Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslan 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingAanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslan 2005
CiteertitelAanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslan 2005
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerppersoneel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2018Art. 4

30-06-2015

Provinciaal blad, 2015, 5741

GS-stik 1224665/5
16-12-201001-01-200501-01-2016Nieuwe regeling

14-12-2010

Provinciaal blad, 2010, 77

GS-stik 926765

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslan 2005

Aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslân 2005

Artikel 1 Salarisverhoging

Salarisgevolgen verbonden aan beoordelingen als bedoeld in de artikelen C7 en C9 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies worden toegekend per 1 januari van elk nieuw kalenderjaar.

Artikel 2 Toelage onregelmatige dienst

  • 1

    Ingevolge artikel C12 lid 4 wordt de toelage voor de brug- en sluiswachters, de sluismeesters en de schippers, die niet in ploegendienst werkzaam zijn, bepaald op 12 procent van het maximumsalaris van schaal 4.

  • 2

    Ingevolge artikel C12 lid 5 wordt aan de ambtenaar die in ploegendienst werkzaam is, een toelage toegekend, welke wordt berekend naar een percentage van het maximumsalaris van salarisschaal 4.

     

    Dit percentage bedraagt:

     

    15% voor ambtenaren werkzaam op zeven dagen per week in tweeploegendienst;

     

    24% voor ambtenaren werkzaam op zeven dagen per week in drieploegendienst.

Artikel 3

Vervallen.

Artikel 4 Gratificatie bij ambtsjubileum

  • 1

    Aan de ambtenaar die een diensttijd bij de overheid van 25 jaar of 40 jaar heeft vervuld, kan een eenmalige dienstuitkering worden toegekend.

  • 2

    Onder diensttijd wordt verstaan de diensttijd, bedoeld in de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum (stscrt. 1989, 223).

  • 3

    De diensttijduitkering bedraagt:

    • a.

      bij een diensttijd van ten minste 25 jaar een halve maand bezoldiging;

    • b.

      bij een diensttijd van ten minste 40 jaar een hele maand bezoldiging.

  • 4

    Ten aanzien van de ambtenaar, die de laatste 10 jaar een periode werkzaam is geweest in een functie met een onvolledige arbeidsduur, wordt de bezoldiging gesteld op een bedrag dat overeenkomt met de bezoldiging die hij zou genieten indien rekening wordt gehouden met zijn gemiddelde arbeidsduur in de periode van 10 jaar voorafgaande aan het diensttijdjubileum.

  • 5

    Onder bezoldiging wordt verstaan de bezoldiging zoals gedefinieerd in de CAP, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 8,3 % eindejaarsuitkering.

  • 6

    Het bedrag van de uitkering wordt naar boven afgerond op een veelvoud van één euro.

  • 7

    Indien een diensttijduitkering kan worden verleend, dochde ambtenaar ter zake van zijn dienstvervulling reeds een naar de aard vergelijkbare uitkering heeft ontvangen, blijft toekenning van de diensttijduitkering achterwege.

  • 8

    Indien het tijdstip van het diensttijdjubileum valt in de periode waarin de ambtenaar niet in actieve dienst is, wegens het bekleden van een politiek ambt of wegens het genot van buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging, wordt op de datum van het bereiken van het diensttijdjubileum geen diensttijduitkering toegekend.

     

    Mits de ambtenaar in de functie welke tijdens dat verlof wordt vervuld geen diensttijduitkering of daarmee overeenkomende uitkering heeft ontvangen, kan de diensttijduitkering alsnog worden toegekend, zodra de ambtenaar na beëindiging van het verlof zijn werkzaamheden heeft hervat. De diensttijduitkering wordt dan berekend over de bezoldiging van de ambtenaar op de datum dat de ambtenaar in actieve dienst zou zijn geweest. Voorts met inachtneming van de salarisschaal waarin de ambtenaar was ingedeeld op de dag voorafgaande aan die van ingang van de inactieve dienst en van de op die datum voor toekenning van een periodieke verhogingen meetellende diensttijd.

  • 9

    Een ambtenaar heeft bij 25- en 40-jarig ambtsjubileum (zowel provinciale- als overheidsdienst) aanspraak op één dag buitengewoon verlof. Deeltijdwerkers krijgen verlof naar rato van de omvang van de dienstbetrekking. Als het provinciale- en het overheidsjubileum op dezelfde dag vallen wordt één dag buitengewoon verlof gegeven.

Artikel 5 Diensttijdgratificatie bij ontslag

  • 1

    Een met een diensttijduitkering overeenkomende uitkering kan eveneens worden toegekend aan een ambtenaar die ontslag verleend wordt, ingevolge het bepaalde in artikel B.12 van de CAP, en uit hoofde van dat ontslag aanspraak kan maken op een uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden en aan de ambtenaar die ingevolge artikel E.9 van de CAP, wegens invaliditeitspensionering is ontslagen.

  • 2

    De uitkering, bedoeld in het eerste lid, kan alleen worden toegekend indien de ambtenaar bij het voortduren van het dienstverband tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd, voor het einde van de maand waarin hij deze leeftijd bereikt, op grond van het bepaalde in artikel 3, in aanmerking zou zijn gekomen voor een dienstuitkering.

  • 3

    De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt een naar evenredigheid van de dienstjaren op de datum van ontslag berekend deel van het bedrag als bedoeld in artikel 3, derde lid. De uitkering betreft alleen de eerstvolgende dienstuitkering na de datum van ontslag. De dienstjaren worden afgerond op hele jaren naar beneden. Berekening vindt plaats op basis van de bezoldiging in de maand voorafgaand aan het ontslag.

  • 4

    De uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt zo spoedig mogelijk uitgekeerd na de datum van ontslag.

Artikel 6

Deze regeling kan worden aangehaald als aanvullende bezoldigingsregeling Provincie Fryslân 2005.

Leeuwarden, 14 december 2010

voorzitter J.A. Jorritsma

secretaris drs. A.J. van den Berg

 

 

Toelichting: In het besluit zijn de bepalingen over de diensttijduitkeringen uit het hoofdstuk C van het ambtenarenreglement Fryslan, nagenoeg ongewijzigd overgenomen. De wijzigingen betreffen:

  • -

    artikel 3 lid 4. Duidelijker dan in de oude regeling is tot uiting gebracht dat als een ambtenaar de laatste 10 jaar een periode in deeltijd heeft gewerkt, de diensttijduitkering naar evenredigheid wordt bepaald, ook al werkt de ambtenaar weer volledig.

  • -

    artikel 3 lid 6. De diensttijduitkering wordt afgerond op één euro (i.p.v. op drie euro).

  • -

    artikel 4 lid 3. Het is mogelijk dat als een ambtenaar wegens invaliditeit wordt ontslagen hij nog twee dienstjubilea voor zijn 65ste had kunnen vieren. Het is niet de bedoeling dat bij ontslag dan twee diensttijduitkeringen worden uitbetaald, alleen de eerstvolgende.