Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand Wijchen |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Publicatiedatum bij benadering vastgesteld
Deze Verordening wordt vervangen door de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente WIjchen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2005 | 01-07-2015 | nieuwe regeling | 31-03-2005 Wegwijs, 6-4-2005 | 05/2063 |
De raad van de gemeente Wijchen
gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand en gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING CLIËNTEN PARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE WIJCHEN
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2 Instellen en instandhouden Cliëntenraad
Het college bevordert het instellen en in stand houden van de Cliëntenraad Wet werk en bijstand.
De Cliëntenraad streeft naar een samenstelling die wat de individuele leden betreft een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling is van het cliëntenbestand. Cliënten die zitting hebben in de Cliëntenraad zullen als gevolg van hun lidmaatschap, op geen enkele manier door de gemeente voordelig of nadelig worden behandeld.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de Cliëntenraad
De Cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan burgemeester en wethouders over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever biedt binnen de Wet.
Het college draagt er zorg voor dat alle voorstellen tot nieuw of gewijzigd beleid op het terrein van de Wet, voorafgaande aan zijn beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan de Cliëntenraad. Tenzij naar het oordeel van het college, advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening naar de cliënten. In dat geval zal een en ander pas achteraf in de Cliëntenraad ter discussie worden gesteld.
Artikel 6 Vergaderingen en vergaderorde
Het college nodigt tenminste eenmaal per jaar de Cliëntenraad uit voor een overleg met de wethouder die bestuurlijk verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet.
Bij belanghebbenden worden die groepen genoemd die vallen onder de Wet werk en bijstand. Ook personen die gebruik maken van een voorziening van een college om te (re)integreren op een arbeidsplaats kunnen als cliënt beschouwd worden.
Voortvloeiend uit de Wet werk en bijstand wordt jaarlijks een beleidsnotitie Minimabeleid opgesteld. De doelgroep van het minimabeleid is niet beperkt tot personen die vallen onder de werking van de Wet Werk en Bijstand. Personen die een inkomen hebben net boven het minimum kunnen in aanmerking komen voor een voorziening in het kader van het minimabeleid. Te denken valt aan personen van 65 jaar en ouder. Deze personen hebben geen arbeidsverplichting meer in het kader van de WWB. Zij vallen echter wel onder de werking van het minimabeleid dat voortvloeit uit de WWB. Vandaar dat zij genoemd staan onder belanghebbenden.
Op dit moment is er in Wijchen een Cliëntenraad actief. In overleg met de Cliëntenraad is afgesproken dat de Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand voortborduurt op de goede afspraken die er zijn tussen de gemeente Wijchen en de Cliëntenraad. Deze afspraken zijn gebaseerd op de Verordening Cliëntenraad Algemene Bijstandswet Wijchen 2001.
In deze verordening stonden een aantal zaken geregeld, waarvan zowel de Cliëntenraad als ons college vinden dat deze zaken meer thuishoren in een huishoudelijk reglement. Na ruim drie jaar ervaring zijn wij tot de conclusie gekomen dat het college de randvoorwaarden dient te scheppen voor een goede uitvoering van cliëntenparticipatie. Die randvoorwaarden hebben wij in hoofdlijnen neergelegd in deze nieuwe verordening. De uitwerking vinden wij een zaak van de leden van de Cliëntenraad en hun achterban. Wij hebben afgesproken dat de Cliëntenraad voor 1 januari 2005 aan ons college een huishoudelijk reglement zal voorleggen ter goedkeuring.
De Cliëntenraad heeft sinds een jaar een onafhankelijk voorzitter. Deze voorzitter is geen cliënt in de zin van de Wet Werk en Bijstand. Ook is de voorzitter niet op enigerlei wijze verbonden met de maatschappelijke organisaties die betrokken (kunnen) zijn bij het dagelijks leven van belanghebbenden. Op deze wijze verwachten wij de onafhankelijkheid van de voorzitter te kunnen waarborgen.
Wij vinden het belangrijk dat de mening van belanghebbenden bij (de uitvoering van) ons beleid duidelijk doorklinkt in de adviezen van de Cliëntenraad. Vandaar dat wij er voor kiezen om in de verdeling van het aantal zetels aan te geven dat zeker de helft van het aantal zetels wordt bezet door belanghebbenden.
