Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Gemeente Zederik 2011 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Gemeente Zederik 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2011 | 01-07-2015 | nieuwe regeling | 27-06-2011 Het Kontakt, 30-06-2011 | -1.733.35 ZED 6501 | |
19-12-2004 | nieuwe regeling | 13-12-2004 onbekend | -1.733.35 ZED 6501 |
Geconsolideerde tekst van de regeling
Onderwerp:Vaststellen regionale huisvestingsverordening 2011.
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 31 mei 2011;
het instemmende advies van de Commissie Ruimte, Economie en Duurzaamheid d.d. 15 juni 2011;
het ter zake bepaalde in de Huisvestingswet en Gemeentewet.
stemt in met de regionale huisvestingsverordening 2011.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade- ring van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 27 juni 2011. De griffier, De voorzitter,
Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte
Paragraaf 2.2 Huisvestingsvergunning
Artikel 2.2.2 Aanvragen van een huisvestingsvergunning
De aanvraag voor een huisvestingsvergunning wordt ingediend bij burgemeester en wethouders, in de gemeente waar de woonruimte, aangewezen in artikel 2.1.1 zich bevindt, via een daartoe bestemd formulier en gaat vergezeld van bewijsstukken waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders afdoende blijkt dat voldaan wordt aan bij of krachtens deze verordening gestelde eisen.
Artikel 2.2.3 Eisen voor vergunningverlening
Burgemeester en wethouders verlenen de huisvestingsvergunning, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Eisen voor vergunningverlening
Artikel 2.2.4 Vruchteloze aanbieding
Een huisvestingsvergunning wordt aan iedere aanvrager verleend indien de woonruimte door de eigenaar gedurende een termijn van tenminste 6 weken, gerekend vanaf de datum waarop de eerste advertentie als bedoeld in lid 3 is verschenen, zonder resultaat is aangeboden aan woningzoekenden die krachtens het bepaalde in artikel 2.2.3 voor die woonruimte in aanmerking komen en de eigenaar heeft voldaan aan de in de overige in dit artikel gestelde voorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen een huisvestingsvergunning intrekken, indien:
Paragraaf 2.3 Passendheidseisen voor huurwoningen
Een vergunningplichtige huurwoning wordt, onverminderd de toetsing aan artikel 2.3.1, als passend aangemerkt indien:
Bij de toets aan passendheidseisen kunnen burgemeester en wethouders onderscheid maken naar woningtypen, die in het bijzonder zijn voorbehouden voor volkhuisvestelijk te onderscheiden doelgroepen, te weten:- Personen met een medische indicatie op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) of een GGD-advies;- senioren;- gehandicapten die zijn aangewezen op ingrijpend aangepaste woonruimte;- starters;- bijzondere doelgroepen: woningzoekenden die vallen onder door de Rijksoverheid opgelegde taakstellingen;- huishouden met een omvang van meer dan 5 personen, en; - groepen ingeschreven woningzoekenden die niet of onvoldoende toegang hebben tot de sociale huurwoning markt.
Artikel 2.4.1 Register van woningzoekenden
Burgemeester en wethouders schrijven het huishouden uit het register van woningzoekenden indien:
Artikel 2.5.1 Urgent woningzoekenden
Burgemeester en wethouders kunnen een in het register ingeschreven woningzoekende urgent verklaren, waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn:
Sociale indicatieSociaal geïndiceerden zijn ingezetenen van de regio die in verband met sociale problemen in combinatie met omstandigheden in de huidige in de regio gelegen woning dringend op korte termijn een andere woning nodig hebben. Alleen onder de navolgende genoemde omstandigheden wordt een sociale indicatie verleend:
Dreigende dakloosheid buiten eigen schuld of toedoenDegenen die buiten eigen schuld of toedoen hun woonruimte moeten verlaten kunnen uitsluitend in de volgende gevallen in aanmerking komen voor urgentie:
Dreigende dakloosheid buiten eigen schuld of toedoen
Het verzoek om sociale indicatie voor urgentie moet uiterlijk binnen een maand na het ontstaan van de dakloosheid buiten eigen schuld of toedoen worden gedaan.
RelatiebeëindigingDegenen die de zorg voor minderjarige kinderen hebben en bij wie de kinderen geregistreerd staan volgens de gemeentelijke basisadministratie van een van de regiogemeenten, kunnen in aanmerking komen voor urgentie nadat een (voorlopige) voorziening bij echtscheiding is getroffen (waarbij urgentie op basis van voorlopige voorziening alleen kan worden afgegeven indien aantoonbaar het echtscheidingsverzoek is ingediend), dan wel sprake is van verbreking van een geregistreerd partnerschap of een notarieel vastgelegd samenlevingscontract, dan wel blijkend uit de Gemeentelijke Basisadministratie dat betrokkenen minimaal twee jaar samenwonen, voor zover:
Aan de onder I. en II. genoemde verplichting tot het claimen van het recht om in de huidige woning te blijven wonen, alsmede voldoende alimentatie of ander inkomen te claimen om de woonlasten op te kunnen brengen, hoeft niet te worden voldaan als schriftelijk aantoonbaar kan worden gemaakt dat het niet zinvol is een dergelijke claim te leggen.Hiervan is in ieder geval sprake indien:
Relatiebeëindiging met gedeelde zorg voor minderjarige kinderen (co-ouderschap)In het geval van co-ouderschap kan slechts urgentie aan één van de ouders worden verleend. De hierboven onder b, I en II genoemde voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing. In het geval dat één van beide ouders in de huidige woning kan blijven wonen wordt in geval van co-ouderschap geen urgentie verleend aan de andere ouder.
