Overheidsorganisatie | Gemeente Beek |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake winkeltijden |
Citeertitel | Verordening winkeltijden Beek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening winkelsluiting 1994
De datum van inwerkingtreding van deze regeling is bij benadering.
Indien de bekendmaking van deze regeling vóór 22-12-2010 niet heeft plaatsgevonden, dan geldt de bekendmaking in de Maas- en Geleenbode van 22-12-2010 als officiële bekendmaking van deze regeling zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-1996 | 23-10-2013 | Nieuwe regeling | 09-05-1996 Onbekend | Onbekend |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK (L.);
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 april 1996;
gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende: "Verordening inzake winkeltijden"
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.
Het kollege van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag
van een ontheffing binnen acht weken.
Het kollege van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor
ten hoogste acht weken verdagen.
Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het kollege van burgemeester en wethouders .
In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid
bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het kollege van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het kollege van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a. en b. van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het kollege van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
Het kollege van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur.
Het kollege van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.
Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:
de winkel dient gesloten te zijn tussen 24.00 uur en 16.00 uur;
er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Het kollege van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
Het kollege van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
1. Het kollege van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Op basis van de oude "Verordening winkelsluiting" door het kollege van burgemeester en wethouders aangewezen "koop" zon- en feestdagen in de periode juni tot en met december 1996 worden geacht aangewezen te zijn op grond van deze nieuwe verordening.
1. Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.
2. De op 10 november 1994 vastgestelde "Verordening winkelsluiting" wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden Beek".
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Beek (L.) op 9 mei 1996.
De raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitter.