Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barneveld

Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarneveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels urgentieverlening Barneveld
CiteertitelBeleidsregels urgentieverlening Barneveld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-08-2014Onbekend.

18-12-2012

Barneveld, 20 december 2012

urgentie
15-01-200801-01-2013nieuwe regeling

15-01-2008

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Beleidsregels urgentieverlening Barneveld 2013

Burgemeester en wethouders van Barneveld;

Gelet op artikel 12 van de Huisvestingsverordening;

BESLUITEN

vast te stellen de Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Beleidsregels urgentieverlening Barneveld 2013

INHOUDSOPGAVE:

Artikel 1 Definities. 2

Artikel 2 Aanvraag. 2

Artikel 3 Afbakening. 2

Artikel 4 Leges. 2

Artikel 5 Bewijsstukken. 2

Artikel 6 Algemene bepalingen over urgenties. 2

Artikel 7 Advisering door adviesorgaan. 3

Artikel 8 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de sociale urgentie. 3

Artikel 9 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de financiële urgentie. 3

Artikel 10 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de medische urgentie. 3

Artikel 11 Uitsluitingen. 3

Artikel 12 Urgentieverlening. 4

Artikel 13 Inkomen en vermogen. 4

Artikel 14 Procedure toewijzing woningen. 4

Artikel 15 Eisen woonprofiel 4

Artikel 16 Intrekken of vervallen van de urgentie. 4

Artikel 17 Hardheidsclausule. 4

Artikel 18 Inwerkingtreding. 5

Artikel 19 Citeertitel 5

Toelichting Beleidsregels urgentieverlening Barneveld. 6  

December 2012

Afdeling Werk, Zorg en Inkomen Burgemeester en wethouders van Barneveld;

 Artikel 1 Definities

a.

verordening:

de Huisvestingsverordening;

b.

college:

het college van burgemeester en wethouders van Barneveld;

c.

ingezetene:

de meerderjarige die in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) van de gemeente Barneveld is opgenomen en het feitelijke hoofdverblijf heeft in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte;

d.

adviesorgaan:

het door de gemeente Barneveld aangewezen orgaan voor advisering in het kader van urgentieaanvragen;

e.

woningstichting:

de Woningstichting Barneveld.

Artikel 2 Aanvraag

Degene die dringend behoefte heeft aan (andere) woonruimte, verder te noemen de aanvrager, kan aan het college verzoeken hem een urgentie te verstrekken.

Artikel 3 Afbakening

Om voor urgentie in aanmerking te komen moet de aanvrager in ieder geval aan de volgende criteria voldoen:

a. de aanvrager moet voorafgaand aan de aanvraag tenminste twee jaar aaneengesloten ingezetene zijn en:

b. de aanvrager heeft de Nederlandse nationaliteit of beschikt over een geldige verblijfstitel.

Artikel 4 Leges

1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een urgentie worden leges geheven.

Artikel 5 Bewijsstukken

1. De aanvraag voor een urgentie wordt ingediend bij het college en gaat in ieder geval vergezeld van de volgende bewijsstukken met betrekking tot:

het aantal woningen waarop door middel van woonbonnen is gereageerd;

overige inspanningen om zelf in woonruimte te voorzien;

het belastbare jaarinkomen en het vermogen in het jaar voorafgaand aan de aanvraag;

huurovereenkomst, koopovereenkomst of gedoogverklaring;

2. Bij echtscheiding, verbreking samenwoning of geregistreerd partnerschap worden bewijsstukken overgelegd met betrekking tot:

a. relevante stukken over de echt- en boedelscheiding, alimentatie en gezag over kinderen;

b. bewijs waaruit blijkt dat de aanvrager geen aanspraak kan maken op de voorheen gezamenlijk bewoonde woning.

Artikel 6 Algemene bepalingen over urgenties

Bij de behandeling van de aanvraag moet vastgesteld worden dat:

a. de aanvrager niet in staat kan worden geacht om zelf binnen zes maanden in woonruimte te voorzien en;

b. de woonproblemen aantoonbare gevolgen hebben voor het functioneren van de aanvrager en dat de toewijzing van een andere woning een substantiële bijdrage levert aan de oplossing van de woonproblemen en;

c. de aanvrager kan aantonen dat een maximale eigen inspanning is geleverd om zelf een passende woning te vinden.

