Overheidsorganisatie | Gemeente Barneveld |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Afvalstoffenheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2016 | Artt. 1, 9 en 11 | 17-12-2013 Barneveldse krant, 19 december 2013 | Afvalstoffenheffing 2014 | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | aanhangig | 13-11-2012 Barneveldse Krant, 22 november 2012 | heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013 | |
13-11-2008 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 30-10-2008 - | 08-74b |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Onder de naam ‘Afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar €274,--.
De belasting bedraagt voor elke container boven het normale aantal verstrekte containers, bestaande uit één grijze restafvalcontainer en één groene groente, fruit en tuinafvalcontainer, €137,-- per belastingjaar.
Voor een perceel dat in een belastingjaar door ten hoogste één persoon gelijktijdig is bewoond, wordt een tarief toegepast van 60% van het in artikel 4 bedoelde tarief, met dien verstande dat het bedrag van de aanslag wordt afgerond op € 0,60 naar boven.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
De aanslagen moeten worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaltermijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen meer is dan €50,-- doch minder is dan €5.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
In afwijking in zoverre van het eerste en het tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen minder is dan €50,-- doch meer is dan €5.000,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn, welke termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De "verordening afvalstoffenheffing 2013" van 13 november 2012, nr. 12-79b, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening kan worden aangehaald als `Verordening afvalstoffenheffing 2014'.
Deze verordening is vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2013, nr 13-90b en gepubliceerd ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet d.d. 19 december 2013