Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de raad van Amsterdam |
Citeertitel | Reglement van orde voor de raad van Amsterdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Geen
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2009 | 12-12-2020 | nieuwe regeling | 11-03-2009 Gemeenteblad 2009, afd. 3A, nr. 45/19 | Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 19 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- actualiteit: een onderwerp, geagendeerd op verzoek van één of meerdere leden, met een spoedeisend karakter;
- amendement: een voorstel tot wijziging van een voor de vergadering van de raad geagendeerd(e) ontwerpverordening of ontwerpbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;
- burgemeester: de burgemeester van Amsterdam;
- college: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;
- commissie onderzoek geloofsbrieven: commissie, belast met het onderzoek van de geloofsbrieven van nieuw benoemde raadsleden, kandidaat-duoraadsleden en kandidaat-wethouders;
- commissievoorzittersoverleg: het regulier overleg van commissievoorzitters;
- duoraadslid: een raadscommissielid, niet zijnde een lid van de raad [1];
- fractie: een in de raad vertegenwoordigd zijnde groepering;
- fractievoorzittersoverleg: het overleg van de voorzitters van de in de raad vertegenwoordigd zijnde groeperingen;
- geloofsbrieven: de schriftelijke bewijsstukken die een nieuw benoemd lid aan de raad moet overleggen om te bewijzen dat hij op wettige wijze is gekozen en dat er tegen zijn verkiezing geen bezwaren bestaan;
- griffie: ambtelijke organisatie onder leiding van de raadsgriffier;
- griffier: de griffier van de raad van de gemeente Amsterdam;
- hoofdelijke oproeping: stemming waarbij de aanwezige leden ieder afzonderlijk hun stem uitbrengen;
- ingekomen stukken: stukken van burgers, instanties, raadsleden, het college of de burgemeester, gericht aan de raad;
- interpellatie: het vragen van inlichtingen aan het college of de burgemeester over een onderwerp dat niet vermeld staat op de agenda;
- lid: een lid van de raad van de gemeente Amsterdam;
- motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp, waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;
- presidium: het dagelijks bestuur van de raad van de gemeente Amsterdam;
- quorum: aantal leden dat aanwezig moet zijn in een vergadering om te kunnen beraadslagen en geldige besluiten te kunnen nemen;
- raad: de raad van de gemeente Amsterdam;
- raadsperiode: tijdvak tussen twee raadsverkiezingen;
- subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement;
- termijnagenda: overzicht van aangenomen moties, nog niet afgedane ingekomen stukken, alsmede door het college of de burgemeester aan de raad gedane toezeggingen;
- voordracht: voorstel van het college, de burgemeester of het presidium aan de raad, uitmondend in een ontwerpbesluit;
- voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;
- vragenuur: onderdeel van een raadsvergadering waarin leden mondelinge vragen kunnen stellen aan het college of de burgemeester.
Artikel 4 Het fractievoorzittersoverleg
Het fractievoorzittersoverleg komt in ieder geval vóór elke raadsvergadering bijeen en is belast met het doen van voorstellen aan de raad met betrekking tot de agenda van de raadsvergadering en de te volgen procedure ten aanzien van de bij de raad ingekomen stukken, mondelinge vragen, actualiteiten en interpellatieaanvragen, zowel met betrekking tot de komende vergadering als in het algemeen. Het fractievoorzittersoverleg adviseert daarnaast gevraagd dan wel ongevraagd het presidium.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties; gedragscode
Artikel 8: Onderzoek geloofsbrieven
Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid. De kandidaat moet aan de commissie een verklaring omtrent het gedrag, een uittreksel uit het persoonsregister en een curriculum vitae overleggen.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
– één of meer leden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden;
– twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;
– één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie,
wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
b. Met de onder a beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 15 Gemeenteblad en ter inzage leggen van stukken
Alle voordrachten, adviezen, actualiteiten, interpellatieaanvragen en initiatiefvoorstellen die aan de raad zijn gericht, evenals moties en amendementen van de raad worden, voor zover zij niet van vertrouwelijke aard zijn en met inachtneming van artikel 25, tweede lid, van de Gemeentewet [3], geheel of gedeeltelijk in het Gemeenteblad opgenomen, op een door de griffier aan te wijzen plaats ter inzage gelegd en zoveel mogelijk via internet gepubliceerd.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Artikel 18 Quorum en opening vergadering
Op een vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raad kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zittende leden tegenwoordig is.