Artikel 7 Advisering door adviesorgaan

Na ontvangst van de aanvraag wordt er advies gevraagd aan het adviesorgaan wanneer de aanvrager ingezetene is van deze gemeente, de problemen niet primair veroorzaakt worden door de uitsluitingsgronden uit artikel 11 en er wordt voldaan aan artikel 6 van de beleidsregels. Er wordt aan het adviesorgaan verzocht om te beoordelen of er sprake is van een dringende behoefte aan een andere woning op basis waarvan een sociale, medische of financiële urgentie verleend kan worden. Het uitgebrachte advies wordt door het college meegewogen in haar besluit.

Artikel 8 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de sociale urgentie

1. Er is sprake van een sociale urgentie in geval van een acute, onvoorziene en niet verwijtbare noodsituatie of dreigende dakloosheid, veelal gecombineerd met andere (psychosociale) aspecten.

2. Er wordt bij echtscheiding, verbreking samenwoning of verbreking geregistreerd partnerschap, geen urgentie verleend, tenzij er sprake is van de situatie als bedoeld in het eerste lid én tevens aan alle volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan:

a. er is sprake van aantoonbare zorg voor een of meer minderjarige kinderen, welke zorg niet (al dan niet tijdelijk) door een ander opgevangen kan worden en;

b. aanvrager heeft niet vrijwillig een woning verlaten en;

c. de aanvrager kan geen aanspraak maken op de woning waaruit men wil vertrekken.

Bovendien kan slechts één van de scheidende partijen in aanmerking komen voor urgentie.

3. Bij een aanvrager van 65 jaar of ouder kunnen uit het onderzoek specifieke omstandigheden blijken, die mee kunnen wegen voor het verlenen van een urgentie. Die specifieke omstandigheden zijn:

a. angst;

b. vereenzaming/sociaal isolement;

c. verwaarlozing door afzwakking van mentale en fysieke functies (bijv. huis- en tuin activiteiten).

Artikel 9 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de financiële urgentie

1. Als door niet verwijtbare omstandigheden de woonlasten voor de huidige huur- dan wel koopwoning niet meer kunnen worden voldaan, kan er sprake zijn van een financiële urgentie.

2. De omstandigheden in het vorige lid mogen geen gevolg zijn van echtscheiding, verbreking samenwoning of verbreking geregistreerd partnerschap.

Artikel 10 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de medische urgentie

1. Er is sprake van een medische urgentie in geval van ernstige onhoudbare fysieke-, psychiatrische- of psychische problematiek en;

a. de vastgestelde problematiek heeft een duidelijke relatie met de woonsituatie in de huidige woning en;

b. de vastgestelde problematiek heeft een chronisch karakter en;

c. er is sprake van ernstige hinder of belemmeringen voor het functioneren in de woning.

2. Indien in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning een verhuisindicatie is gegeven kan deze gelden als medische urgentie wanneer ook aan de urgentiecriteria zoals genoemd in het eerste lid onder sub a, b en c is voldaan.

Artikel 11 Uitsluitingen

1. Er wordt geen urgentie verleend indien op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat een nieuwe woning noodzakelijk zou worden en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodsituatie. De beoordeling wordt afgestemd op het individuele geval.

2. Er wordt geen urgentie verleend wanneer de huisvestingsproblematiek primair veroorzaakt wordt door:

a. dreigende dakloosheid door eigen toedoen / woningontruiming;

b. terugkeer naar de gemeente en/of familie na echtscheiding elders;

c. terugkeer of komst naar de gemeente op medische gronden, tenzij alleen een woning in de gemeente Barneveld als enige oplossing overblijft. Deze noodzaak moet worden aangetoond door aanvrager;

d. inwoning/kamerbewoning;

e. zwangerschap;

f. burenruzie/hinder/overlast;

g. huurschuld of schadevordering woningstichting;

h. gezins- of familieproblematiek;

i. gezinshereniging;

j. maatschappelijke binding;

k. remigratie;

l. onregelmatige werktijden / reisafstand werk / economische binding;

m. vrijwillige verlating van een woning;

n. lange wachttijd reguliere toewijzing n.a.v. woonbonnen/ reactie via internet;

o. terugkeer na detentie.

