Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Barneveld

Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Barneveld
Officiële naam regelingBeleidsregels urgentieverlening Barneveld
CiteertitelBeleidsregels urgentieverlening Barneveld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-200801-01-2013nieuwe regeling

15-01-2008

-

Tekst van de regeling

Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Burgemeester en wethouders van Barneveld;

Gelet op artikel 12 van de Huisvestingsverordening;

BESLUITEN

vast te stellen de Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Artikel 1 Definities

  • a.

    verordening: de Huisvestingsverordening;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Barneveld;

  • c.

    ingezetene: de meerderjarige die in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) van de gemeente Barneveld, Nijkerk of Scherpenzeel is opgenomen en het feitelijke hoofdverblijf heeft in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte;

  • d.

    adviesorgaan: het door de gemeente Barneveld aangewezen orgaan voor advisering in het kader van urgentieaanvragen;

  • e.

    woningstichting: de Woningstichting Barneveld.

Artikel 2 Aanvraag

Degene die dringend behoefte heeft aan (andere) woonruimte, verder te noemen de aanvrager, kan aan het college verzoeken hem een urgentie te verstrekken.

Artikel 3 Afbakening

Om voor urgentie in aanmerking te komen moet de aanvrager in ieder geval aan de volgende criteria voldoen:

  • a.

    de aanvrager moet voorafgaand aan de aanvraag tenminste twee jaar aaneengesloten ingezetene zijn en:

  • b.

    de aanvrager heeft de Nederlandse nationaliteit of beschikt over een geldige verblijfstitel.

Artikel 4 Leges

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een urgentie worden leges geheven.

  • 2.

    Wanneer urgentie wordt toegekend en de aangeboden woning wordt geaccepteerd, wordt op verzoek, de helft van de leges terugbetaald.

  • 3.

    Terugbetaling van leges vindt niet plaats bij weigering van een aangeboden woning en wanneer de urgentie niet wordt verleend.

  • 4.

    Als een urgentie wordt toegekend na een herhaalde aanvraag binnen één jaar, worden de in rekening gebrachte leges voor de herhaalde aanvraag - op verzoek - volledig terugbetaald.

Artikel 5 Bewijsstukken

  • 1.

    De aanvraag voor een urgentie wordt ingediend bij het college en gaat in ieder geval vergezeld van de volgende bewijsstukken met betrekking tot:

    • a.

      het aantal woningen waarop door middel van woonbonnen is gereageerd;

    • b.

      overige inspanningen om zelf in woonruimte te voorzien;

    • c.

      het belastbare jaarinkomen en het vermogen in het jaar voorafgaand aan de aanvraag;

    • d.

      huurovereenkomst, koopovereenkomst of gedoogverklaring;

    • e.

      uittreksel uit de basisadministratie wanneer de aanvrager afkomstig is uit de gemeenten Nijkerk of Scherpenzeel.

  • 2.

    Bij echtscheiding, verbreking samenwoning of geregistreerd partnerschap worden bewijsstukken overgelegd met betrekking tot:

    • a.

      relevante stukken over de echt- en boedelscheiding, alimentatie en gezag over kinderen;

    • b.

      bewijs waaruit blijkt dat de aanvrager geen aanspraak kan maken op de voorheen gezamenlijk bewoonde woning.

Artikel 6 Advisering door adviesorgaan

Na ontvangst stuurt het college de aanvraag naar het adviesorgaan, met het verzoek om te beoordelen of er sprake is van een dringende behoefte aan een andere woning op basis waarvan een sociale, medische of financiële urgentie verleend kan worden. Het uitgebrachte advies wordt door het college meegewogen in haar besluit.

Artikel 7 Algemene bepalingen over urgenties

Bij de behandeling van de aanvraag moet vastgesteld worden dat:

  • a.

    de aanvrager niet in staat kan worden geacht om zelf binnen zes maanden in woonruimte te voorzien en;

  • b.

    de woonproblemen aantoonbare gevolgen hebben voor het functioneren van de aanvrager en dat de toewijzing van een andere woning een substantiële bijdrage levert aan de oplossing van de woonproblemen en;

  • c.

    de aanvrager kan aantonen dat een maximale eigen inspanning is geleverd om zelf een passende woning te vinden.

Artikel 8 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de sociale urgentie

  • 1.

