Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Flevoland 2006 (ASF 2006) |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Flevoland 2006 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | subsidies |
Deze verordening vervangt de Algemene Subsidieverordening Flevoland 1999.
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23
Beleidsregel Podiumkunsten 1
beleidsregel Podiumkunsten 2
Beleidsregel programmafinanciering luchtkwaliteit Flevoland 2008 - 2011
Beleidsregel projecten volksgezondheid
Beleidsregel Provinciale Bijdrageregeling Wonen, Welzijn en Zorg (2007)
Beleidsregel reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen
Beleidsregel sportaccommodaties Flevoland
Beleidsregel sportmanifestaties Flevoland
Beleidsregel Stimulering Hoger Onderwijs Flevoland
Beleidsregel stimuliering CPO woningbouw
Beleidsregel subsidies kadertraining en bestuurskosten Flevoland
Beleidsregel toetsing structurele subsidies
Beleidsregel voor projecten Beeldende Kunst voor Dronten, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde
Beleidsregels verlagen subsidie POP2
Gewijzigde beleidsregel Stimulering " Flevoland rijdt schoon"
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2012 | 01-10-2012 | intrekking | 05-09-2012 Provinciaal blad 2012, 29 | Statenvoorstel HB 1340850 | |
01-03-2006 | 01-10-2012 | nieuwe regeling | 12-01-2006 Provinciaal blad, 2006, 3 | statenvoorstel BACO/05.030989/A |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Afdeling 1.1 Inleidende bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2. Waar is de verordening op van toepassing
Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies, voorzover bij specifieke verordening geen afwijkende of uitputtende regeling is getroffen.
Gedeputeerde staten zijn bevoegd subsidiebesluiten en uitvoeringsbeslissingen te nemen, voor zover die besluiten en uitvoeringsbeslissingen passen binnen het door provinciale staten vastgestelde beleid en het door provinciale staten middels vaststelling van de begroting voor subsidiering beschikbaar gestelde budget.
Artikel 4. Waar kan subsidie voor worden verstrekt
Provinciale Staten of wanneer de bevoegdheid daartoe bij Gedeputeerde staten berust, Gedeputeerde Staten, kunnen per beleidsterrein of onderdelen van beleidsterreinen beleidsregels vaststellen waarin onder meer de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald alsmede criteria voor de verstrekking van subsidie worden vastgesteld.
Artikel 5. Weigeringsgronden subsidieverlening
In aanvulling op de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen gedeputeerde staten de verlening van een subsidie weigeren als:
Artikel 8. Dreigende overschrijding subsidieplafond
Wanneer bij de beoordeling van aanvragen die op grond van artikel 20,vierde lid van deze verordening zijn ingediend, blijkt dat een subsidieplafond dreigt te worden overschreden, geven gedeputeerde staten bij de verdeling van de beschikbare bedragen die aanvragen voorrang waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen van meer belang is voor het provinciaal beleid.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid kunnen gedeputeerde staten uit een oogpunt van efficiënte inzet van de voor subsidiering beschikbare middelen - waaronder dient te worden verstaan dat zoveel mogelijk subsidie-aanvragen die passen binnen het provinciaal beleid worden gehonoreerd - er voor kiezen om een generieke korting toe te passen op de te verstrekken subsidies.
Gedeputeerde staten kunnen in de bij artikel 4, tweede lid genoemde beleidsregels een persoon of commissie aanwijzen, belast met het adviseren over te nemen subsidiebesluiten.
Afdeling 1.2. Algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger
Artikel 14.informatieplicht bij tussentijdse wijziging of beëindiging van de gesubsidieerde activiteiten
Artikel 15. Administratieve verplichtingen voor de subsidieontvanger
De subsidieontvanger dient medewerking te verlenen aan een door of vanwege gedeputeerde staten gevorderde controle van de administratie of een ander onderzoek naar gegevens die in het kader van de subsidieverstrekking van belang kunnen worden geacht. Hij verleent daartoe inzage in zijn administratie en verstrekt de inlichtingen die voor de beoordeling van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de besteding van de subsidie, dan wel anderszins van belang kunnen zijn.
Behalve in geval van een projectsubsidie die direct wordt vastgesteld, is de subsidieontvanger verplicht zich in voldoende mate te verzekeren tegen de in het maatschappelijk verkeer gangbare risico's.
Bij de vaststelling van de hoogte van de vergoeding worden de activa gewaardeerd op hun actuele waarde. De waardebepaling van een onroerende zaak geschiedt door drie deskundigen. Gedeputeerde staten onderscheidenlijk de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling overleg een derde deskundige aanwijzen.
Afdeling 2.1. Inleidende bepalingen
Subsidie te verstrekken op grond van dit hoofdstuk, kunnen worden aangevraagd door rechtspersonen en natuurlijke personen.