3. Een combinatie van factoren, zoals genoemd in het tweede lid, kan wel aanleiding zijn voor een urgentie. In geval van combinatie van factoren kan urgentie worden toegekend indien de gevolgen van de woonsituatie dermate ernstig zijn dat voortzetting niet van de aanvrager gevergd kan worden. Het college kan ten behoeve van de beoordeling het adviesorgaan om advies vragen.

Artikel 12 Urgentieverlening

1. De woningstichting wordt geïnformeerd als aan de aanvrager een urgentie wordt verleend. Het college verstrekt op of bij de urgentieverklaring de volgende informatie:

de urgentie zoals bedoeld in de artikelen 8, 9, 10;

het woonprofiel, indien van toepassing;

het belastbare jaarinkomen en het vermogen van de woningzoekende;

het aantal personen waaruit het huishouden van de woningzoekende bestaat;

eventuele bijzondere omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de woningtoewijzing.

2. De urgentieverlening mag het toewijzingsbeleid van de gemeente en/of de woningstichting niet doorkruisen.

Artikel 13 Inkomen en vermogen

Er geldt geen inkomens- en vermogensgrens voor de aanvraag urgentieverlening, maar wel bij de toewijzing van woningen door de woningstichting.

Artikel 14 Procedure toewijzing woningen

1. Urgent woningzoekenden krijgen zo snel mogelijk, doch in ieder geval binnen 6 maanden na bekendmaking van het besluit, van de woningstichting een passende woning aangeboden. Dit is de eerst beschikbaar komende passende woning.

2. Waar mogelijk wordt er rekening gehouden met woonwensen.

3. Indien binnen 6 maanden geen woning is toegewezen die aan de eisen voldoet, of wanneer na 3 maanden al voorzienbaar is dit niet zal lukken, vindt overleg plaats tussen de woningstichting, de aanvrager en eventueel het adviesorgaan als bedoeld in artikel 6 om te komen tot een voorlopige oplossing, dan wel dat gekozen wordt voor uitstel.

Artikel 15 Eisen woonprofiel

1. Bij de vaststelling van een medische urgentie dient in het advies duidelijk naar voren te komen waaraan de toe te wijzen woning in verband met de medische urgentie moet voldoen: het pakket van eisen. Toewijzing vindt plaats op basis van dit pakket van eisen.

2. De leeftijd 55 jaar, respectievelijk 65 jaar, is niet zonder meer een reden voor toewijzing van een seniorenwoning dan wel een aanleunwoning, tenzij sprake is van psychosociale omstandigheden.

3. Bij de overige urgenties vindt toewijzing plaats conform de normale uitgangspunten voor de passendheid van woningen.

4. Waar sprake is van een mogelijke combinatie van urgenties wordt altijd een afweging ten aanzien van het te omschrijven woonprofiel gemaakt.

Artikel 16 Intrekken of vervallen van de urgentie

1. In de volgende gevallen wordt de urgentie ingetrokken:

a. indien de urgentie is gebaseerd op onjuiste of onvolledige gegevens waarvan de aanvrager redelijkerwijs op de hoogte kon zijn;

b. indien de omstandigheden, na verlening van de urgentie, doch vóór het woningaanbod, dermate wijzigen dat er geen urgentie verleend was indien deze omstandigheden hadden plaatsgevonden voor verlening van urgentie.

2. In de volgende gevallen komt de urgentie te vervallen:

a. wanneer een passend woningaanbod wordt geweigerd, waartoe gerekend wordt dat het woningaanbod afwijkend is van de woonwens.

b. na acceptatie van een aangeboden woning.

 Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze regeling als toepassing daarvan leidt tot een onaanvaardbare situatie.