    Er is sprake van een sociale urgentie in geval van een acute, onvoorziene en niet verwijtbare noodsituatie of dreigende dakloosheid, veelal gecombineerd met andere (psychosociale) aspecten.

  • 2.

    Er wordt bij echtscheiding, verbreking samenwoning of geregistreerd partnerschap, geen urgentie verleend, tenzij er sprake is van de situatie als bedoeld in het eerste lid én tevens aan alle volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      er is sprake van aantoonbare zorg voor een of meer minderjarige kinderen, welke zorg niet (al dan niet tijdelijk) door een ander opgevangen kan worden en;

    • b.

      aanvrager heeft niet vrijwillig een woning verlaten en;

    • c.

      de aanvrager kan geen aanspraak maken op de woning waaruit men wil vertrekken. Bovendien kan slechts één van de scheidende partijen in aanmerking komen voor urgentie.

  • 3.

    Bij een aanvrager van 65 jaar of ouder kunnen uit het onderzoek specifieke omstandigheden blijken, die mee kunnen wegen voor het verlenen van een urgentie. Die specifieke omstandigheden zijn:

    • a.

      angst;

    • b.

      vereenzaming/sociaal isolement;

    • c.

      verwaarlozing door afzwakking van mentale en fysieke functies (bijv. huis- en tuin activiteiten).

Artikel 9 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de financiële urgentie

  • 1.

    Als door niet verwijtbare omstandigheden de woonlasten voor de huidige huur- dan wel koopwoning niet meer kunnen worden voldaan, kan er sprake zijn van een financiële urgentie.

  • 2.

    De omstandigheden in het vorige lid mogen geen gevolg zijn van echtscheiding, verbreking samenwoning of geregistreerd partnerschap.

Artikel 10 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de medische urgentie

  • 1.

    Er is sprake van een medische urgentie in geval van ernstige onhoudbare fysieke-, psychiatrische- of psychische problematiek en;

    • a.

      de vastgestelde problematiek heeft een duidelijke relatie met de woonsituatie in de huidige woning en;

    • b.

      de vastgestelde problematiek heeft een chronisch karakter en;

    • c.

      er is sprake van ernstige hinder of belemmeringen voor het functioneren in de woning.

  • 2.

    Indien in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning een verhuisindicatie is gegeven kan deze gelden als medische urgentie wanneer ook aan de urgentiecriteria zoals genoemd in het eerste lid onder sub a, b en c is voldaan.

Artikel 11 Uitsluitingen

  • 1.

    Er wordt geen urgentie verleend indien op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat een nieuwe woning noodzakelijk zou worden en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodsituatie. De beoordeling wordt afgestemd op het individuele geval.

  • 2.

    Er wordt geen urgentie verleend wanneer de huisvestingsproblematiek primair veroorzaakt wordt door:

    • a.

      dreigende dakloosheid door eigen toedoen / woningontruiming;

    • b.

      terugkeer naar de gemeente en/of familie na echtscheiding elders;

    • c.

      terugkeer of komst naar de gemeente op medische gronden, tenzij alleen een woning in de gemeente Barneveld als enige oplossing overblijft. Deze noodzaak moet worden aangetoond door aanvrager;

    • d.

      inwoning/kamerbewoning;

    • e.

      zwangerschap;

    • f.

      burenruzie/hinder/overlast;

    • g.

      huurschuld of schadevordering woningstichting;

    • h.

      gezins- of familieproblematiek;

    • i.

      gezinshereniging;

    • j.

      maatschappelijke binding;

    • k.

      remigratie;

    • l.

      onregelmatige werktijden / reisafstand werk / economische binding;

    • m.

      vrijwillige verlating van een woning;

    • n.

      lange wachttijd reguliere toewijzing n.a.v. woonbonnen;

    • o.

      terugkeer na detentie.

  • 3.

    Een combinatie van factoren, zoals genoemd in het tweede lid, kan wel aanleiding zijn voor een urgentie. Dit wordt vastgesteld in het onderzoek van het adviesorgaan.

Artikel 12 Urgentieverlening

  • 1.

    De woningstichting wordt geïnformeerd als aan de aanvrager een urgentie wordt verleend. Het college verstrekt op of bij de urgentieverklaring de volgende informatie:

    • a.

      de urgentie zoals bedoeld in de artikelen 8, 9, 10;

    • b.

      het woonprofiel, indien van toepassing;

    • c.

      het belastbare jaarinkomen en het vermogen van de woningzoekende;

    • d.

      het aantal personen waaruit het huishouden van de woningzoekende bestaat;

    • e.

      eventuele bijzondere omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de woningtoewijzing.

