Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Barneveld

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften bij de raad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Barneveld
Officiële naam regelingVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften bij de raad
CiteertitelVerordening inzake de behandeling van bezwaarschriften bij de raad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht 
  2. Gemeentewet 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-01-201001-01-2012

20-01-2009

-

Tekst van de regeling

Artikel 1 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    Er is een commissie conform artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad.

  • 2.

    De commissie bestaat uit een voorzitter of plaatsvervangend voorzitter, een ambtelijk lid en een secretaris tevens ambtelijk lid.

  • 3.

    Hetgeen in deze verordening is opgenomen omtrent de voorzitter geldt onverkort voor de plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    De voorzitter mag geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan en niet woonachtig zijn binnen de gemeente.

  • 5.

    De ambtelijke leden van de commissie en hun plaatsvervangers worden door het college aangewezen.

Artikel 2 Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter wordt, na voordracht door het college, door de raad benoemd.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie wordt benoemd voor een periode van vier jaren.

  • 3.

    De voorzitter kan ten hoogste één keer worden herbenoemd.

  • 4.

    De aftredende voorzitter van de commissie blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 3 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De raad ontslaat of schorst de voorzitter.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de voorzitter eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      na het aflopen van de benoemingsperiode.

  • 3.

    De voorzitter kan door de raad worden ontslagen wanneer hij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt is om zijn functie naar behoren te vervullen.

Artikel 4 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 5 Rechtstreeks beroep

Het bezwaarschrift kan ingevolge artikel 7:1a Awb een verzoek van belanghebbende bevatten om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter. Alvorens op een dergelijk verzoek te beslissen, vraagt het verwerend orgaan advies aan de commissie.

Artikel 6 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie: artikel 2:1, tweede lidartikel 6:6 voor wat betreft het stellen van een termijn, artikel 6:17 voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie, artikel 7:4 tweede lid, artikel 7:6, derde lid.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris van de commissie bepaalt in overleg met de voorzitter plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en de raad in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    Door de voorzitter wordt beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet de secretaris namens hem daarvan mededeling aan de belanghebbenden en de raad.

Artikel 9 Uitnodiging zitting

  • 1.

    Door de secretaris worden de belanghebbenden en de raad ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uitgenodigd.

  • 2.

    Binnen drie dagen gelegen na de verzenddatum van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting éénmalig te wijzigen.

  • 3.

    De secretaris beslist uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting en doet hiervan mededeling aan de belanghebbenden en de raad.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 10 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    Indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet en de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden indien belanghebbenden instemmen met uitstel van het conform artikel 14 uit te brengen advies voor de duur van het onderzoek.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie,de raad en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, de raad en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tothet beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 13 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij de raad tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.

  • 2.

    Op die datum wordt de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften bij de raad, zoals vastgesteld door de raad op 1 juli 2006, ingetrokken.

  • 3.

    Benoemingen van commissieleden op grond van de in het tweede lid aangeduide Verordening vervallen bij inwerkingtreding van deze verordening.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften bij de raad.