Artikel 18 Inwerkingtreding

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2013.

2. Op die datum worden de Beleidsregels urgentieverlening Barneveld, zoals vastgesteld door het college op 15 januari 2008, ingetrokken.

Artikel 19 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels urgentieverlening Barneveld.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op

drs. D. Bakhuizen dr. J.W.A. van Dijk

secretaris burgemeester

Toelichting Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Algemene toelichting

In de gemeente Barneveld wordt voor de verdeling van huurwoningen het aanbodmodel woningzoekenden van 1997 gehanteerd.

Vrijkomende huurwoningen worden in dit model via een advertentie in de plaatselijke huis-aan-huiskrant aangeboden en op de website van de gemeente Barneveld. Door het insturen van een woonbon of reageren via internet kunnen woningzoekenden reageren op de advertenties. Het aanbodmodel wordt op basis van een convenant door de Woningstichting Barneveld uitgevoerd.

Als er noodsituaties ontstaan, kan het in individuele gevallen gerechtvaardigd zijn hiervan af te wijken. Daarom zijn er urgentiecriteria ontwikkeld die op grond van een onafhankelijk onderzoek kunnen leiden tot urgentieverlening en daardoor tot versnelde passende woningtoewijzing door de Woningstichting Barneveld. De toe te wijzen woning dient passend te zijn gelet op inkomen, gezinsgrootte en eventuele (medische) beperkingen.

Deze urgentiecriteria en bijbehorend gemeentebeleid zijn vastgelegd in de beleidsregels.

Zowel de rechtszekerheid van de aanvrager als de rechtszekerheid van de adviesorganen is hiermee gewaarborgd.

Bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht zijn ook van toepassing op deze beleidsregels. Daarom zijn een aantal algemene bepalingen (bijv. dat een besluit op een aanvraag wordt genomen) niet in deze regels opgenomen.

Artikel 1 Definities

Voor de definities is zoveel mogelijk aangesloten bij de in de Huisvestingswet en Huisvestingsverordening genoemde begrippen.

Het college heeft de afdeling Werk, Zorg en Inkomen (WZI) gemandateerd om de beleidsregels urgentieverlening Barneveld uit te voeren.

Uitzondering op feitelijk hoofdverblijf in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte is in geval van tijdelijke oplossing in bijvoorbeeld recreatiewoning korter dan 6 maanden.

Artikel 2 Aanvraag

De aanvraag wordt ingediend bij de gemeente Barneveld.

 Artikel 3 Afbakening

Dit artikel geeft door middel van enkele hoofdregels aan, wie er een beroep kunnen doen op urgentie. Dit artikel is het belangrijkste artikel van de beleidsregels. Wanneer niet aan deze eisen wordt voldaan, wordt er (behoudens mogelijke toepassing van de hardheidsclausule) geen urgentie verleend.

Alleen aanvragen van meerderjarige inwoners van de gemeent Barneveld die tenminste 2 jaar aaneengesloten ingezetene zijn, worden behandeld.

Ingezetenen zijn personen die in de gemeentelijke basisadministratie zijn opgenomen in de gemeente Barneveld en feitelijk hoofdverblijf hebben in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte (Huisvestingsverordening 2006, artikel 1.1. onder p).

Als sprake is van twee of meerdere personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren en waarvan tenminste één persoon de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, dan kan een aanvraag worden ingediend.

Als één van de meerderjarige inwoners korter dan twee jaar aaneengesloten ingezetene is, dan is dat geen belemmering. De leden 1 en 2 kunnen worden gecontroleerd aan de hand van de door de door de aanvrager aangeleverde stukken.

 Artikel 4 Leges

Om onnodige verzoeken om urgentie te voorkomen dan wel te beperken wordt gevraagd leges te betalen, voordat de behandeling wordt gestart. De leges worden vastgesteld in de tarieventabel van de Legesverordening. Ook bij een herhaalde aanvraag worden er leges in rekening gebracht.

 Artikel 5 Bewijsstukken

In dit artikel is opgenomen welke bewijsstukken de aanvrager moet meesturen bij de aanvraag. Deze bewijsstukken zijn nodig om te kunnen vaststellen hoe dringend de noodzaak is voor het verlenen van urgentie.