  • 2.

    De urgentieverlening mag het toewijzingsbeleid van de gemeente en/of de woningstichting niet doorkruisen.

Artikel 13 Inkomen en vermogen

Er geldt geen inkomens- en vermogensgrens voor urgentieverlening.

Artikel 14 Procedure toewijzing woningen

  • 1.

    Urgent woningzoekenden krijgen zo snel mogelijk, doch in ieder geval binnen 6 maanden na bekendmaking van het besluit, van de woningstichting een passende woning aangeboden. Dit is de eerst beschikbaar komende passende woning.

  • 2.

    Met woonwensen wordt geen rekening gehouden.

  • 3.

    Indien binnen 6 maanden geen woning is toegewezen die aan de eisen voldoet, of wanneer na 3 maanden al voorzienbaar is dit niet zal lukken, vindt overleg plaats tussen de woningstichting, de aanvrager en eventueel het adviesorgaan als bedoeld in artikel 6 om te komen tot een voorlopige oplossing, dan wel dat gekozen wordt voor uitstel.

Artikel 15 Eisen woonprofiel

  • 1.

    Bij de vaststelling van een medische urgentie dient in het advies duidelijk naar voren te komen waaraan de toe te wijzen woning in verband met de medische urgentie moet voldoen: het pakket van eisen. Toewijzing vindt plaats op basis van dit pakket van eisen.

  • 2.

    De leeftijd 55 jaar, respectievelijk 65 jaar, is niet zonder meer een reden voor toewijzing van een seniorenwoning dan wel een aanleunwoning, tenzij sprake is van psychosociale omstandigheden.

  • 3.

    Bij de overige urgenties vindt toewijzing plaats conform de normale uitgangspunten voor de passendheid van woningen.

  • 4.

    Waar sprake is van een mogelijke combinatie van urgenties wordt altijd een afweging ten aanzien van het te omschrijven woonprofiel gemaakt.

Artikel 16 Intrekken of vervallen van de urgentie

In de volgende gevallen wordt de urgentie ingetrokken of komt die te vervallen:

  • a.

    indien de urgentie is gebaseerd op onjuiste of onvolledige gegevens waarvan de aanvrager redelijkerwijs op de hoogte kon zijn;

  • b.

    wanneer een passend woningaanbod wordt geweigerd, waartoe gerekend wordt dat het woningaanbod afwijkend is van de woonwens;

  • c.

    na acceptatie van een aangeboden woning.

Artikel 17 Acceptatie woning afwijkend van de woonwens

Bij acceptatie van een woning die niet voldoet aan de woonwens, wordt de woonduur in de laatst achtergelaten woning meegeteld. Dit geldt uitsluitend voor degene die een sociale huurwoning van de woningstichting Barneveld achterlaat. Voor starters geldt dat de opgebouwde inschrijfduur meetelt.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze regeling als toepassing daarvan leidt tot een onaanvaardbare situatie.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 15 januari 2008.

  • 2.

    Op die datum wordt het hoofdstuk 4 van de Nota aanbodmodel Barneveld, zoals vastgesteld door het college op 15 augustus 2005, ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels urgentieverlening Barneveld. Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 15 januari 2008. D. Bakhuizen J.A.M.L. Houben secretaris burgemeester

Toelichting Beleidsregels urgentieverlening Barneveld

Algemene toelichting

In de gemeente Barneveld wordt voor de verdeling van huurwoningen het aanbodmodel woningzoekenden van 1997 gehanteerd. Vrijkomende huurwoningen worden in dit model via een advertentie in de plaatselijke huis-aan-huiskrant aangeboden. Door het insturen van een woonbon kunnen woningzoekenden reageren op de advertenties. Het aanbodmodel wordt op basis van een convenant door de Woningstichting Barneveld uitgevoerd.

Als er noodsituaties ontstaan, kan het in individuele gevallen gerechtvaardigd zijn hiervan af te wijken. Daarom zijn er urgentiecriteria ontwikkeld die op grond van een onafhankelijk onderzoek kunnen leiden tot urgentieverlening en daardoor tot versnelde passende woningtoewijzing door de Woningstichting Barneveld. De toe te wijzen woning dient passend te zijn gelet op inkomen, gezinsgrootte en eventuele (medische) beperkingen.

