Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Utrecht

Verordening van 25 februari 2002 houdende regels omtrent een heffing ter bestrijding van de kosten in verband met ontgrondingen (Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Utrecht
Officiële naam regelingVerordening van 25 februari 2002 houdende regels omtrent een heffing ter bestrijding van de kosten in verband met ontgrondingen (Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002)
CiteertitelHeffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpmilieu, belastingen, ontgrondingen, leges

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 1997.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet, art. 220
  2. Ontgrondingenwet, art. 21f

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012art. 2, 11

31-10-2011

Provinciaal blad, 2011, 63

PS2011BEM12
01-05-200201-01-2012nieuwe regeling

25-02-2002

Prov. blad 2002, 6

2001REG002869i

Tekst van de regeling

Verordening van 25 februari 2002 houdende regels omtrent een heffing ter bestrijding van de kosten in verband met ontgrondingen (Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002)

Provinciale staten van Utrecht;

Op het voorstel van gedeputeerde staten van 11 december 2001, dienst/sector REG/ROL, nummer 2001REG002869i

Gelet op artikel 220 van de Provinciewet en artikel 21f van de Ontgrondingenwet

Besluiten:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Ontgrondingenwet;

b. vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de wet;

c. machtiging: machtiging als bedoeld in artikel 12 van de wet;

d. hoeveelheid stoffen: de ingevolge de vergunning of machtiging te winnen hoeveelheid vaste stoffen in kubieke meter, gemeten in profiel van ontgraving.

 

Artikel 2. Aard van de heffing.

Onder de naam "ontgrondingenheffing" wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van ten hoogste vijftig procent van de ten laste van de provincie komende kosten van werkzaamheden in verband met onderzoek en planning met betrekking tot ontgrondingen en van werkzaamheden, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 7b van de wet.

 

Artikel 3. Belastingplicht

De ontgrondingenheffing wordt geheven van houders van vergunningen of machtigingen.

 

Artikel 4. Grondslag van de heffing

De ontgrondingenheffing wordt geheven over de hoeveelheid stoffen waarvoor vergunning of machtiging, dan wel een wijziging van een vergunning of machtiging is verleend.

 

Artikel 5. Vrijstelling

Vrijgesteld van de heffing zijn:

a. hoeveelheden van minder dan 10.000 kubieke meter ingevolge de vergunning of machtiging te winnen stoffen;

b. hoeveelheden ten aanzien waarvan eerder is geheven.

 

Artikel 6. Tarief

De ontgrondingenheffing bedraagt € 0,04 per m3 stoffen.

 

Artikel 7. Wijze van heffing

De ontgrondingenheffing wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld

De belastingschuld ontstaat op het tijdstip waarop de vergunning of machtiging is verleend.

 

Artikel 9. Tijdstip van betaling

De verschuldigde ontgrondingenheffing wordt betaald binnen vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet dan wel na de bekendmaking van het besluit tot verlening van de vergunning of machtiging, indien die later plaatsvindt.

 

Artikel 10. Betaling in termijnen en uitstel van betaling

1. Gedeputeerde staten kunnen betaling in termijnen toestaan. Het aantal termijnen is maximaal vijf en de periode tussen de vervaldagen van de afzonderlijke termijnen is maximaal acht weken.

2. Gedeputeerde staten kunnen uitstel van betaling toestaan. Zij kunnen het uitstel, ook al is dit voor een bepaalde termijn verleend, te allen tijde door opzegging onmiddellijk doen eindigen.

 

Artikel 11. Teruggaaf

1. Indien een vergunning of machtiging wordt vernietigd of ingetrokken dan wel wordt gewijzigd in die zin dat de toegestane te winnen hoeveelheid stoffen wordt verminderd, vindt op verzoek van de heffingplichtige teruggaaf van de heffing plaats voor zover de vergunning of machtiging is vernietigd of ingetrokken dan wel de hoeveelheid stoffen voor de winning waarvan vergunning of machtiging is verleend, is verminderd.

2. Geen teruggaaf geschiedt over de hoeveelheid stoffen die reeds gewonnen is.

3. Teruggaaf blijft achterwege indien het bedrag dat moet worden teruggeven minder bedraagt dan € 227,-.

 

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van de heffing wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 13. Overgangsrecht

De Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 1997 (1) wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002 in werking treedt, met dien verstande, dat de eerst genoemde verordening van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ingediend.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst (2).

 

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002.

Ondertekening

voorzitter, B. Staal

griffier, H.H. Sietsma

1) Provinciaal blad 1997, 50. 2) Datum van uitgifte: 8 maart 2002.