Een vereiste is dat de aanvrager zelf actief zoekt naar een woning. De aanvrager is immers zelf verantwoordelijk voor zijn huisvesting. Een bewijs daarvan kan onder andere bestaan uit een overzicht van woningen waarop is gereageerd. Dit overzicht kan de woningzoekende zelf via internet uitdraaien of de woningstichting kan daarvan een overzicht verstrekken. Een periode van maximaal 6 maanden voorafgaand van het besluit op aanvraag wordt meegenomen in het onderzoek in hoeverre de aanvrager zelf actief heeft gezocht naar een woning.

Met betrekking tot verbreking van een samenlevingsvorm dient de aanvrager de officiële bewijsstukken van rechtbank en/of notaris te overleggen, zoals:

- aanvraag om echtscheiding via de advocaat

- echtscheidingsbeschikking

- echtscheidingsconvenant

- bewijs van inschrijving echtscheiding of beëindiging partnerschap uit het GBA

- notariële akten van samenwoning / geregistreerd partnerschap en de verbreking hiervan

- relevante stukken over echt- en boedelscheiding, alimentatie en gezag over kinderen

- bij niet geregistreerde samenwoning moet worden aangetoond dat sprake is van een

gemeenschappelijke huishouding van tenminste 2 jaar d.m.v. inschrijving bij het GBA/afdeling

Publiekszaken.

Het inkomen en het vermogen zijn nodig wanneer er urgentie wordt verleend. De woningstichting heeft deze gegevens nodig voor het toewijzen van een passende woning.

Het secretariaat levert bij de toezending van de aanvraag zoveel mogelijk relevante stukken aan de adviseur. De adviseur bepaalt uiteindelijk welke bescheiden essentieel zijn om tot een zorgvuldige advisering te komen en vraagt met het oog daarop zo nodig aanvullende stukken aan de aanvrager.

Artikel 6 Algemene bepalingen over urgenties

Voordat inhoudelijke beoordeling van de aanvraag op grond van artikel 8 tot en met 10 plaatsvindt dient de belanghebbende te voldoen aan de algemene voorwaarden opgenomen in artikel 3 en dit artikel.

Artikel 7 Advisering door adviesorgaan

Voor het beoordelen van de mate van urgentie op financieel, sociaal en medische gronden wordt advies gevraagd bij een onafhankelijke, vakkundig adviesorgaan. Het adviesorgaan adviseert over de toepasselijkheid van artikelen 8, 9, 10 en 15.

Artikel 8 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de sociale urgentie

De huisvestingssituatie moet onhoudbaar (noodsituatie) zijn en moet binnen een half jaar (acuut) worden opgelost. Daarbij wordt gekeken naar de situatie op het moment dat de aanvraag voor urgentie wordt behandeld. Er kan niet in de toekomst worden gekeken, dus omstandigheden die zich mogelijk zullen gaan voordoen kunnen niet worden meegenomen.

Er moet ook sprake zijn van dringende sociale problematiek en een duidelijke relatie met de huisvestingssituatie. Toewijzing van een andere woning is een oplossing van het probleem.

Daarbij is het niet de bedoeling dat een andere woning gebruikt wordt als tijdelijke oplossing of verplaatsing van problemen.

Verbreking van een samenlevingsvorm is geen reden voor urgentie. Als het huisvestingsprobleem primair is ontstaan door het verbreken van een samenlevingsvorm, is het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de aanvrager om zelf in andere huisvesting te voorzien. De ouder die de zorg heeft voor de kinderen zal over het algemeen de woning toegewezen krijgen wanneer hij of zij de rechter daarom vraagt. De ander kan meestal zelfstandig in huisvesting voorzien. Het is van belang dat de partners gezamenlijk hun zaken goed regelen of dit via de rechter afdwingen. Iemand die zelf vrijwillig met de kinderen de woning verlaat, kan het ontstane huisvestingsprobleem niet afwentelen op de gemeente / woningstichting. Om deze reden zijn de aanvullende eisen opgenomen. Nadrukkelijk moet er eerst sprake zijn van een onhoudbare situatie en daarna wordt pas beoordeeld of er wordt voldaan aan de aanvullende voorwaarden.

