Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening groenblauwe zone |
Citeertitel | Verordening groenblauwe zone |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Geen.
Wet ruimtelijke ordening, art. 4.1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2008 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 11-12-2008 Provinciaal blad, 2008, 52 | statenvoorstel 748887 |
Hoofdstuk 1 - Begripsbepalingen
Artikel 1.1 - Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
groenblauwe zone: Het natuur- en recreatiegebied met als hoofddoelstelling het realiseren van een robuuste ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe met als doelsoort het edelhert, met in achtneming van de randvoorwaarden dat binnen de groenblauwe zone het watersysteem duurzaam wordt ingericht en dat 85% van het gebied beleefbaar is voor recreanten;
plangebied groenblauwe zone: Het gebied waarvoor - conform deze verordening - bestemmingsplannen moeten worden opgesteld ten behoeve van de groenblauwe zone en dat is aangegeven op de kaart 'plangebied groenblauwe zone' die onderdeel uitmaakt van deze verordening;
beschermingsgebied groenblauwe zone: Het gebied waarbinnen de bepalingen van artikel 4.1, derde lid, van de wet, zoals uitgewerkt in hoofdstuk 4 van deze verordening, van toepassing zijn en dat is aangegeven op de kaart 'beschermingsgebied groenblauwe zone' die onderdeel uitmaakt van deze verordening;
objecten of voorzieningen voor natuurontwikkeling: gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, werkzaamheden, voorzieningen en/of maatregelen die het mogelijk maken dat de natuur (flora en fauna) zich verder kan ontwikkelen en vrijelijk kan verplaatsen. Hieronder zijn onder meer begrepen: vistrappen, uittreeplekken, ecopassages, vleermuiskasten, roofvogelpalen;
Hoofdstuk 2 - Algemene bepalingen
Deze algemene bepalingen vormen, tezamen met de overige regels van deze verordening, de kaarten 'plangebied groenblauwe zone' en 'beschermingsgebied groenblauwe zone' die onderdeel uitmaken van deze verordening en - nadat deze is vastgesteld en vertaald in nadere regels zoals bedoeld in deze verordening - de structuurvisie OostvaardersWold, het toetsingskader:
Artikel 2.2 - Doelstellingen groenblauwe zone
De hoofddoelstelling voor de groenblauwe zone is het realiseren van een robuuste ecologische verbinding met als doelsoort het edelhert, met in achtneming van de randvoorwaarden dat binnen de groenblauwe zone het watersysteem duurzaam wordt ingericht en dat 85% van het gebied beleefbaar is voor recreanten.
Daarnaast dient de groenblauwe zone de volgende doelstellingen:
Daarbij geldt de voorwaarde dat de ligging van het aanvullende gebied binnen het zoekgebied de ontwikkeling van Lelystad Airport binnen de PKB niet mag belemmeren.
Artikel 2.3 - Bestemmingsplannen groenblauwe zone
Om de groenblauwe zone en het goed functioneren daarvan planologisch mogelijk te maken, stellen de gemeenten waarbinnen het plangebied groenblauwe zone ligt bestemmingsplannen vast voor het plangebied groenblauwe zone, met in achtneming van de regels in hoofdstuk 3 van deze verordening. Dit zijn regels als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van de wet.
In afwijking van de termijn genoemd in artikel 4.1, tweede lid, van de wet stellen de gemeenten waarbinnen het plangebied groenblauwe zone ligt de bestemmingsplannen als bedoeld in het eerste lid niet eerder vast dan nadat door de provincie Flevoland de structuurvisie OostvaardersWold is vastgesteld, met dien verstande dat de bestemmingsplannen uiterlijk 1 januari 2011 worden vastgesteld.
Artikel 2.4 - Bescherming groenblauwe zone
Om te voorkomen dat er in het beschermingsgebied groenblauwe zone (nieuwe) ontwikkelingen plaatsvinden waardoor het gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de groenblauwe zone moeten zolang er nog geen bestemmingsplannen zijn vastgesteld met in achtneming van deze verordening voor initiatieven en ontwikkelingen op gronden in het beschermingsgebied groenblauwe zone de regels van hoofdstuk 4 van deze verordening in acht worden genomen. Dit zijn regels als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de wet.
Artikel 2.5 ' Aanpassing begrenzing vanwege uitsluitsel in zoekgebied
Op verzoek van betrokkene, zal het college van Gedeputeerde Staten de grenzen van het plangebied groenblauwe zone en het beschermingsgebied groenblauwe zone zodanig wijzigen dat een perceel met de aanduiding '* mogelijkheid aanpassing begrenzing' buiten de grenzen komt te vallen, waardoor de verordening dan niet meer op dit perceel van toepassing is.