In augustus 2005 zijn de urgentiecriteria opnieuw geformuleerd op basis van een evaluatie van het aanbodmodel van 1997. In het voorjaar van 2007 is de werking van de urgentiecriteria geëvalueerd, zoals in het voorstel van augustus 2005 is vastgelegd. Vastgesteld is dat die urgentiecriteria in de praktijk voldoen maar dat op een aantal onderdelen verduidelijking gewenst is. Het belangrijkste advies is om de criteria in de vorm van beleidsregels vast te leggen

Het vaststellen van beleidsregels geeft de aanvragers1 rechtszekerheid over het gemeentelijke beleid. De beleidsregels bevorderen ook de uniformiteit in werkwijze door de medewerkers van de afdeling Werk, Zorg en Inkomen (WZI), Hulpverleningscentrum Gelderland Midden (HGM) of de bezwarenadviescommissie.

Bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht zijn ook van toepassing op deze beleidsregels. Daarom zijn een aantal algemene bepalingen (bijv. dat een besluit op een aanvraag wordt genomen) niet in deze regels opgenomen.

Artikel 1 Definities

Voor de definities is zoveel mogelijk aangesloten bij de in de Huisvestingswet en Huisvestingsverordening genoemde begrippen.

Het college heeft de afdeling Werk, Zorg en Inkomen (WZI) gemandateerd om de beleidsregels urgentieverlening Barneveld uit te voeren.

Artikel 2 Aanvraag

De aanvraag wordt ingediend bij de huidige balie WZI van het gemeentehuis. Het komt voor dat mensen keer op keer een aanvraag indienen. Dat komt vooral voor wanneer de aanvrager het niet eens is met de afwijzing. Door het nog een keer te proberen, wordt er dan gehoopt op een andere beslissing. Voor deze situaties is echter de bezwaarprocedure bedoeld. Afgeraden wordt dan om een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit is natuurlijk anders als er in de situatie van de belanghebbende aantoonbare veranderingen zijn opgetreden.

Artikel 3 Afbakening

Dit artikel geeft door middel van enkele hoofdregels aan, wie er een beroep kunnen doen op urgentie. Dit artikel is het belangrijkste artikel van de beleidsregels. Wanneer niet aan deze eisen wordt voldaan, wordt er (behoudens mogelijke toepassing van de hardheidsclausule) geen urgentie verleend.

Alleen aanvragen van meerderjarige inwoners van de regiogemeenten Barneveld, Scherpenzeel en Nijkerk, die tenminste 2 jaar aaneengesloten ingezetene zijn, worden behandeld. Ingezetenen zijn personen die in de gemeentelijke basisadministratie zijn opgenomen in een van de gemeenten Barneveld, Nijkerk of Scherpenzeel en feitelijk hoofdverblijf hebben in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte (Huisvestingsverordening 2006, artikel 1.1. onder p).

Als sprake is van twee of meerdere personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren en waarvan tenminste één persoon de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, dan kan een aanvraag worden ingediend.

Als één van de meerderjarige inwoners korter dan twee jaar aaneengesloten ingezetene is, dan is dat geen belemmering. De leden 1 en 2 kunnen worden gecontroleerd aan de hand van de door de door de aanvrager aangeleverde stukken.

Artikel 4 Leges

Om onnodige verzoeken om urgentie te voorkomen dan wel te beperken wordt gevraagd leges van € 116,50 (bedrag in 2007) te betalen, voordat de behandeling wordt gestart. De leges worden vastgesteld in de tarieventabel van de Legesverordening. Op basis van de evaluatie van het aanbodmodel zijn de leges flink verhoogd, omdat het oude bedrag onvoldoende drempel was om kansloze verzoeken te weren. Ook bij een herhaalde aanvraag worden er leges in rekening gebracht. Als een herhaalde aanvraag binnen één jaar wordt ingediend en als in dat geval de urgentie vervolgens wordt toegekend, dan is het gerechtvaardigd om de leges voor de tweede aanvraag volledig terug te betalen.

