveld".
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 15 oktober 2007.