De in het eerste lid vermelde personen hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur vóór het vaststellen van de notulen bij de griffier te worden ingediend.
De notulen moeten ten minste inhouden:
I de namen van de voorzitter, de griffier en de ter vergadering aanwezige leden en wethouders, alsmede van de leden en de wethouders die afwezig waren, en overige personen die het woord hebben gevoerd;
II een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
III een woordelijk verslag van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord hebben gevoerd;
IV een overzicht van het verloop van elke stemming met vermelding van het stemgedrag van fracties of personen en met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die vóór of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden.
Voor het verdelen van de spreektijd geldt dat 40% van de totale spreektijd wordt gereserveerd voor het college en vergadertechnische zaken als stemmingen; de overige 60% is gereserveerd voor spreektijd voor de raad. Voor het verdelen van de spreektijd voor de raad wordt het principe 60/40 gehanteerd. Dit betekent dat 60% van de spreektijd evenredig over de fracties wordt verdeeld; de overige 40% wordt verdeeld naar rato van de grootte van de fractie.
De raad kan, op voorstel van de voorzitter, het presidium of het fractievoorzitters-overleg, bij de aanvang of tijdens de loop van de beraadslagingen andere regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden van de raad en het college voor de gehele vergadering dan wel met betrekking tot één of meerdere agendapunten.
Artikel 27 Besloten vergadering
Indien de raad op grond van het bepaalde in artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet [5] voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.
Indien een spreker beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen bezigt of, op welke wijze dan ook, de orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door de voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de vermaning aanleiding hebben gegeven, terug te nemen en zich te excuseren voor de ordeverstoring.
Indien een spreker voortgaat van het onderwerp af te wijken, beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren, zijn plicht tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan te sporen tot onwettige handelingen of niet voldoet aan de uitnodiging van de voorzitter, ontneemt de voorzitter hem het woord.
De voorzitter kan de vergadering eveneens schorsen, indien een spreker daartoe, gelet op de beraadslaging, een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt tevens de verlangde tijdsduur van de schorsing aangegeven, welke niet langer dan 30 minuten mag duren. Na het verstrijken van de voor de schorsing gestelde tijdsduur heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een hernieuwde schorsing kan worden gevraagd, welke echter ten hoogste 15 minuten mag duren. Na deze tweede schorsing heropent de voorzitter de vergadering, waarna de beraadslaging wordt voortgezet.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 34 Hoofdelijke stemming
Behoudens de gevallen waarin de leden zich volgens de Gemeentewet [6] van stemming moeten onthouden, en behoudens het geval voorzien in het vierde lid, is ieder in de vergadering aanwezig lid verplicht, bij hoofdelijke stemming zijn stem uit te brengen met het woord "voor" of "tegen" zonder enige bijvoeging. [7]
Vóór iedere te houden hoofdelijke stemming wordt door het lot bepaald welk lid het eerst zijn stem uitbrengt. De leden worden voor het uitbrengen van hun stem door de voorzitter, of op zijn aanwijzing door de griffier, afgeroepen, te beginnen met het door het lot aangewezen lid, in de volgorde waarin hun namen op de alfabetische presentielijst voorkomen. Indien de voorzitter lid van de raad is, brengt hij zijn stem als laatste uit.
Indien bij hoofdelijke stemming blijkt dat het voor de opening van de vergadering vereiste aantal leden niet meer aanwezig is, kan de voorzitter hetzij de vergadering voor enige tijd schorsen en haar, indien bij heropening weer voldoende leden aanwezig blijken te zijn, voortzetten, hetzij de vergadering sluiten en tegen een later tijdstip een nieuwe vergadering bijeenroepen.
Artikel 35 Stemming over personen
De in het eerste lid vermelde bepaling is niet van toepassing op de benoeming van leden van de raad die als zodanig deel van een commissie of een bestuur uitmaken, noch op de benoeming van de commissies, enkel uit leden van de raad bestaande. Kandidaten voor raadscommissies worden op schriftelijk voorstel van de fractievoorzitter voorgedragen. De in het eerste lid vermelde bepaling is evenmin van toepassing in gevallen waarin wet of verordening anders bepaalt.
Indien het college aan de raad een voordracht, voorstel of aanbeveling van één of meer personen doet ter vervulling van een vacature, kan een lid dat de voorgedragen persoon of personen niet geschikt acht voor de vervulling van die vacature, een tegenstem uitbrengen; voor de bepaling van de uitslag telt deze stem mee.