Artikel 5 Bewijsstukken

In dit artikel is opgenomen welke bewijsstukken de aanvrager moet meesturen bij de aanvraag. Deze bewijsstukken zijn nodig om te kunnen vaststellen hoe dringend de noodzaak is voor het verlenen van urgentie.

Een vereiste is dat de aanvrager zelf actief zoekt naar een woning. De aanvrager is immers zelf verantwoordelijk voor zijn huisvesting. Een bewijs daarvan kan onder andere bestaan uit een overzicht van woningen waarop is gereageerd. Door de woningstichting kan daarvan een overzicht worden verstrekt. Een periode van maximaal 3 maanden voorafgaand van het besluit op aanvraag wordt meegenomen in het onderzoek in hoeverre de aanvrager zelf actief heeft gezocht naar een woning.

Met betrekking tot verbreking van een samenlevingsvorm dient de aanvrager de officiële bewijsstukken van rechtbank en/of notaris te overleggen, zoals:

  • -

    aanvraag om echtscheiding via de advocaat

  • -

    echtscheidingsbeschikking

  • -

    echtscheidingsconvenant

  • -

    bewijs van inschrijving echtscheiding of beëindiging partnerschap uit het GBA

  • -

    notariële akten van samenwoning / geregistreerd partnerschap en de verbreking hiervan

  • -

    relevante stukken over echt- en boedelscheiding, alimentatie en gezag over kinderen

  • -

    bij niet geregistreerde samenwoning moet worden aangetoond dat sprake is van een gemeenschappelijke huishouding van tenminste 2 jaar d.m.v. inschrijving bij het GBA/afdeling Publiekszaken.

Het inkomen en het vermogen zijn nodig wanneer er urgentie wordt verleend. De woningstichting heeft deze gegevens nodig voor het toewijzen van een passende woning.

Het secretariaat levert bij de toezending van de aanvraag zoveel mogelijk relevante stukken aan de adviseur. De adviseur van HGM bepaalt uiteindelijk welke bescheiden essentieel zijn om tot een zorgvuldige advisering te komen en vraagt met het oog daarop zonodig aanvullende stukken aan de aanvrager.

Artikel 6 Advisering door adviesorgaan

Voor het beoordelen van de mate van urgentie wordt advies gevraagd bij een onafhankelijke adviserende instantie. Vanaf 2005 is dit: Hulpverleningscentrum Gelderland Midden (HGM) op basis van een dienstverleningsovereenkomst. HGM adviseert over de toepasselijkheid van artikelen 7, 8, 9, 10, 11 en 15.

Artikel 7 Algemene bepalingen over urgenties

Deze bepalingen dienen meegenomen te worden bij sociale, medische en financiële urgentie.

Artikel 8 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de sociale urgentie

De huisvestingssituatie moet onhoudbaar zijn en moet binnen een half jaar worden opgelost. Daarbij wordt gekeken naar de situatie op het moment dat de aanvraag voor urgentie wordt behandeld. Er kan niet in de toekomst worden gekeken, dus omstandigheden die zich mogelijk zullen gaan voordoen kunnen niet worden meegenomen.

Er moet ook sprake zijn van dringende sociale problematiek en een duidelijke relatie met de huisvestingssituatie. Toewijzing van een andere woning is een oplossing van het probleem.

Daarbij is het niet de bedoeling dat een andere woning gebruikt wordt als tijdelijke oplossing of verplaatsing van problemen.

Verbreking van een samenlevingsvorm is geen reden voor urgentie. Als het huisvestingsprobleem primair is ontstaan door het verbreken van een samenlevingsvorm, is het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de aanvrager om zelf in andere huisvesting te voorzien. De ouder die de zorg heeft voor de kinderen zal over het algemeen de woning toegewezen krijgen wanneer hij of zij de rechter daarom vraagt. De ander kan meestal zelfstandig in huisvesting voorzien. Het is van belang dat de partners gezamenlijk hun zaken goed regelen of dit via de rechter afdwingen. Iemand die zelf vrijwillig met de kinderen de woning verlaat, kan het ontstane huisvestingsprobleem niet afwentelen op de gemeente / woningstichting. Om deze reden zijn de aanvullende eisen opgenomen. Nadrukkelijk moet er eerst sprake zijn van een onhoudbare situatie en daarna wordt pas beoordeeld of er wordt voldaan aan de aanvullende voorwaarden.

