Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de commissie: de vertrouwenscommissie;
- b.
de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties;
- c.
de secretaris: de secretaris van de commissie;
- d.
profielschets: de eisen die aan de te benoemen commissaris worden
gesteld met betrekking tot de vervulling van het ambt en die het
onderwerp van het in artikel 61, tweede lid, van de Provinciewet
bedoelde overleg zijn geweest en die vervolgens door Provinciale
Staten zijn
vastgesteld.
Artikel 2 Taak
De commissie heeft tot taak de beoordeling van kandidaten voor de vervulling
van de vacature van de commissaris van de Koningin in de provincie
Flevoland, één en ander ter voorbereiding van de aanbeveling inzake de
benoeming als bedoeld in artikel 61, vijfde lid, van de Provinciewet
Artikel 3 Samenstelling commissie
- 1.
Provinciale Staten benoemen de leden van de commissie op voordracht
van de voorzitters van de fracties in Provinciale Staten.
- 2.
De fractievoorzitters dragen elk één lid van hun fractie voor het
lidmaatschap van de commissie voor.
- 3.
Het lidmaatschap is persoonlijk, echter in geval van langdurig
ziekte van meer dan een maand of overlijden kan een lid van de
commissie worden vervangen. De betreffende fractie wordt in dat
geval in de gelegenheid gesteld een vervanger voor te dragen.
- 4.
De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een
plaatsvervangend voorzitter
Artikel 4 Adviseur
Op voordracht van Gedeputeerde Staten wordt als adviseur aan de commissie
toegevoegd, gedeputeerde H. Dijksma.
Het lidmaatschap is persoonlijk, echter in geval van langdurig ziekte van
meer dan een maand of overlijden worden Gedeputeerde Staten in de
gelegenheid gesteld een vervanger voor te dragen.
De adviseur heeft geen stemrecht.
Artikel 5 Secretaris
- 1.
De griffier, mevrouw A. Doesburg, is secretaris van de commissie en
verleent, waar nodig, ambtelijke bijstand. De secretaris heeft geen
stemrecht.
- 2.
Met instemming van Gedeputeerde Staten verleent de
secretaris-algemeen directeur van de provincie, de heer T. van der
Wal, aan de commissie bijstand. Bij afwezigheid van de secretaris
treedt hij op als plaatsvervangend secretaris. Ook de
plaatsvervangend secretaris heeft geen stemrecht.
Artikel 6 Geheimhouding
- 1.
Aan de leden van de commissie wordt geheimhouding opgelegd met
betrekking tot alle informatie die zij verkrijgen door hun
lidmaatschap van de commissie dan wel die betrekking heeft op de
werkzaamheden van de commissie.
- 2.
De in het eerste lid vermelde verplichting geldt tevens voor de
adviseur, bedoeld in artikel 4 en voor de secretaris en de
plaatsvervangend secretaris, bedoeld in artikel 5.
- 3.
De voorzitter ziet erop toe dat de verplichting tot geheimhouding
wordt nageleefd en neemt zonodig dienstige maatregelen.
- 4.
De verplichting tot geheimhouding blijft van kracht nadat de
commissie haar werkzaamheden
heeft beëindigd en is ontbonden.
Artikel 7 Vergaderingen
- 1.
De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste
twee leden dit noodzakelijk
achten.
- 2.
De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
- 3.
De commissie kan slechts vergaderen, indien ten minste de helft van
de leden aanwezig is.
Artikel 8 Stemming
- 1.
De commissie streeft naar een unanieme voordracht.
- 2.
Indien niet tot een unanieme voordracht gekomen kan worden, wordt
het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.
Is uitstel van de beslissing niet mogelijk, of is ook in de volgende
vergadering geen sprake van unanimiteit, zodat stemming nodig is,
dan worden de
verschillende meningen binnen de commissie ook ter kennis van de
staten gebracht.
Artikel 9 Verslag
- 1.
De secretaris maakt een ontwerpverslag van het behandelde ter
vergadering. Het verslag wordt door de commissie vastgesteld.
- 2.
Indien geen volgende vergadering wordt gehouden, stelt de voorzitter
het verslag vast, nadat de leden van de commissie schriftelijk met
het ontwerpverslag hebben ingestemd.
Artikel 10 Vertegenwoordiging en verzending en ondertekening van
stukken
- 1.
De voorzitter van de commissie vertegenwoordigt de commissie en
treedt op als contactpersoon en woordvoerder.
- 2.