Artikel 20. Termijn voor het indienen van een aanvraag om subsidie
Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen op verzoek van de aanvrager afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn van uiterlijk dertien weken met dien verstande dat de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, altijd moet worden ingediend voordat de te subsidiëren activiteit een aanvang neemt.
Gedeputeerde staten kunnen voor het indienen van de in het eerste lid bedoelde aanvraag en het verstrekken van de daarbij gevraagde gegevens als bedoeld in artikel 21 van deze verordening een formulier vaststellen. Wanneer gedeputeerde staten hiertoe overgaan, dient de subsidie-aanvrager bij het indienen van zijn aanvraag van dit formulier gebruik te maken.
Wanneer een aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen zodat deze aan de formele vereisten voldoet, geldt als datum van indiening van de aanvraag, de dag waarop de door de subsidie-aanvrager gecompleteerde aanvraag door gedeputeerde staten is ontvangen.
Artikel 21. Bij de aanvraag om subsidie te overleggen bescheiden
Wanneer de subsidieaanvrager voor dezelfde of vergelijkbare activiteiten tevens subsidie, respectievelijk een financiële bijdrage, heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, respectievelijk private organisaties, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van de aanvraag of aanvragen.
Wanneer bij de aanvraag niet alle gegevens bedoeld in het eerste , tweede en derde lid zijn overlegd of indien niet is voldaan aan het verstrekken van nadere gegevens op grond van het vierde lid, kunnen gedeputeerde staten gebruik maken van de in artikel 4:5 van de wet genoemde bevoegdheid om de aanvraag niet in behandeling te nemen.
In de gevallen waarin een aanvraag om subsidie betrekking heeft op het kalenderjaar of kalenderjaren volgend op dat waarin de aanvraag is ingediend, begint de termijn van dertien weken te lopen vanaf de dag waarop de provinciale begroting voor het eerstvolgende boekjaar door provinciale staten is vastgesteld.
Gedeputeerde staten kunnen de beslissing zoals bedoeld in het eerste en tweede lid verdagen. Hiervan stellen zij de aanvrager voor het verstrijken van de in het eerste en tweede lid genoemde termijn gemotiveerd op de hoogte. Daarbij geven zij aan binnen welke termijn de aanvrager een beslissing tegemoet kan zien.
Afdeling 2.1. Subsidieverlening
Artikel 23. Beschikking tot subsidieverlening
Bij het bepalen van het in het eerste lid onder b genoemde bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald, worden de kosten die naar het oordeel van gedeputeerde staten in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor het uitvoeren van de activiteit(en) buiten beschouwing gelaten.
Afdeling 2.3. Subsidievaststelling
Artikel 26. Subsidievaststelling
Indien de vast te stellen subsidie meer bedraagt dan Euro 25.000,--, omvat het financieel verslag tevens een getrouwheidsverklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, vijfde lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek . Voor de controle en de accountantsverklaring kunnen gedeputeerde staten nadere regels stellen.
Gedeputeerde staten kunnen de beslissing zoals bedoeld in het zevende lid verdagen. Hiervan stellen zij de aanvrager voor het verstrijken van de in het eerste en tweede lid genoemde termijn gemotiveerd op de hoogte. Daarbij geven zij aan binnen welke termijn de aanvrager een beslissing tegemoet kan zien.
Afdeling 2.4. Bijzondere verplichting subsidieontvanger
Artikel 27. Verplichting tot kennisgeving
Gedeputeerde staten kunnen wanneer zij van oordeel zijn dat het op grond van het eerste lid gemelde feit, ertoe leidt dat de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zal plaatsvinden , gebruik maken van mogelijkheid die artikel 4:48 van de wet biedt om de subsidie beschikking te nadele van de subsidieontvanger te wijzigen of in te trekken.
HOOFDSTUK 3. PER BOEKJAAR VERSTREKTE SUBSIDIES AAN RECHTSPERSONEN
Afdeling 3.1. Inleidende bepalingen
Artikel 30. Toepasselijkheid afdeling 4.2.8 van de wet.
De bepalingen in dit hoofdstuk zijn aanvullend op de bepalingen in hoofdstuk I van deze verordening. Dit hoofdstuk en het bepaalde in afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen.
Artikel 33. Termijn voor het indienen van een aanvraag om subsidie|
Gedeputeerde staten kunnen voor het indienen van de in het eerste lid bedoelde aanvraag en het verstrekken van de daarbij gevraagde gegevens als bedoeld in artikel 34 van deze verordening een formulier vaststellen. Wanneer gedeputeerde staten hiertoe overgaan, dient de subsidie-aanvrager bij het indienen van zijn aanvraag van dit formulier gebruik te maken.
Wanneer een aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen zodat deze aan de formele vereisten voldoet, geldt als datum van indiening van de aanvraag, de dag waarop de door de subsidie-aanvrager aangevulde aanvraag door gedeputeerde staten is ontvangen.