Vanzelfsprekend moet de aanvrager al het mogelijke hebben gedaan om het woonrecht in de oude woning te behouden, tenzij dit aantoonbaar op juridische- en/of financiële gronden niet haalbaar is gebleken.

In geval van co-ouderschap kan slechts één partij in aanmerking komen voor urgentie. Dit betekent dat in het geval beide ouders in gelijke mate de zorg voor een kind hebben en beiden de gezamenlijke woning verlaten door henzelf een aantoonbare keus moet worden gemaakt wie de aanvraag indient. Zonodig moet dit formeel worden vastgelegd in een convenant. Hiermee wordt voorkomen dat beide partners een huurwoning kunnen claimen.

Voor een aanvrager, die 65 jaar of ouder is, geldt in de praktijk dat strikte toepassing van de criteria moeilijk tot urgentie kan leiden omdat de moeilijk objectiveerbare belemmeringen onvoldoende ernstig zijn. Daarom kunnen alleen bij deze groep aanvragers de specifiek genoemde omstandigheden meewegen, waardoor een urgentie sneller tot de mogelijkheden behoort.

Artikel 9 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de financiële urgentie

Het kan zijn dat de aanvrager om financiële redenen in een noodsituatie verkeert. Er kan dan reden zijn om urgentie te verlenen. Sprake kan zijn van bijvoorbeeld werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of faillissement waardoor het inkomen structureel is gedaald. Veelal gaat dit gepaard met schuldsituaties op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Wel geldt hierbij dat niet vergeten moet worden dat de situatie eerst aan artikel 5 getoetst moet worden.

Wanneer de aanvrager een tijdelijke woonkostentoeslag op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ontvangt met de verplichting om te zoeken naar goedkopere woonruimte kan een financiële urgentie worden verleend.

Artikel 10 Aanvullende bepalingen met betrekking tot de medische urgentie

Centraal staat dat hier sprake is van een vastgestelde fysieke medische aandoening. Psychische- en/of psychiatrische aandoeningen kunnen ook leiden tot een medische urgentie, maar dit komt veel minder vaak voor.

Artikel 11 Uitsluitingen

In dit artikel worden praktijksituaties gegeven waarvoor zondermeer geen urgentie wordt verleend. Deze situaties zijn niet uitputtend. Een combinatie van factoren die hier genoemd worden, kunnen wel weer aanleiding zijn voor een urgentie. Het onderzoek van HGM zal hierover uitsluitsel moeten geven.

Artikel 12 urgentieverlening

Lid 1

Wanneer de aanvrager een urgentie wordt verleend, dan krijgt de aanvrager een beschikking. Voor de woningstichting wordt er een urgentieverklaring gemaakt. In dit artikel is opgenomen welke informatie er in de urgentieverklaring moet staan. Deze wordt opgestuurd aan de woningstichting. Hiermee weet de woningstichting op welke basis de urgentie is verleend en kan daarmee bepaald worden welke woning aan de aanvrager kan worden verhuurd.

Lid 2

De urgentieverlening mag het toewijzingsbeleid van de gemeente en/of de woningstichting niet doorkruisen. Hiermee wordt bedoeld dat er alleen bepaald wordt of er urgentie nodig is en aan welke minimale vereisten een woning moet voldoen. De gemeente mag zich verder niet bemoeien met de woningtoewijzing.

De woningstichting kan bij een bestaande huurschuld besluiten om een toegekende urgentieverklaring niet uit te voeren, tenzij een substantieel deel van de huurschuld is betaald. Als het gaat om een ontruiming wordt iemand, ondanks een eventuele urgentie, door de Woningstichting Barneveld niet meer gehuisvest in een huurwoning van de Woningstichting.

Artikel 13 Inkomen en vermogen

Er geldt geen inkomens- en/of vermogensgrens voor urgentieverlening. De hoogte van het inkomen en vermogen zijn echter wel van belang bij de toewijzing omdat door de Woningstichting wordt gekeken naar de huur van de woning (passendheidstoets). Het inkomen en vermogen worden daarom wel gevraagd op het aanvraagformulier voor urgentie.

Artikel 14 Procedure toewijzing woningen

Binnen zes maanden na besluitvorming vindt toewijzing van een woning plaats door de woningstichting. Als dit niet mogelijk is binnen deze periode, dan vindt overleg plaats met de aanvrager en eventueel het medische adviesorgaan.

