Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Bilt

Beleid troep op de stoep

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Bilt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleid troep op de stoep
CiteertitelBeleid troep op de stoep
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Het bepaalde in met name afdeling 5.3 Algemene wet bestuursrecht, artikel 125 Gemeentewet en het artikel 2.1.5.1 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente De Bilt.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-10-2007nieuwe regeling

25-09-2007

Biltbuis 17-10-2007

cv 11-09-2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid troep op de stoep

 

 

Beleid Troep op de Stoep

Burgemeester en wethouders van De Bilt;

overwegende dat het gebruik van de openbare ruimte en de openbare weg ten behoeve van uitgezette inboedels van woningen of bedrijven hier niet voor geschikt is. Als de daar gedeponeerde inboedels niet snel worden afgevoerd, kan dit leiden tot risico’s voor onder meer de openbare orde, de verkeersveiligheid en bruikbaarheid van de weg;

overwegende dat de ontruiming en de op straat gezette inboedel een privaatrechtelijke zaak is tussen de verhuurder en de huurder en de gemeente hier geen partij in is;

overwegende dat het gelet op het beperken van juridische en financiële risico’s voor de gemeente het van belang is een uniforme, efficiënte, duidelijke lijn en procedure bij woninguitzettingen en het plaatsen van inboedels op de openbare weg en openbare ruimte vast te stellen;

gelet op het bepaalde in met name afdeling 5.3 Algemene wet bestuursrecht, artikel 125 Gemeentewet en het artikel 2.1.5.1 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente De Bilt;

B E S L U I T E N:

vast te stellen het volgende “Beleid troep op de stoep”:

Opdrachtgevers tot ontruimingen en verhuurders van woningen en bedrijfspanden dienen bij ontruimingen de inboedel van de woningen en bedrijfspanden direct van de openbare weg te verwijderen en verwijderd te houden in verband met de risico’s die dit met zich meebrengt voor de openbare orde, de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de weg.

Middels een aangetekende preventieve bestuursdwangbrief naar de opdrachtgever en de in de arm genomen deurwaarder wordt aan de opdrachtgever opdracht gegeven zelf zorg te dragen voor de afvoer en opslag van de inboedel.

Indien een opdrachtgever dan wel de in de arm genomen deurwaarder de inboedel toch op de openbare weg neerzet, gaat de gemeente over tot uitvoering van bestuursdwang. Dit betekent dat de inboedel direct door de gemeente zal worden verwijderd op kosten van de opdrachtgever/deurwaarder. Na het verlopen van de wettelijke termijn zal de inboedel door de gemeente worden vernietigd op kosten van de opdrachtgever/deurwaarder of aan een nader te bepalen opkoper worden aangeboden.

In de bijgevoegde bijlagen is de betreffende procedure omschreven en is een concept preventieve bestuursdwangaanschrijving opgenomen.

Met de woningstichting SSW wordt hieromtrent een afzonderlijk Convenant Ontruimingen woningen afgesloten.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d.

de secretaris, de burgemeester,

R.A.K. Huijbregts A.J. Gerritsen

Bijlage 1

PROCEDURE NA ONTRUIMING WONING/BEDRIJFSPAND

  • 1.

    Zodra de gemeente op de hoogte is gesteld van een ontruiming wordt, door de Afdeling Openbare Veiligheid, aan de eigenaar/verhuurder een beschikking preventieve bestuursdwang gestuurd waarin wordt gewezen op het vermoeden van een voorgenomen overtreding van artikel 2.1.5.1 APV en waarin bekend wordt gemaakt dat het college in voorkomend geval voornemens is op te treden door middel van bestuursdwang. Deze brieven worden aangetekend verzonden. Wanneer de tijd te kort is om de brieven volgens de normale wijze te versturen, zullen deze worden uitgereikt in het bijzijn van een collega.

  • 2.

    Tevens wordt contact opgenomen met de gemeentelijk deurwaarder of de buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) en de buitendienstmedewerkers van de gemeentewerf om de uitvoering van bestuursdwang te regelen.

  • 3.

    Op het moment direct na de woningontruiming zal de boa of de gemeentelijk deurwaarder controleren of de aanzegging preventieve bestuursdwang wordt nageleefd.

  • 4.

    Indien niet aan de aanzegging wordt voldaan, zal de aanzegging preventieve bestuursdwang worden uitgevoerd. De buitendienst zal de zaken afvoeren en opslaan. De boa of gemeentelijk deurwaarder zullen van de af te voeren zaken een inventaris maken en er zal van deze uitoefening van bestuursdwang een proces-verbaal worden opgemaakt. Tevens zullen de boa’s foto's van de af te voeren en afgevoerde zaken maken. Deze worden toegevoegd aan het dossier.

  • 5.

    Wanneer de deurwaarder gaat ontruimen bepaalt de deurwaarder van de opdrachtgever de waarde van de in de woning aanwezige inboedel. Wanneer de totale waarde lager is dan € 1.000,- wordt de boedel afgevoerd naar de stortplaats. Hiertoe wordt indien mogelijk een afstandsverklaring door de eigenaar(huurder) getekend. Ook goederen die bederfelijk zijn mogen worden vernietigd. Bij een waarde van € 1.000,- of meer worden de zaken door de gemeente meegevoerd en opgeslagen. Er wordt door de boa’s een proces-verbaal opgemaakt dat in afschrift wordt verstrekt aan de eigenaar van de inboedel. Daarnaast worden foto’s gemaakt door de boa’s van in beslag genomen zaken.

