Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Barneveld

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Barneveld
Officiële naam regelingVerordening brandveiligheid en hulpverlening
CiteertitelVerordening brandveiligheid en hulpverlening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Brandweerwet 1985, art. 1, tweede lid 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-200501-10-2010

01-02-2005

-

Tekst van de regeling

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressie:

    • 1.

      het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • 3.

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 2 van de Wet rampen en zware ongevallen;

  • b.

    pro actie en preventie:

    • 1.

      het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2.

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 2 van de Wet rampen en zware ongevallen;

    • 3.

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    • 4.

      de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behalve de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van de volgende taken: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg;

  • 2.

    andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

    • a.

      het beperken en bestrijden van die milieu-incidenten waarbij sprake is van gevaarlijke stoffen;

    • b.

      andere werkzaamheden door burgemeester en wethouders aan de gemeentelijke brandweer toegewezen.

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een uitvoeringsprogramma brandveiligheid vast dat gebaseerd is op de uitgangspunten zoals verwoord in het beleidsplan Brandweer. Dit uitvoeringsprogramma omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen, en uit te voeren activiteiten, die beschikbaar zijn voor de uitvoering van pro actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.

Artikel 5 Regionale taken

  • 1

    Naast de in de artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, is de alarmering van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer overgedragen.

  • 2

    Daarnaast verricht de regionale brandweer een adviesrol bij de volgende taken:

    • a.

      pro-actie (gedeeltelijke advisering over o.a. stedenbouwkundige hoofdstructuur, inclusief hoofdwegennet, hoogbouw en ondergrondse bouw, bosbrandrisico's, transport en routering stoffen);

    • b.

      preparatie (advisering over centrale inkoop brandweermaterieel, oefenen, rampenbestrijdingsplannen, kwaliteitszorg);

    • c.

      voorlichting bij (grootschalige) incidenten;

    • d.

      bedrijfsvoeringondersteuning (advisering over rechtspositionele en arbeidsrechtelijke kwesties).

Artikel 6 Personeel

  • 1.

    Het personeel van de gemeentelijke brandweer bestaat uit:

    • a.

      één commandant (tevens hoofd van de gemeentelijke afdeling);

    • b.

      één coördinator tevens plaatsvervangend commandant voor niet repressieve zaken;

    • c.

      personeel dat is aangesteld om bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;

    • d.

      personeel dat, na vrijwillige beschikbaarstelling, is aangesteld om anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten.

  • 2.

    De opbouw van de uitrukposten is als volgt:

    • a.

      Voor de post Barneveld:

      • 1.

        een postcommandant;

      • 2.

        een plaatsvervangend postcommandant;

      • 3.

        maximaal 32 medewerkers waarvan tenminste zeven bevelvoerders.

    • b.

      Voor de post Voorthuizen:

      • 1.

        een postcommandant;

      • 2.

        een plaatsvervangend postcommandant;

      • 3.

        maximaal 21 medewerkers waarvan tenminste drie bevelvoerders.

    • c.

      Voor de posten Garderen, Kootwijkerbroek en Zwartebroek:

      • 1.

        een postcommandant;

      • 2.

        een plaatsvervangend postcommandant;

      • 3.

        maximaal 15 medewerkers waarvan tenminste twee bevelvoerders.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn. Op basis van het beleidsplan Brandweer stellen zij een uitvoeringsprogramma opleiden en oefenen vast.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 9 Materieel

  • 1.

    Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:

    • 6 tankautospuiten lage druk/hoge druk

    • 1 redvoertuig(ingaande najaar 2004)

    • 1 hulpverleningsvoertuig

    • 7 personeel/materieelwagens

    • 1 dienstauto voor de officier van dienst

    • 1 dienstauto tevens inzetbaar voor de regionale functie Commandant van Dienst

    • 2 algemene dienstauto's

    • 1 haakarmbakvoertuig met 1 haakarmbak. Daarnaast kan de gemeentelijke brandweer gebruik maken van materieel dat door de regionale brandweer ter beschikking is gesteld.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 2005.

  • 2.

    Op dat tijdstip wordt de Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 1989, nr 89-107a.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders 1 februari 2005.

De burgemeester, De secretaris,

Toelichting

De Brandweerwet legt de gemeenten de verplichting op om te beschikken over een gemeentelijke brandweer. De taken, inrichting en het beheer over de brandweer dienen bij verordening geregeld te zijn.

Artikel 1.

Hier worden de begrippen repressie, pro actie en preventie nader uitgelegd. De andere elementen van de veiligheidsketen preparatie en nazorg zitten hierin opgesloten. Uitleg van de in dit artikel gebruikte begripsomschrijvingen is noodzakelijk om de afbakening van de taken aan te geven tussen brandweer en andere gemeentelijke afdelingen.

Artikel 3.

In dit artikel worden de aan de brandweer opgedragen taken genoemd. Naast de gemeentelijke brandweer is er de regionale brandweer. Het is dus van belang om goed te regelen wie welke taken uitvoert.

Artikel 4.

In dit artikel wordt de koppeling gelegd tussen het beleidsplan Brandweer, het jaarprogramma en de begroting van de brandweer.

Artikel 5.

De regionale brandweer vervult een aantal wettelijk opgedragen taken. Naast deze taken wordt de regio bij bepaalde werkzaamheden van de gemeentelijke brandweer ingeschakeld om advies te geven.

Artikel 6.

In de verordening wordt opgenomen dat de organisatie bestaat uit medewerkers in dagdienst en vrijwilligers.

In de verordening van 1989 was de bepaling opgenomen dat de post Barneveld naast de postcommandant en plaatsvervangend postcommandant bestond uit 31 medewerkers. Om praktische redenen (groepsindeling en bezetting voertuigen) is enkele jaren geleden het aantal van 31 uitgebreid naar 32. Dit moet nog in de verordening worden opgenomen.

Artikel 7.

Ook hier wordt weer een koppeling gemaakt tussen het beleidsplan Brandweer, het jaarprogramma en de begroting van de brandweer.

Artikel 9.

Naast eigen voertuigen maakt de gemeentelijke brandweer voor de uitvoering van regionale taken gebruik van regionaal materieel.