Artikel 34. Bij de aanvraag om subsidie te overleggen bescheiden
Bij de aanvraag om subsidie worden in ieder geval de volgende gegevens overlegd:
een begroting, die een overzicht bevat van alle voor het boekjaar geraamde baten en lasten van de subsidieaanvrager, voor zover deze betrekking
hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en waarbij de baten en lasten zijn gespecificeerd per activiteit of cluster van activi-teiten. Verder geeft de begroting een (globale) vergelijking aan met de begroting van het lopende boekjaar en de gerealiseerde baten en lasten van het jaar voorafgaand aan het boekjaar.
wanneer de subsidieaanvrager geregistreerd staat als rechtspersoon, de statuten en/of reglementen, alsmede en bewijs van inschrijving in het Handels-register. Wanneer in het voorgaande jaar een provinciaal subsidie werd verstrekt, vervalt deze verplichting, tenzij de statuten of reglementen in-tussen wijziging hebben ondergaan.
Wanneer de subsidieaanvrager voor dezelfde of vergelijkbare activiteiten tevens subsidie, respectievelijk een financiele bijdrage, heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, respectievelijk private organisaties, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van de aanvraag of aanvragen.
Wanneer bij de aanvraag niet alle gegevens bedoeld in het eerste, tweede en/of derde lid zijn overlegd of indien niet is voldaan aan het verstrekken van nadere gegevens op grond van het vijfde lid, kunnen gedeputeerde staten gebruik maken van de in artikel 4:5 van de wet genoemde bevoegdheid om de aanvraag niet in behandeling te nemen.
Afdeling 3.2. Subsidieverlening
Artikel 37. Beschikking tot subsidieverlening
Wanneer de subsidie voor twee of meer jaren wordt verleend:
wordt aan de subsidieverlening de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger voor 1 mei
volgend op het subsidiejaar een financieel jaar-verslag , een activiteitenverslag en een verant-woording van de overige subsidieverplichtingen indient, conform daartoe door gedeputeerde staten vastgestelde richtlijnen.
kan aan de subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger naast het jaarverslag periodiek verslag uitbrengt over de voortgang van de activiteiten en de financien tot dan toe en een prognose voor de resterende periode. Wanneer de voortgang van de uitvoering van de activiteiten niet overeenkomt met de planning, wordt door de subsidieontvanger aangegeven op welke wijze het activiteitenplan alsnog kan worden
Afdeling 3.3. Bijzondere verplichtingen subsidieontvanger
Artikel 39. Informatieplicht bij afwijking begroting
Wanneer gedurende het boekjaar verschillen van 10% of meer ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan gedeputeerde staten onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
Artikel 40. Verplichte melding.
Gedeputeerde staten kunnen wanneer zij van oordeel zijn dat het op grond van het eerste lid gemelde feit, ertoe leidt dat de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zal plaatsvinden , gebruik maken van mogelijkheid die artikel 4:48 van de wet biedt om de subsidie beschikking te nadele van de subsidieontvanger te wijzigen of in te trekken.
Artikel 42. Andere reserves dan egalisatiereserve en voorzieningen
Gedeputeerde Staten kunnen bij nadere regel bepalen welke andere reserves dan de in artikel 41 genoemde egalisatie-reserve, en welke voorzieningen een subsidie ontvanger aan wie voor meerdere jaren subsidie wordt verstrekt, mag vormen.
Afdeling 3.4. Subsidievaststelling
Artikel 46. Accountantsverklaring
Wanneer de subsidieontvanger op jaarbasis een subsidie van Euro 25.000,-- of meer ontvangt, dient het te overleggen financieel jaarverslag voorzien te zijn van een getrouwheid-sverklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, vijfde lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 4.78 van de wet is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 47. Ambtshalve vaststelling bij subsidiering voor twee of meer boekjaren
Wanneer voor twee of meer boekjaren subsidie is verleend geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om periodiek de in artikel 37, tweede lid genoemde gegevens te overleggen. Op basis van deze gegevens wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.
HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Voorzover bij wettelijk voorschrift niet uitgesloten kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het gestelde deze verordening wanneer toepassing ervan naar hun oordeel zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, dan wel tot het verstrekken van gegevens die in redelijkheid niet van de subsidie-aanvrager/ontvanger kunnen worden gevorderd.
Gedeputeerde staten kunnen van enige bepaling van deze verordening afwijken indien een provinciale subsidie wordt verleend:
ten laste van middelen die het Rijk aan de provincie beschikbaar heeft gesteld en bij de
beschikbaarstelling hiervan tussen het Rijk en de provincie procedureregels zijn vastgesteld die afwijken van het gestelde in deze verordening. In deze gevallen wordt conform de tussen het rijk en de provincie vastgelegde procedureregels dan wel overeengekomen afspraken gehandeld;