Ervaring in de afgelopen drie jaar heeft ons geleerd dat het belangrijk is om continuïteit te hebben binnen een Cliëntenraad. Die continuïteit menen wij beter te kunnen garanderen door de mogelijkheid te bieden aan leden om zich twee keer voor een periode van drie jaar herkiesbaar te mogen stellen. Wij kunnen ons voorstellen dat in de laatste periode er ook de ruimte is, omdat de leden al een bepaalde mate van ervaring en zelfs routine hebben opgedaan, om actief op zoek te gaan naar opvolgers die kunnen worden ingewerkt.
Artikel 4, lid 5 gaat uit van een (pro-)actieve instelling van de Cliëntenraad. Om dit waar te kunnen maken wensen wij dat de Cliëntenraad binnen zijn budget middelen reserveert voor deskundigheidsbevordering van de leden van de Cliëntenraad en ook voor raadpleging van de achterban.
Op dit moment vindt regelmatig overleg plaats met (het Dagelijks bestuur van) de Cliëntenraad. De contactpersoon, zoals genoemd in artikel 6, lid 12, wordt, indien gewenst, uitgenodigd door de Cliëntenraad. Deze contactpersoon kan zelf ook aanbieden om ter vergadering van de Cliëntenraad informatie te geven over voornemens tot beleid met betrekking tot en over de uitvoering van de Wet werk en bijstand.
Door deze werkwijze verwachten wij dat de Cliëntenraad goed geïnformeerd wordt.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt m.b.t. welke beleidsvoorstellen en verordeningen die te maken hebben met de invoering van de Wijchense variant van de Wet werk en bijstand ter advisering aan de Cliëntenraad zouden worden voorgelegd. Geen van beide partijen is gebaat met het elkaar overvoeren met informatie en beleidsstukken.
Deze verordening is, zoals al eerder vermeld, in overleg met het Dagelijks bestuur van de Cliëntenraad opgesteld.
De Cliëntenraad heeft een abonnement op de stukken van de gemeenteraad.
In deze artikelen hebben wij op hoofdlijnen de werkwijze rond vergaderingen en besluitvorming geregeld. Nadere regels zullen door de Cliëntenraad in een huishoudelijk reglement worden vastgelegd.
Om de slagvaardigheid van de Cliëntenraad te vergroten, heeft de Cliëntenraad ervaren dat het goed is om een Dagelijks bestuur te hebben. Dit Dagelijks bestuur kan in vooroverleggen met de contactpersoon van de gemeente al afspraken maken over een aantal praktische zaken voor de Cliëntenraad, zoals vergaderdata, vergaderruimte, tijdplanning m.b.t. de aanlevering van stukken, vereisten waaraan een begroting en jaarverslag moeten voldoen.
De nu voorliggende verordening gaat verder op het pad dat wij al waren ingeslagen met de Verordening Cliëntenraad ABW Wijchen 2001. Indertijd gaf de wet Structuur uitvoering werk en inkomen (wet Suwi) al aan dat de gemeenten tot vormen van cliëntenparticipatie moesten komen. In de Wet Werk en Bijstand is die verplichting vastgelegd in artikel 47.
Wij vinden het ook van belang dat er een vorm van cliëntenparticipatie is; wij zijn daarbij erg verheugd over het feit dat wij al een Cliëntenraad hebben en daardoor al ervaring op hebben kunnen doen met geïnstitutionaliseerde cliëntenparticipatie.
De rijksoverheid stelt geen middelen beschikbaar voor het bevorderen en in stand houden van een vorm van cliëntenparticipatie.
Wij vinden het belangrijk dat de benoemde leden van de Cliëntenraad een presentiegeld krijgen voor het bijwonen van de vergaderingen. Daarbij willen wij aansluiten Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden. Wij willen met ingang van 1 januari 2005 het presentiegeld voor het bijwonen van de vergaderingen door de benoemde leden vast stellen op € 25,-- per vergadering. Het maximum aantal vergaderingen per jaar waarvoor de leden een presentiegeld kunnen krijgen is 10. Daarnaast wordt een bedrag van maximaal € 4,55 per maand betaald aan de voorzitter, de secretaris, de penningmeester en aan de plaatsvervangend voorzitter ter vergoeding van telefoonkosten.
Omdat wij het belangrijk vinden om de Cliëntenraad WWB in stand te houden en te bevorderen dat de raad ons van adviezen kan voorzien geven wij de raad jaarlijks een budget voor het in stand houden van de Cliëntenraad. Hieruit kan de raad organisatiekosten en deskundigheidsbevordering betalen.