Uiterlijk 1 juli 2009 dient de betrokkene aan te geven of van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt of niet.
Hoofdstuk 3 - Bestemmingsplannen groenblauwe zone
Titel 3.1 - Bestemmingsspecifieke bepalingen
Artikel 3.1 - Inpassing van bestaande functies
Artikel 3.2 - Groenblauwe zone
De nadere regels kunnen betrekking hebben op soort, aard, omvang en exacte lokatie van de te realiseren functies dan wel de te beschermen waarden.
Artikel 3.3 Dubbelstemmingen en aanduidingen
Een bestemmingsplan voor het plangebied groenblauwe zone voorziet in een dubbelbestemming voor de bestaande hoogspanningsleiding en andere reeds bestaande kabels en leidingen. Hierbij wordt bepaald dat deze dubbelbestemming nevengeschikt is aan de andere bestemming die ook op deze gronden is gelegd.
3.3.3 - Archeologische waarden
Een bestemmingsplan voor het plangebied groenblauwe zone voorziet in een regeling ter bescherming van de archeologische waarden overeenkomstig de provinciale beleidsregel 'Archeologie en ruimtelijke ordening 2008.
3.3.4 - Vrijwaringszone voor infrastructuur
Binnen de gronden gelegen binnen een zone als bedoeld in het eerste lid mag de aanleg dan wel verbreding van infrastructuur en bijbehorende voorzieningen niet onmogelijk worden gemaakt door geen nieuwe bebouwing toe te laten, behoudens bebouwing die ook binnen de bestemmingen voor het spoor, de Gooise weg, Nijkerkerweg en de A6 is toegestaan.
Artikel 3.4 - Ontheffingen voor andere bestemmingen
Aan deze ontheffing kunnen Gedeputeerde Staten voorschriften verbinden om de bestemming als bedoeld in het eerste lid in te passen in en af te stemmen op de doeleinden voor de groenblauwe zone. De voorschriften kunnen betrekking hebben op soort, aard, omvang en exacte locatie van de te realiseren functies dan wel de te beschermen waarden.
Titel 3.2 ' overige bepalingen in bestemmingsplannen
Artikel 3.5 - Aansluiting bestemmingsplannen
De bestemmingen in de bestemmingsplannen voor het plangebied groenblauwe zone sluiten zowel qua inhoud als voor wat betreft de lokalisering onderling op elkaar aan.
Artikel 3.6 - Toegestane bestemmingen
Een bestemmingsplan voor het plangebied groenblauwe zone bevat alleen de bestemmingen en aanduidingen als bedoeld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3 van deze verordening, onverminderd het bepaalde in artikel 3.7 van deze verordening.
Artikel 3.7 - Voorlopige bestemmingen en (tijdelijke) ontheffingen
Een bestemmingsplan voor het plangebied groenblauwe zone beperkt de toepasselijkheid van de artikelen 3.2 en 3.22 van de wet tot de gevallen waarin de voorlopige bestemming respectievelijk de (tijdelijke) ontheffing zich verdraagt met de hoofddoelstelling van de groenblauwe zone als bedoeld in artikel 2.2.
Artikel 3.8 - Verwezenlijking in de naaste toekomst
Een bestemmingsplan voor het plangebied groenblauwe zone bevat een bepaling als bedoeld in artikel 3.4 van de wet voor de gronden waarvan de bestemmingen en bestemmingsdoeleinden nog niet gerealiseerd zijn.
Artikel 3.9 ' Wijzigingsbevoegdheid, en uitwerkingsverplichting, binnenplanse ontheffing
In een bestemmingsplan voor het plangebied groenblauwe zone worden aan de wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsverplichting en aan de bevoegdheid om ontheffing te verlenen van bij het plan aan te geven regels, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a tot en met c, van de wet, regels verbonden die erop zien dat de hoofddoelstelling van de groenblauwe zone als bedoeld in artikel 2.2 wordt gewaarborgd.
Hoofdstuk 4 - Bescherming groenblauwe zone
Titel 4.1 - Wijziging bestaand gebruik
Het is verboden in het beschermingsgebied groenblauwe zone het bestaand gebruik te wijzigen in een ander gebruik, waaronder ook wordt verstaan wijziging in omvang en/of intensiteit, indien daardoor het plangebied groenblauwe zone minder geschikt wordt voor het verwezenlijken van de groenblauwe zone. Onder een ander gebruik wordt verstaan een vorm van gebruik die op grond van het geldende bestemmingsplan bij recht, dan wel na ontheffing of wijziging van het bestemmingsplan, is toegestaan. Gebruik dat de gronden minder geschikt maken voor het verwezenlijken van de groenblauwe zone omvat in ieder geval het gebruik voor permanente bollenteelt, intensieve gewasteelt (zoals het telen van champignons), het toepassen van gentechnologie, sierteelt, pot- en containerteelt, viskwekerij en de omschakeling naar (andere vormen van) veeteelt en/of veehouderij.