Alle stukken, bestemd voor de commissie, worden gericht aan het
privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard.
- 3.
Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de
voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van
de secretaris verzonden.
Artikel 11 Sollicitatiegesprekken
- 1.
De commissie voert gesprekken met de door de minister op grond van
artikel 61, derde lid, van de Provinciewet opgegeven kandidaten die
door de minister in beginsel geschikt geacht worden voor
benoeming.
- 2.
Al dan niet op verzoek van een niet door de minister doorgeleide
kandidaat kan de commissie besluiten om ook met deze kandidaat, een
gesprek te voeren; zij doet daarvan onverwijld mededeling aan de
minister en betrekt het oordeel van de minister over deze kandidaat
in haar beoordeling van de kandidaten.
- 3.
Indien de commissie besluit met een door de minister in beginsel
geschikt geachte kandidaat geen gesprek te hebben, stelt de
commissie de minister en de kandidaat daarvan schriftelijk op de
hoogte.
- 4.
De commissie verricht de beoordeling van de kandidaten op basis van
de profielschets.
- 5.
De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de
door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt over haar werkzaamheden
schriftelijk verslag uit aan Provinciale Staten.
De commissie brengt haar verslag ter kennis van de minister.
- 6.
Gelijktijdig met de inzending van het in het vorige lid bedoelde
verslag doet de commissie in de volgorde van haar voorkeur
schriftelijk opgave van twee kandidaten die naar haar oordeel voor
benoeming in aanmerking komen.
- 7.
De commissie motiveert haar opgave en maakt melding van de
opvattingen van de leden die niet instemmen met het verslag of de
opgave, indien en voor zover deze leden daartoe de wens te kennen
geven.
Artikel 12 Informatieverzameling
- 1.
De voorzitter en de secretaris nodigen in overleg met de commissie
de kandidaten, bedoeld in artikel 11, eerste en tweede lid,
uit.
- 2.
De voorzitter stelt de plaats, datum en tijdstip van een gesprek
zodanig vast dat de naam van een kandidaat niet bekend wordt bij één
of meer andere kandidaten of bij derden.
- 3.
Op grond van artikel 61, vierde lid, van de Provinciewet verschaft
de commissie zich de door haar nodig geachte informatie over de
kandidaten. De commissie vraagt deze informatie steeds op door
tussenkomst van de minister.
Artikel 13 Tijdstip ontbinding commissie
De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op
die waarop aan Provinciale Staten bij Koninklijk Besluit bekend is gemaakt
wie als Commissaris van de Koningin van Flevoland is benoemd.
Artikel 14 Archivering bescheiden
- 1.
De secretaris draagt er zorg voor dat alle archiefbescheiden in
verzegelde enveloppen en gerubriceerd als 'geheim' vóór het tijdstip
van de ontbinding van de commissie worden overgebracht naar de
krachtens de Archiefwet door Provinciale Staten aangewezen
archiefbewaarplaats.
- 2.
Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring
van overbrenging volgens artikel 9 van het Archiefbesluit 1995
opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met
toepassing van artikel 15, eerste lid 1. onder a en c, van de
Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende
voor een periode van 75 jaar.
- 3.
In afwijking van het eerste lid worden de originele bescheiden die
de commissie heeft ontvangen van de minister, vóór het tijdstip van
de ontbinding van de commissie aan de minister teruggezonden.
Artikel 15 inlevering bescheiden
- 1.
De leden, de adviseur, de secretaris en plaatsvervangend secretaris
overhandigen alle aan hun verstrekte bescheiden en de kopieën die
zij van deze bescheiden onder zich hebben, vóór het tijdstip van de
ontbinding van commissie aan de secretaris.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde bescheiden alsmede de bescheiden en de
kopieën die de secretaris dan wel de plaatsvervangend secretaris
onder zich hebben, worden door de secretaris onverwijld
vernietigd.
Artikel 16 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de
commissie, met inachtneming van hetgeen bij of krachtens wettelijk
voorschrift is bepaald. Zo nodig voert de voorzitter van de commissie vooraf
overleg met de minister.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: verordening vertrouwenscommissie
benoeming commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland 2008.
Artikel 18 Inwerkingtreding en geldigheidsduur
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van
de bekendmaking in het Provinciaal Blad en vervalt met ingang van de eerste
de dag volgend op die waarop aan Provinciale Staten bij Koninklijk Besluit
bekend is gemaakt wie als Commissaris van de Koningin van Flevoland is
benoemd.