Hoofdstuk 2. Voorzieningen voor wethouders.
Artikel 2. Onkostenvergoeding.
- 1.
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien. De onkostenvergoeding wordt niet besteed ten behoeve van contributies en lidmaatschappen van een politieke partij en/ of bijdrage aan de fractiekosten.
- 2.
Indien de wethouder, op grond van artikel 9 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld, wordt op de in het eerste lid bedoelde onkostenvergoeding een percentage van 6% ingehouden.
Artikel 3. Zakelijke reiskosten.
- 1.
Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten in het kader van reizen gemaakt ten behoeve van de uitoefening van zijn ambt voor de gemeente, anders dan reizen in het kader van het woon-werkverkeer.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kosten overeenkomstig het bedrag genoemd in artikel 4, onderdeel c van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 23, lid 1, onderdeel b van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 4. Dienstauto.
- 1.
De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto. Er wordt pas gebruik gemaakt van de dienstauto, indien de dienstreis in redelijkheid niet gemaakt kan worden door gebruik van, achtereenvolgens, de dienstfiets, eigen vervoer en/ of openbaar vervoer.
- 2.
De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouder niet worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, maar wel voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt.
- 3.
Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor van een derde ook een vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de gemeentekas gestort.
Artikel 5. Verblijfkosten.
De wethouder wordt in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 3, volledig vergoed, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid c van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 6. Buitenlandse dienstreis.
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed conform het Reisbesluit buitenland.
- 2.
In afwijking van artikel 6, lid 2 van het Reisbesluit buitenland, is het toegestaan bij vliegreizen met een duur tot ongeveer twee en een half uur economyclass te vliegen en bij vliegreizen met een duur langer dan twee en een half uur businessclass te vliegen.
- 3.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, is vooraf toestemming van het college vereist.
- 4.
De wethouder, die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, dient zijn verzoek (reisbestemming- en doel) tijdig in een b&w-dossier aan het college ter besluitvorming voor te leggen.
Artikel 7. Reis- en pensionkosten en verhuiskosten.
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a van het Rechtspositiebesluit wethouders voor de duur van maximaal 1 jaar;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 8. Cursus, congres, seminair of symposium.
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder
Artikel 9. Computer en internetverbinding.
- 1.
Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer of laptop, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld, welke hij geheel of nagenoeg geheel zakelijk dient te gebruiken.
- 2.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:
- a.
aanschaf van een computer of laptop, bijbehorende apparatuur en software; of
- b.
gebruik van een eigen computer of laptop, bijbehorende apparatuur en software.
- 3.
Voor zover er sprake is van:
- a.
een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer of laptop, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid komt deze voor rekening van de gemeente;
- b.
een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer of laptop, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de waarde in het economische verkeer op het moment van de eerste ingebruikneming van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouder in bruikleen ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag vergoedt het college de wethouder de aanlegkosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur.
- 5.
Op aanvraag vergoedt het college de abonnementskosten van een internetverbinding tot een maximum van € 20,-- per maand. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd conform de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
- 6.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 7.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 10. Mobiele telefoon.
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld, welke hij geheel of nagenoeg geheel zakelijk dient te gebruiken.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 11. Re-integratie wethouders.
- 1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politiek ambtsdragers;
- b.
re-integratiebureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse Organisatie van loopbaanadviseurs en outplacement consultants.
- 2.
De kosten van de re-integratiefaciliteiten bedragen maximaal € 10.000,-- en komen voor rekening van de gemeente. De gewezen wethouder sluit hiertoe een schriftelijke overeenkomst met het re-integratiebureau.
- 3.
Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.
- 4.
De re-integratiefaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste anderhalf jaar.
- 5.
In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet is het college bevoegd een voorziening te treffen.
Artikel 12. Verzekeringen.
Ten behoeve van wethouders is een verzekering afgesloten in verband met de dekking van schade voortvloeiende uit hun wettelijke aansprakelijkheid in de hoedanigheid van wethouder van de gemeente Eindhoven en uit ongevallen tijdens of in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 13. Spaarloonregeling/levensloopregeling.
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 14. Fietsenplan.
- 1.
De regeling Fietsenplan gemeente Eindhoven 2002, vastgesteld door het college, is van overeenkomstige toepassing op wethouders van de gemeente Eindhoven.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 15. Kinderopvang.
(vervallen)
Hoofdstuk 3. De procedure van declaratie.
Artikel 16. Betaling van kosten.
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 17. Declaratie van vooruit betaalde kosten.
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 3, 5, 6 en 7 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. De wethouder dient het declaratieformulier binnen één maand bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 18. Rechtstreeksefacturering bij de gemeente.
- 1.
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 3, 5, 6 en 8 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
- 3.
De wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen één maand in bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 19. Voorschot.
- 1.
Ter vergoeding van kosten, gemaakt in het buitenland, als bedoeld in de artikelen 3, 5 en 6 kan geschieden door aan de wethouder een voorschot, eventueel in buitenlandse valuta, te verstrekken.
- 2.
Verrekening van het voorschot vindt plaats door middel van een declaratieformulier welke binnen één maand na afloop van de dienstreis wordt ingediend bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
- 3.
Indien het reiskrediet met 5% of meer is overschreden, dient hierover (onder overlegging van de betreffende nota’s en belegstukken) verantwoording aan de raad, onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders plaats te vinden, onder vermelding van de reden van overschrijding.
Hoofdstuk 4. Slotbepalingen.
Artikel 20. Citeertitel.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening voorzieningen wethouders 2007".
Artikel 21. Inwerkingtreding.
Deze verordening treedt in werking op de dag na uitgifte van het gemeenteblad waarin de verordening is geplaatst.
Artikel 22.
Met ingang van de datum van inwerkingtreding vervalt de Regeling outplacement gewezen wethouders en vervalt het raadsbesluit van 11 november 2002, dossiernummer 237.351, waaruit blijkt dat Eindhoven de landelijke onkostenregeling voor wethouders volgt.