Bij de beoordeling van de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het eerste lid betrekken Gedeputeerde Staten:
of door het voorgestane gebruik, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, het plangebied groenblauwe zone mogelijk minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud van één of meer onderdelen, waarden of functies van de groenblauwe zone en voorts of aan de mogelijke gevolgen door het stellen van voorschriften voldoende tegemoet kan worden gekomen;
Gedeputeerde Staten kunnen een ontheffing als bedoeld in het eerste lid onder beperkingen verlenen en/of kunnen aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid voorschriften verbinden, waaronder het verlenen van de ontheffing voor een bepaalde periode, waardoor voorkomen wordt dat het plangebied groenblauwe zone minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de groenblauwe zone.
Artikel 4.3 - Uitzonderingen verbodsbepaling
Het in artikel 4.1 genoemde verbod geldt niet voor een wijziging waarmee op het moment van inwerkingtreding van deze verordening is of mag worden begonnen krachtens een bouwvergunning, krachtens een ontheffing van het geldende bestemmingsplan of krachtens een vastgesteld (en - indien van toepassing - voor zover door de provincie uiteindelijk goedgekeurd) wijzigingsplan of uitwerkingsplan.
Titel 4.2 - Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Artikel 4.4 - Aanlegvergunningplicht
Het is verboden in het beschermingsgebied groenblauwe zone zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van Gedeputeerde Staten de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden te verrichten:
Artikel 4.5 - Vergunningverlening
Bij de beoordeling van een aanvraag door een initiatiefnemer om een vergunning als bedoeld in artikel 4.4 betrekken Gedeputeerde Staten:
of door de voorgestelde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, het plangebied groenblauwe zone mogelijk minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud van één of meer onderdelen, waarden of functies van de groenblauwe zone en voorts of aan de mogelijke gevolgen door het stellen van voorschriften voldoende tegemoet kan worden gekomen;
Gedeputeerde Staten kunnen een vergunning als bedoeld in artikel 4.4 onder beperkingen verlenen en/of kunnen aan een vergunning als bedoeld in artikel 4.4 voorschriften verbinden, waaronder het verlenen van de ontheffing voor een bepaalde periode, waardoor voorkomen wordt dat het plangebied groenblauwe zone minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de groenblauwe zone.
Het is verboden in het beschermingsgebied groenblauwe zone bebouwing op te richten anders dan passend binnen de bestemmingen en aanduidingen als bedoeld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3.
Bij de beoordeling van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het eerste lid betrekken Gedeputeerde Staten:
of door de voorgestane bebouwing, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, het plangebied groenblauwe zone mogelijk minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud van één of meer onderdelen, waarden of functies van de groenblauwe zone en voorts of aan de mogelijke gevolgen door het stellen van voorschriften voldoende tegemoet kan worden gekomen;
Gedeputeerde Staten kunnen een ontheffing als bedoeld in het eerste lid onder beperkingen verlenen en/of kunnen aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid voorschriften verbinden, waaronder het verlenen van de ontheffing voor een bepaalde periode, waardoor voorkomen wordt dat het plangebied groenblauwe zone minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de groenblauwe zone.
Artikel 4.9 - Uitzonderingen verbodsbepaling
Het in artikel 4.7 genoemde verbod geldt niet voor bouwen dat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening in uitvoering was of kan worden uitgevoerd krachtens een bouwvergunning.
Titel 4.4 - Wijzigen en uitwerken bestemmingsplannen
Artikel 4.11 - Wijziging of uitwerking bestemmingsplannen
De wijziging of uitwerking, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de wet of als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, van een bestemmingsplan dat van kracht is op het moment dat deze verordening in werking treedt en dat geldt voor het plangebied groenblauwe zone vindt plaats met in achtneming van de bij of krachtens deze verordening gestelde regels.
Artikel 5.1 - Hardheidsclausule
Gedeputeerde Staten kunnen - gehoord hebbende de Statencommissie - ambtshalve of op verzoek van Burgemeester en Wethouders van een gemeente een of meer bepalingen van deze verordening buiten toepassing verklaren of daarvan afwijkingen toestaan voor zover toepassing gelet op het doel en het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een belanghebbende en voorzover de verordening niet in een ontheffingsmogelijkheid voorziet.