Artikel 36 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt over welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 37 Beslissing door het lot
Indien bij een stemming over personen, ingevolge het bepaalde in artikel 36, derde lid, loting wordt vereist, geschiedt deze loting door de leden van het stembureau, van wie één de namen van de desbetreffende personen elk afzonderlijk op uiterlijk niet te onderscheiden briefjes schrijft, de tweede deze briefjes naziet en ze in vieren gevouwen in een daartoe bestemde bus werpt, en de derde één van de briefjes uit de bus trekt en de naam welke daarop staat, opleest.
Een voorstel van het college aan de raad moet in ieder geval bestaan uit:
- de tekst van het te nemen besluit;
- de vermelding van de wettelijke grondslag van het te nemen besluit, met een korte toelichting;
- de beschrijving van de bestuurlijke context van het te nemen besluit;
Indien een motie is uitgevoerd c.q. afgehandeld, meldt het college dit ingeval nadere besluitvorming noodzakelijk is, in een voordracht aan de raad. Indien nadere besluitvorming achterwege kan blijven en de motie als afgedaan kan worden beschouwd, meldt het college dit schriftelijk en voorzien van een deugdelijke toelichting aan de raad, welke mededeling op de lijst van ingekomen stukken voor de eerstvolgende vergadering na melding wordt geplaatst en in afschrift naar de meest betrokken raadscommissie wordt gezonden.
Indien een aangenomen motie niet is afgehandeld c.q. uitgevoerd binnen de termijn van dertien weken na stemming in de raadsvergadering, geeft het college schriftelijk inzicht in de redenen daarvan. Het presidium beslist of de motie zal worden opgenomen in de conceptagenda voor de eerstvolgende vergadering.
Een actualiteit wordt ten minste 24 uur voorafgaand aan de vergadering schriftelijk of digitaal ter attentie van de voorzitter ingediend bij de griffier, op een supplementagenda geplaatst en gepubliceerd in afdeling 1 van het Gemeenteblad. Een afschrift van de actualiteit, de omschrijving van het onderwerp en de reden van spoedeisendheid worden zo spoedig mogelijk door de griffier gezonden aan de raad, het fractievoorzittersoverleg en het college.
Het verzoek tot het mogen houden van een interpellatie wordt schriftelijk of digitaal, in de vorm van een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede van de te stellen vragen, ten minste 48 uur voorafgaand aan de vergadering ter attentie van de voorzitter ingediend bij de griffier. Hierbij wordt gebruikgemaakt van het door de griffie verstrekt sjabloon.
Artikel 45 Schriftelijke vragen
Indien bij de voorzitter van de raad tegen het doorsturen ter beantwoording van de vragen bezwaar bestaat uit oogpunt van vorm en inhoud, wordt daarvan aan het desbetreffende lid mededeling gedaan. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer de vragen een onderwerp betreffen dat niet binnen de bevoegdheden van het gemeentebestuur valt, er reeds gelijkluidende vragen door een ander lid zijn ingediend, of wanneer behandeling van het desbetreffende onderwerp op korte termijn voorzien is in een raadscommissie of de raad dan wel onderwerp is van een raadsonderzoek c.q. raadsenquête.
De raad kan op voorstel van één of meer van zijn leden een onderzoek instellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur [8], dan wel een vooronderzoek naar het nut of de noodzaak van een eventueel onderzoek. De voorwaarden omtrent de instelling van een onderzoek of vooronderzoek zijn in een afzonderlijke verordening vastgelegd.
Hoofdstuk 5 Begroting en rekening
Artikel 49 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium en het fractievoorzittersoverleg, vaststelt.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 50 Verslag en verantwoording
Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, die door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld, aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie.
[2] Artikel 25, lid 1: “De raad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raad haar opheft.” Lid 2: “Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de raad overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.”
[4] Artikel 24 van de Gemeentewet: “In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over: a) de toelating van nieuw benoemde leden; b) de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening; c) de invoering, wijziging en afschaffing van gemeentelijke belastingen, en d) de benoeming en het ontslag van wethouders.
[6] Zie Gemeentewet artikel 28, lid 1 en lid 3. Lid 1: “Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over: a) een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken; b) de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.” Lid 3: “Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming indien het een benoeming betreft die hem persoonlijk aangaat. Dat is wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht is beperkt”.