Vanzelfsprekend moet de aanvrager al het mogelijke hebben gedaan om het woonrecht in de oude woning te behouden, tenzij dit aantoonbaar op juridische- en/of financiële gronden niet haalbaar is gebleken.

In geval van co-ouderschap kan slechts één partij in aanmerking komen voor urgentie.

Dit betekent dat in het geval beide ouders in gelijke mate de zorg voor een kind hebben en beiden de gezamenlijke woning verlaten door henzelf een aantoonbare keus moet worden gemaakt wie de aanvraag indient. Zo nodig moet dit formeel worden vastgelegd in een convenant. Hiermee wordt voorkomen dat beide partners een huurwoning kunnen claimen.

Voor een aanvrager, die 65 jaar of ouder is, geldt in de praktijk dat strikte toepassing van de criteria moeilijk tot urgentie kan leiden omdat de moeilijk objectiveerbare belemmeringen onvoldoende ernstig zijn. Daarom kunnen alleen bij deze groep aanvragers de specifiek genoemde omstandigheden meewegen, waardoor een urgentie sneller tot de mogelijkheden behoort.

Artikel 9 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de financiële urgentie

Het kan zijn dat de aanvrager om financiële redenen in een noodsituatie verkeert. Er kan dan reden zijn om urgentie te verlenen. Sprake kan zijn van bijvoorbeeld werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of faillissement waardoor het inkomen structureel is gedaald. Veelal gaat dit gepaard met schuldsituaties op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).

Wel geldt hierbij dat niet vergeten moet worden dat de situatie eerst aan artikel 5 getoetst moet worden.

Wanneer de aanvrager een tijdelijke woonkostentoeslag op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ontvangt met de verplichting om te zoeken naar goedkopere woonruimte. Dit wordt meegenomen in het advies met betrekking tot de verlening van een eventuele financiële urgentie.

Artikel 10 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de medische urgentie

Centraal staat dat hier sprake is van een vastgestelde fysieke medische aandoening. Psychische- en/of psychiatrische aandoeningen kunnen ook leiden tot een medische urgentie, dit wordt beoordeeld door het adviesorgaan.

Artikel 11 Uitsluitingen

In dit artikel worden praktijksituaties gegeven waarvoor zondermeer geen urgentie wordt verleend. Een combinatie van factoren die hier genoemd worden, kan wel weer aanleiding zijn voor een urgentie. Het college kan hiervoor advies opvragen bij de adviesorgaan.

 Artikel 12 urgentieverlening

Lid 1

Wanneer de aanvrager een urgentie wordt verleend, dan krijgt de aanvrager een beschikking. Voor de woningstichting wordt er een urgentieverklaring gemaakt. In dit artikel is opgenomen welke informatie er in de urgentieverklaring moet staan. Deze wordt opgestuurd aan de woningstichting. Hiermee weet de woningstichting op welke basis de urgentie is verleend en kan daarmee bepaald worden welke woning aan de aanvrager kan worden verhuurd.

Lid 2

De urgentieverlening mag het toewijzingsbeleid van de gemeente en/of de woningstichting niet doorkruisen. Hiermee wordt bedoeld dat er alleen bepaald wordt of er urgentie nodig is en aan welke minimale vereisten een woning moet voldoen. De gemeente mag zich verder niet bemoeien met de woningtoewijzing.

De woningstichting kan bij een bestaande huurschuld besluiten om een toegekende urgentieverklaring niet uit te voeren. Alvorens de urgente met huurschuld een woning aangeboden krijgt, dient de totale vordering te zijn betaald. Eventueel kan hiervan afgeweken worden, maar dat wordt op dat moment bekeken tenzij een substantieel deel van de huurschuld is betaald.