Omdat men als urgent woningzoekende wordt aangemerkt, moet de aanvrager de eerst beschikbaar komende passende woning aanvaarden. Met woonwensen wordt geen rekening gehouden (bijv. indien men liever op de begane grond woont in plaats van een toegewezen woning op de tweede verdieping als er geen beperkingen zijn in het traplopen).

Artikel 15 Eisen woonprofiel

Bij de toewijzing wordt rekening gehouden met de eisen woonprofiel, vermeld in artikel 12. Toewijzing vindt plaats op basis van dit pakket van eisen. Dat wil zeggen welke woning past het beste bij de aanvrager. Het adviesorgaan adviseert het college over deze eisen. De eisen dienen daarom zodanig geformuleerd te worden dat dit voor de medewerk(st)ers die de toewijzing regelen (niet medisch geschoolde mensen) probleemloos helder is.

Bij sociale indicaties kan het voorkomen dat op grond van de sociale omstandigheden bepaalde eisen aan de toe te wijzen woning moeten worden gesteld. In de regel zal dit niet het geval zijn, maar bij wijze van uitzondering is dat mogelijk (voorbeeld: het kan sociaal noodzakelijk zijn dat het aantal benodigde slaapkamers groter is dan volgens de gebruikelijke normen bijvoorbeeld in verband met opvoedingsproblemen van een kind).

Voor senioren (55+) geldt dat dringende psychosociale omstandigheden mee kunnen wegen bij de eisen die aan de toe te wijzen reguliere-, senioren- , dan wel aanleunwoning worden gesteld. Ook de woonomgeving - dorpskern of wijk – kan hierbij een rol spelen. Alleen voor 65+ kan in bijzondere gevallen een aanleunwoning worden geïndiceerd. Voor senioren van 55+ kan een indicatie voor een seniorenwoning afgegeven worden.

De medische en sociale adviseurs zullen goed op de hoogte moeten zijn van de gebruikelijke regels welke gelden voor de passendheid van woningen en het beschikbare aanbod van woonruimte.

Artikel 16 Intrekken of vervallen van de urgentie

In dit artikel is bepaald wanneer een urgentie wordt ingetrokken of komt te vervallen. Intrekking van de urgentie in de situaties leden a en b, wordt de aanvrager schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld.

Tegen dit besluit van het college kan binnen zes weken na dagtekening bezwaar worden gemaakt. De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze besluiten van toepassing.

Een bezwaarschrift wordt mondeling behandeld in een zitting van de onafhankelijke bezwarenadviescommissie woonruimteverdeling. Deze commissie geeft vervolgens een advies aan het college en die neemt vervolgens een beslissing.

Artikel 17 Acceptatie woning afwijkend van de woonwens

Als gevolg van de bepaling dat de urgentie komt te vervallen wanneer een passende woning afwijkend van de woonwens wordt geweigerd, is het redelijk om bij toekomstige reacties van deze mensen op vrijkomende woningen de woonduur van de woning waaruit men vertrekt mee te tellen.

Dit betekent dat de aanvrager met een urgentie alles moet accepteren, maar men verliest daardoor niet kansen omdat vanaf dat moment een nieuwe periode voor de woonduur gaat tellen. De woonduur in de laatst achtergelaten woning telt mee.

Dit geldt uitsluitend voor degenen die een sociale huurwoning van de Woningstichting Barneveld achterlaten. Voor andere personen geldt dat de opgebouwde inschrijfduur meetelt. Bij aanvaarding van een in verband met urgentie toegewezen woning, moet gevraagd worden of deze conform de woonwens is; zo niet dan dient registratie van de woonduur van de verlaten woning plaats te vinden.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan in zeer bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze regeling als toepassing daarvan leidt tot onaanvaardbare situaties. Van deze mogelijkheid wordt slechts zeer incidenteel gebruik gemaakt, onder meer ter voorkoming van precedentwerking.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 15 januari 2008. Het hoofdstuk 4 van de Nota aanbodmodel woningzoekenden Barneveld (besluit van 15 augustus 2005) is dan per die datum ingetrokken. De nog lopende aanvragen voor 15 januari 2008 worden met toepassing van deze beleidsregels behandeld.

Artikel 20 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

¹ Met aanvragers wordt uiteraard ook eventuele aanvraagsters bedoeld.