Ex-gedetineerdenWoningzoekende is een ex-gedetineerde waarbij tijdens en na vrijlating uit detentie een verzoek tot huisvesting wordt ingediend bij de gemeentelijk coördinator nazorg ex-gedetineerden, waarbij de volgende voorwaarden worden opgelegd:
Medische indicatieIngezetenen van de regio, die in een om medische redenen (fysiek/psychisch) onhoudbare woonsituatie verkeren en om die reden een indicatie voor andere woonruimte hebben ontvangen, kunnen in aanmerking komen voor urgentie. Datzelfde geldt voor ingezetenen van de gemeente die te maken hebben met een als gevolg van de woonsituatie zeer progressief ziektebeeld. Indien in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verhuizing wordt aanbevolen in verband met ergonomische belemmeringen door ernstige fysieke belemmeringen kan aan ingezetenen van de regio urgentie worden verleend, mits verhuizen naar oordeel van burgemeester en wethouders spoedeisend is en de goedkoopst adequate voorziening is.
Volkshuisvestelijke indicatieHuurders en eigenaar-bewoners van woningen in de regio die in het belang van de volkshuisvesting of ter uitvoering van openbare werken in het algemeen belang, gesloopt of ingrijpend verbeterd moeten worden, kunnen in aanmerking komen voor urgentie.Burgemeester en wethouders kunnen bij afgifte van de urgentie als hierboven bedoeld bepalen dat betrokken bewoners na voltooiing van de werken eenmalig een vooraf te bepalen passend aanbod krijgen tot terugkeer in het ingrijpend verbeterde of nieuwgebouwde complex. Wanneer geen passend aanbod als bedoeld in paragraaf 2.3. kan worden geboden in het ingrijpend verbeterde dan wel nieuwgebouwde complex, kan eenmalig een passend aanbod tot terugkeer elders in de woonbuurt worden gedaan.
Maatschappelijke indicatieWoningzoekenden die in verband met navolgende omstandigheden dringend woonruimte nodig hebben kunnen in aanmerking komen voor urgentie, het betreft hier:- personen die verblijven in een van gemeentewege erkend opvangtehuis in de regio of uit een van gemeentewege erkende hulp- en dienstverleningsinstellingen in de regio, over wie met betrekking tot toewijzing van woonruimte in regionaal of lokaal verband afspraken zijn gemaakt.
Artikel 2.5.2 Aanvraag en besluitvorming tot urgentie
Aanvraag en besluitvorming tot urgentie
Artikel 2.5.3 Beperkte keuzemogelijkheid urgenten
Burgemeester en wethouders kunnen van het zoekprofiel afwijken, wanneer het belet dat de urgent woningzoekende lokaal een passende woning krijgt toegewezen omdat in de lokale woningvoorraad bepaalde woningtypen ontbreken of naar verwachting niet binnen 6 maanden vrij voor verhuur komen en huisvesting in de woongemeente sociaal of maatschappelijk, noodzakelijk wordt geacht.
Artikel 2.5.4 Intrekken urgentie
Burgemeester en wethouders trekken een urgentieverklaring in, indien:
Paragraaf 2.6 Toewijzen van woonruimte
Artikel 2.6.1 Systeem voor de toewijzing van huurwoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bijzondere categorieën woningzoekenden en woningzoekenden met een indicatie urgent door bemiddeling medewerking verlenen bij het verkrijgen van woonruimte, indien zij er niet in slagen binnen 6 maanden na afgifte urgentie op eigen initiatief passende woonruimte te vinden. Deze bemiddeling vindt binnen 12 maanden plaats nadat de urgentieverklaring is afgegeven.
Systeem voor de toewijzing van huurwoningen
Paragraaf 2.7 Standplaatsen voor een woonwagen
Artikel 2.7.1 Register van standplaatszoekenden
Ter aanvulling op het bepaalde in artikel 2.4.4 lid 3, vervalt de inschrijving als standplaatszoekende ook indien:
Register van standplaatszoekenden
Ter aanvulling op het bepaalde in artikel 2.2.3 wordt voor een standplaats voor een woonwagen een huisvestingsvergunning verleend, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Hoofdstuk 3 Wijziging samenstelling van de woonruimtevoorraad
Paragraaf 3.1 Onttrekking, samenvoeging en omzetting
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op alle woonruimten, met uitzondering van woonschepen (schepen die uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of bestemd zijn) en ligplaatsen voor woonschepen.
