Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening begrafenisrechten 2006 |
Citeertitel | Verordening begrafenisrechten 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2008 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 30-10-2008 - | 08-74g |
Onder de naam begrafenisrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 3 maatstaf van de heffing
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals opgenomen in deze verordening.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht
Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van dertig jaar in een graf te doen begraven of in een daartoe bestemde ruimte urnen te doen plaatsen, wordt een recht van € 1.764,-- geheven. Voor het begraven van een alleenstaande of een ongehuwd kind van een ouderpaar kan het grafrecht voor een termijn van veertig jaar worden uitgegeven. Het hiervoor genoemde recht wordt dan met een derde verhoogd.
Wanneer in een graf minder dan drie lijken kunnen worden begraven of in een urnenruimte minder dan drie urnen kunnen worden geplaatst, wordt zoveel derde van het in het eerste lid genoemde recht geheven als er lijken in dat graf kunnen worden begraven, of urnen in die ruimte kunnen worden geplaatst.
Bij elke verlenging, met een tijdvak van tien jaren, wordt per keer een recht geheven, gelijk een eénderde van het voor dat graf of die urnenruimte ingevolge de bovenstaande leden van dit artikel alsdan geldende tarief. Eerder dan bij het verstrijken van de tijdstermijn van dertig jaar kan genoemde verlenging met tien jaren plaatsvinden bij overlijden van de laatste ouder.
Voor elke in- en overschrijving op naam van een rechthebbende van het uitsluitend recht tot begraven of het plaatsen van urnen wordt een recht van € 4,50 geheven.
Voor een vergunning tot het aanbrengen van een voorwerp, gedenkteken en dergelijke op een graf of op een urnenruimte wordt een recht van € 107,-- geheven.
Voor het begraven van een lijk of het plaatsen van een urn vóór 9.00 uur en na 15.00 uur wordt boven het recht, bedoeld in artikel 8, een recht geheven van € 124,-- tenzij het begraven of het plaatsen van de urn vóór 9.00 uur en na 15.00 uur door de burgemeester in het belang van de openbare orde of de gezondheid wordt gelast.
Voor het luiden van de klokken van de burgerlijke gemeente vóór, gedurende of na een begrafenis wordt een recht van € 34,50 geheven.
Ingeval het betreft het aanbrengen van een voorwerp, gedenkteken en dergelijke op een algemeen graf, wordt het recht, als bedoeld in artikel 7, verhoogd met een bedrag van € 308,-- voor de afkoop van het onderhoud gedurende een tijdvak van tien jaren.
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 17 tijdstip van betaling
De rechten moeten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving, nota of ander schriftuur.
Voor het begraven van een lijk van een pasgeboren kind, dat in dezelfde kist met de moeder wordt begraven, wordt geen recht geheven.
De rechten als bedoeld in de artikelen 10 en 11 worden niet geheven, indien de opgraving van het lijk op rechterlijk bevel geschiedt.
Artikel 20 bijzondere bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt het plaatsen van een urn in een graf gelijkgesteld met het begraven van een lijk.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
eigen graf: een graf ten aanzien waarvan voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om daarin te doen begraven;
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
eigen urnenruimte: een ruimte ten aanzien waarvan voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om aldaar urnen te doen plaatsen;
Artikel 23 nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.
Artikel 26 inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening begrafenisrechten 1997' van 17 december 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 2 maart 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.