Als het gaat om een ontruiming wordt iemand, ondanks een eventuele urgentie, door de Woningstichting Barneveld niet meer gehuisvest in een huurwoning van de Woningstichting. In zeer bijzondere gevallen wordt hierop, in overleg, uitzondering gemaakt.

Artikel 13 Inkomen en vermogen

Er geldt geen inkomens- en/of vermogensgrens voor urgentieverlening. De hoogte van het inkomen en vermogen zijn echter wel van belang bij de toewijzing omdat door de Woningstichting wordt gekeken naar de huur van de woning (passendheidstoets). Het inkomen en vermogen worden daarom wel gevraagd op het aanvraagformulier voor urgentie. Mogelijk leidt een hoog inkomen of vermogen tot oordeel dat de aanvrager zelf in woonruimte kan voorzien (artikel 6).

Artikel 14 Procedure toewijzing woningen

Binnen zes maanden na besluitvorming vindt toewijzing van een woning plaats door de woningstichting. Als dit niet mogelijk is binnen deze periode, dan vindt overleg plaats met de aanvrager en eventueel het medische adviesorgaan.

Omdat men als urgent woningzoekende wordt aangemerkt, moet de aanvrager de eerst beschikbaar komende passende woning aanvaarden. Met woonwensen wordt waar mogelijk is rekening gehouden.

Artikel 15 Eisen woonprofiel

Bij de toewijzing wordt rekening gehouden met de eisen woonprofiel, vermeld in artikel 12. Toewijzing vindt plaats op basis van dit pakket van eisen. Dat wil zeggen welke woning past het beste bij de aanvrager. Het adviesorgaan adviseert het college over deze eisen. De eisen dienen daarom zodanig geformuleerd te worden dat dit voor de medewerk(st)ers die de toewijzing regelen (niet medisch geschoolde mensen) probleemloos helder is.

Bij sociale indicaties kan het voorkomen dat op grond van de sociale omstandigheden bepaalde eisen aan de toe te wijzen woning moeten worden gesteld. In de regel zal dit niet het geval zijn, maar bij wijze van uitzondering is dat mogelijk (voorbeeld: het kan sociaal noodzakelijk zijn dat het aantal benodigde slaapkamers groter is dan volgens de gebruikelijke normen bijvoorbeeld in verband met opvoedingsproblemen van een kind).

Voor senioren (55+) geldt dat dringende psychosociale omstandigheden mee kunnen wegen bij de eisen die aan de toe te wijzen reguliere-, senioren- , dan wel aanleunwoning worden gesteld. Ook de woonomgeving - dorpskern of wijk – kan hierbij een rol spelen. Alleen voor 65+kan in bijzondere gevallen een aanleunwoning worden geïndiceerd. Voor senioren van 55+ kan een indicatie voor een seniorenwoning of appartement met een lift afgegeven worden.

De medische en sociale adviseurs zullen goed op de hoogte moeten zijn van de gebruikelijke regels welke gelden voor de passendheid van woningen en het beschikbare aanbod van woonruimte.

Artikel 16 Intrekken of vervallen van de urgentie

In dit artikel is bepaald wanneer een urgentie wordt ingetrokken of komt te vervallen.

Intrekking van de urgentie in de situaties genoemd in het eerste lid wordt de aanvrager schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld.

Tegen dit besluit van het college kan binnen zes weken na dagtekening bezwaar worden gemaakt. De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze besluiten van toepassing.

Een bezwaarschrift wordt mondeling behandeld in een zitting van de onafhankelijke bezwarenadviescommissie urgentieverlening. Deze commissie geeft vervolgens een advies aan het college en die neemt vervolgens een beslissing.

Het vervallen van de urgentie in de situaties genoemd in het tweede lid gebeurt van rechtswege.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in zeer bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze regeling als toepassing daarvan leidt tot onaanvaardbare situaties. Van deze mogelijkheid wordt slechts zeer incidenteel gebruik gemaakt, onder meer ter voorkoming van precedentwerking.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2013. Aanvragen die voor inwerkingtreding van deze beleidsregels worden ingediend moeten afgehandeld worden aan de hand voor de beleidsregels die golden voor 1 januari 2013.

Artikel 19 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.