Artikel 3.1.2 Vergunningvereisten
Het is verboden om zonder vergunning een woonruimte, aangewezen in artikel 3.1.1:
Artikel 3.1.3 Aanvragen van een vergunning
Artikel 3.1.4 Criteria voor vergunningverlening
Indien burgemeester en wethouders hebben vastgesteld, dat het met de onttrekking, samenvoeging of omzetting gediende belang minder zwaar weegt dan het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad, wordt de vergunning verleend indien aanvrager bereid is compensatie te bieden als bedoeld in art. 3.1.5. en wordt voldaan aan de door burgemeester en wethouders hiermee verband houdende voorwaarden en voorschriften.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat verlening van de vergunning zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op het woon- en leefmilieu van de woonruimte dan wel de omgeving van de woonruimte waarop de aanvraag betrekking heeft.
Indien en voor zover de compensatie als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is, is de aanvrager een financiële bijdrage verschuldigd. Daarbij gelden de volgende prijzen, als een vergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend:
Als een tijdelijke vergunning als bedoeld in artikel 3.1.3 lid 5 wordt verleend, wordt tien procent (10%) per jaar van het bedrag genoemd onder respectievelijk a, b of c (afhankelijk van welke situatie van toepassing is) gehanteerd.
Bij het als compensatie toevoegen van woonruimte (reële compensatie) dient de aanvrager binnen vier weken na de verzenddatum van het besluit van burgemeester en wethouders een waarborgsom te betalen – dan wel een bankgarantie te stellen – aan het in het vierde lid bedoelde fonds, overeenkomstig het bedrag dat geboden zou moeten worden in geval van financiële compensatie.
De waarborgsom vervalt definitief aan het in het vierde lid bedoelde fonds wanneer niet binnen vijf jaar na het besluit tot vergunning, gelijkwaardige vervangende woonruimte aan de voorraad is toegevoegd. Alleen wanneer binnen vijf jaar vervangende woonruimte is toegevoegd, ontvangt de aanvrager de waarborgsom terug.
Vrijstelling van het verbod als bedoeld in artikel 3.1.2 a. wordt verleend wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen een onttrekkingsvergunning intrekken, indien:
Paragraaf 3.2 Splitsing in appartementsrechten
Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing op alle gebouwen, bevattende woonruimte met uitzondering van woonschepen (schepen die uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of bestemd zijn) en ligplaatsen voor woonschepen.
Artikel 3.2.2 Vergunningvereiste
Het is verboden om zonder splitsingsvergunning een recht op een gebouw, aangewezen in artikel 3.2.1 te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en derde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, indien een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte.
Artikel 3.2.3 Aanvragen van een splitsingsvergunning
De aanvraag van een splitsingsvergunning wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en gaat vergezeld van de volgende stukken:
Aanvragen van een splitsingsvergunning
Artikel 3.2.4 Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een splitsingsvergunning weigeren, indien:
Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen ten slotte een splitsingsvergunning weigeren, indien:
Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
Van gebreken als bedoeld in het vorige lid is in ieder geval sprake indien:
Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
Artikel 3.2.5 Aanhouding van de splitsingsaanvraag
Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing op de aanvraag van een splitsingsvergunning aanhouden, indien voor het gebied waarin het gebouw is gelegen waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de wet ruimtelijke ordening van kracht is.
Indien burgemeester en wethouders de beslissing op een aanvraag om een splitsingsvergunning overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid aanhouden, vermelden zij in het besluit tot aanhouding welke gebreken met het oog op de voorgenomen splitsing moeten worden hersteld en binnen welke termijn zij dit redelijk achten. Indien de in het besluit tot aanhouding vermelde gebreken zijn hersteld binnen de in datzelfde besluit aangegeven termijn, wordt de vergunning verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen een splitsingsvergunning intrekken, indien:
Hoofdstuk 4 Verdere bepalingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Artikel 4.3 Bestuurlijke boete
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete voor de overtreding van de artikelen 2.2.1, eerste en tweede lid, 3.1.2. Bij overtreding wordt een geldboete opgelegd van:
Degene die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 3.2.2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde categorie. De genoemde strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
Met de opsporing van de bij artikel 4.3 strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren, belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de Minister van Justitie daartoe zijn aangewezen.
Deze verordening kan worden aangehaald Huisvestingsverordening Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gemeente Zederik 2011.
De intrekking van de Huisvestingsverordening 2005 van de gemeente Zederik heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening gegeven waarschuwingen en gedane aanschrijvingen met betrekking tot de toepassing van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de waarschuwingen of aanschrijvingen betrekking hebben ook vervat zijn in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.