Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening stedelijke vernieuwing Flevoland 2004 |
Citeertitel | Verordening stedelijke vernieuwing Flevoland 2004 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | subsidies, volkshuisvesting |
Geen.
Wet stedelijke vernieuwing
Beleidskader investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2004 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 08-07-2004 Provinciaal blad, 2004, 24 | statenvoorstel 04.0105 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Stedelijke vernieuwing: op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en de veiligheid, bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de woon- en milieukwaliteit, versterking van het economisch draagvlak, bevordering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins strekken tot structurele verhoging van de kwaliteit van het stedelijk gebied;
HOOFDSTUK 3. CRITERIA VOOR DE VERDELING VAN HET INVESTERINGSBUDGET
Artikel 4. Hoogte van het toe te kennen investeringsbudget.
De hoogte van het te verlenen investeringsbudget bedraagt een maximaal percentage van de totale investeringskosten van de stedelijke vernieuwingsactiviteit, met een minimum bedrag. Het percentage en het minimum bedrag worden door Gedeputeerde Staten in de door hen vast te stellen beleidskader aangegeven
Artikel 5. De aanvraag om verlening van investeringsbudget.
Het college van burgemeester en wethouders dient uiterlijk 1 juli van het eerste jaar van het investeringstijdvak bij Gedeputeerde Staten een schriftelijke aanvraag in voor investeringsbudget ten behoeve van een stedelijke vernieuwingsactiviteit. De aanvraag gaat vergezeld van een onder-bouwing van de voorgenomen stedelijke activiteit, een compacte gemeentelijke visie op stedelijke vernieuwing voor de planperiode, een sterkte-zwakte analyse van de bestaande situatie in de gemeente en bevat in ieder geval een financiële paragraaf en een vermelding van de wijze waarop belanghebbenden bij de voorbereiding en de uitvoering worden betrokken.
Artikel 6. Het besluit tot verlenen van investeringsbudget
Gedeputeerde Staten maken hun beslissing op ingediende aanvragen bekend binnen de in artikel 11, derde lid van de wet genoemde termijnen.
Het verlenen van investeringsbudget blijft achterwege in de in artikel 8 van de wet genoemde gevallen.
Artikel 9. Betaalbaarstelling van het investeringsbudget
Bevoorschotting kan plaatsvinden indien sprake is van stedelijke vernieuwingsactiviteiten die een looptijd hebben van meer dan een jaar. Het verleende budget wordt daartoe in jaarlijkse bedragen opgedeeld, welke verdeling afhankelijk kan zijn van de behoefte gedurende de uitvoering van de stedelijke vernieuwingsactiviteiten en van het betalingsritme zoals dat door het Rijk wordt gehanteerd.
HOOFDSTUK 5. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De afwikkeling van verleende investeringsbudgetten op grond van de op 8 juni 2000 vastgestelde Verordening stedelijke vernieuwing vindt plaats overeenkomstig de daarin gestelde regels.
Voorzover bij wettelijk voorschrift niet uitgesloten kunnen gedeputeerde staten afwijken van het gestelde in deze verordening wanneer toepassing ervan naar het oordeel van gedeputeerde staten zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.