  • 6.

    Er zal een tijdregistratieformulier worden bijgehouden met de ambtelijke kosten.

  • 7.

    Als de meegenomen zaken niet binnen dertien weken na de meevoering teruggegeven kunnen worden aan de rechthebbende, wordt de mogelijkheid bekeken om parate executie toe te passen.

  • 8.

    Als besloten wordt tot verkoop van de opgeslagen goederen, zal contact worden opnemen met het deurwaarderskantoor hoe dit verder te regelen.

  • 9.

    Er wordt door de boa een lijst opgesteld met alle kosten die zijn gemaakt in het kader van de uitvoering van de bestuursdwang, inclusief de ambtelijke kosten.

  • 10.

    Via een afzonderlijke brief zal de afdeling Openbare Veiligheid aan de huurder en verhuurder wordt meegedeeld welke kosten zij moeten betalen. Deze kosten moeten duidelijk gespecificeerd zijn. Betalingstermijn en betaalwijze vermelden. In deze brief moet er ook op worden gewezen dat wanneer betaling achterwege blijft uiteindelijk invordering via een dwangbevel zal plaatsvinden.

  • 11.

    Wanneer de eigenaar zich meldt om de goederen op te halen, dient hij de kosten van

    bestuursdwang te voldoen. Indien na 13 weken de goederen niet zijn opgehaald dient

    conform artikel 5:30, derde lid Algemene Wet bestuursrecht te worden besloten wat er met

    de inboedel moet gebeuren (verkoop, vernietiging, overdracht om niet). De kosten dienen

    dan op de overtreder verhaald te worden. Op grond van jurisprudentie wordt de verhuurder

    als overtreder aangemerkt.

BIJLAGE 2 Aantekenen

heer/mevrouw naam(opdrachtgever ontruiming)

adres

postcode en plaats

datum:

 

e-mail:

 

bijlage:

2

 

 

 

 

 

 

uw kenmerk:

 

doorkiesnr.:

(030) 228 9

afdeling:

Openbare Veiligheid, unit OOV

 

 

 

 

 

 

ons kenmerk:

 

contactpersoon:

 

onderwerp:

Beschikking preventieve bestuursdwang

Geachte heer, mevrouw,

Naar wij van de gerechtsdeurwaarder hebben vernomen zal op <datum> vanaf <tijdstip> uur worden overgegaan tot gerechtelijke ontruiming van de door u bewoonde woning, aan de <adres> te < Plaats>.

Zoals dit dan gebruikelijk is zal door de gerechtsdeurwaarder de inboedel op de openbare weg worden geplaatst.

Op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht hebben wij u op <datum> telefonisch in kennis gesteld van ons voornemen een beschikking met waarschuwing bestuursdwang ter zake van het ernstig vermoeden dat er een overtreding van de hierna genoemde bepalingen zal worden begaan. Daarbij hebben wij u in de gelegenheid gesteld uw zienswijze naar voren te brengen. U heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt/ Uw zienswijze heeft geen verandering gebracht in ons voornemen. Wij hebben daarom besloten tot uitvoering van ons voornemen over te gaan.

Ingevolge artikel 2.1.5.1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden om zonder vergunning van de Burgemeester en Wethouders goederen op of aan de openbare weg te plaatsen of te hebben. Wij hebben op basis van de mededeling van de gerechtsdeurwaarder het ernstige vermoeden dat deze bepaling op genoemde datum zal worden overtreden. Om deze dreigende situatie tegen te gaan zijn wij volgens de gemeentewet (artikel 125) en de Algemene wet bestuursrecht (artikel 5.21 e.v. Awb) bevoegd tot het aanschrijven van preventieve bestuursdwang en kostenverhaal.

Onder verwijzing naar voornoemde bepaling schrijven wij u aan om de bij de ontruiming betrokken goederen niet op de openbare weg te plaatsen. Indien u binnen vijftien minuten na beëindiging van de ontruiming aan deze last geen gevolg hebt geeft, zullen wij tot verwijdering van de goederen, geplaatst op de openbare weg, op uw kosten overgaan. De volgende kosten zullen u hierbij in rekening worden gebracht:

  • ·

    de kosten van inzameling van de ontruimde goederen en afval;

  • ·

    de kosten van transport van de ontruimde goederen en afval;

  • ·

    de administratiekosten.

Wij verzoeken u om voor ………… schriftelijk aan te geven of u zelf voor de verwijdering zal zorg dragen.

Als u het niet eens bent met de beschikking dan kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen zes weken na de verzenddatum van het besluit schriftelijk bezwaar maken bij de burgemeester respectievelijk burgemeester en wethouders van De Bilt, Postbus 300, 3720 AH in Bilthoven.

Uw bezwaarschrift moet door u worden ondertekend en moet volgens artikel 6:5 Awb tenminste bevatten:

  • a.

    uw naam en adres;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen uw bezwaarschrift is gericht;

  • d.

    de gronden van uw bezwaar.

Aangezien het indienen van een bezwaarschrift geen schorsende werking heeft kunt u tezamen met een eventueel in te dienen bezwaarschrift een verzoek om een voorlopige voorziening doen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht, sector Bestuursrecht, Postbus 13023, 3507 LA in Utrecht.

Het college van burgemeester wethouders van De Bilt,

de burgemeester, de gemeentesecretaris,

A.J. Gerritsen R.A.K. Huijbregts