Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Artikel 8 Uitgifte en indeling graven
- 1.
De graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van
ligging uitgegeven.
- 2.
Het college is bevoegd een particulier graf toe te wijzen anders dan
voor directe begraving en buiten de volgorde van ligging en/of uitgifte,
indien dit gezien de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk
is.
Artikel 9 Soorten graven en aantal overledenen en asbussen
- 1.
Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:
- a.
- b.
particuliere kindergraven;
- c.
particuliere urnen graven;
- d.
- e.
- 2.
Het college stelt nadere regels omtrent het aantal overledenen en
asbussen die per (urnen)graf begraven kunnen worden.
Artikel 10 Termijn particuliere graven
- 1.
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de
begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in
te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op een
particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het
particuliere graf is uitgegeven.
- 2.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht kan worden
verlengd met telkens een termijn van 10 jaar
Artikel 11 Termijnen algemene graven
Algemene graven en algemene urnengraven worden uitgegeven voor een termijn
van 10 jaar. Deze termijn kan worden verlengd met telkens een termijn van 10
jaar.
Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 12 Kennisgeving begraven en asbezorging
- 1.
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen
verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag
voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing
zal plaatsvinden, schriftelijk of telefonisch kennis aan de
gemeente. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling
niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven
om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de
kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
- 2.
Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van
een identiteitskenmerk.
- 3.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as,
en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de
hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de
begraafplaats of de door het college aangewezen personen op
aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden
kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of
gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk
om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk
aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de
toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze
werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 13 Te overleggen documenten
- 1.
Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot
begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier
graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te
worden overhandigd. De machtiging moet zijn ondertekend door de
rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de
uitvaart voorziet.
Artikel 14 Lijkomhulsel en grafgiften
- 1.
Rechthebbenden of belanghebbenden zijn verplicht bij het verzoek tot het
verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te
geven.
- 2.
Het is verboden voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de
vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend
zijn.
Artikel 15 Overdracht
- 1.
Een grafrecht van een particulier graf kan worden overgedragen door
overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de
betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze
rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere
levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de
derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van
een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor
gewichtige redenen bestaan.
- 2.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf
worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner
of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en
met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar
na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de
rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is
slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
- 3.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot
overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit
artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen
te verklaren.
- 4.
Na het verstrijken van de in artikel 15, lid 2 genoemde termijn kan het
college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe
rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf
dat inmiddels is geruimd.
- 5.
Indien een grafrecht eindigt op of na het tijdstip, waarop de
begraafplaats gesloten wordt verklaard, is geen verlenging van
grafrechten meer mogelijk.
Artikel 16 Afstand doen graf
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende
schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op
het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het
college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 17 Vervallen grafrechten
- 1.
De grafrechten vervallen:
- a.
door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is
verleend;
- b.
indien de rechthebbende afstand doet van het recht;
- c.
indien de begraafplaats wordt opgeheven.
- 2.
Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:
- a.
indien de betaling van de gebruiks- en onderhoudsrechten ten
behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht
-ondanks een aanmaning-niet binnen drie maanden na aanvang
van die termijn is geschied;
- b.
indien de rechthebbende of de belanghebbende -ondanks een
aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze
verordening op hem rustende verplichting na te komen of
daarmee in strijd handelt;
- c.
indien de rechthebbende van een particulier graf is
overleden en het recht niet binnen de in artikel 15, lid 2
gestelde termijn is overgeschreven.
- 3.
In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en
in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van)
de betaalde rechten.
- 4.
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting
kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de
rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd. Na
het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze
voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de
beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het
college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op
schadevergoeding.
Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 18 Vereisten grafbedekking
- 1.
Het is verboden om zonder vergunning van het college een
grafbedekking of andere voorwerpen op graven of een plaat ter
afsluiting van een urnengraf te plaatsen of te verwijderen.
- 2.
Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de
afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen van
beplantingen kan het college nadere regels vast stellen.
- 3.
Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren
indien:
- a.
niet voldaan wordt aan de door haar vastgestelde nadere
regels;
- b.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de
begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
- 4.
Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken
of andere gedenktekens of beplantingen op algemene graven en
particuliere graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de
belanghebbende.
- 5.
Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of
vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens
of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor
rekening van de rechthebbende of de belanghebbende.
Artikel 19 Onderhoud
- 1.
Het college voorziet in het onderhoud van de algemene delen van de
begraafplaats.
- 2.
De rechthebbende/ belanghebbende is verplicht het grafteken, de
beplanting en andere grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden
of te herstellen.
- 3.
Het college stelt nadere regels omtrent het onderhoud door de
rechthebbende/ belanghebbende.
Artikel 20 Aansprakelijkheid
- 1.
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom
houden van hetgeen door de rechthebbende of de belanghebbende op het
graf geplaatst is.
- 2.
Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen
van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de
rechthebbende of de belanghebbende.
- 3.
Schade en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico
van de rechthebbende of belanghebbende en deze dient de daaraan
toegebrachte schade, door welke omstandigheden ook, op eerste
aanschrijven te (doen) herstellen.
- 4.
Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of
vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot
verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en
andere voorwerpen over te gaan, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt
op schadevergoeding.
- 5.
Indien door een ondeugdelijk (geworden) constructie naar het oordeel van
de beheerder een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college
direct maatregelen treffen.
Artikel 21 Tijdelijke verwijdering
- 1.
Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk
afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de
bijzetting van een asbus in een particulier graf of algemeen graf
geschiedt namens de rechthebbende of de belanghebbende en is voor
rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende.
- 2.
Een rechthebbende of de belanghebbende is verplicht te gedogen dat
de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen
vanwege de gemeente op kosten van de gemeente, geheel of
gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een
begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een
andere reden nodig is.
Overige bepalingen
Artikel 25 Intrekking oude regeling
De verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke
begraafplaats Veldhoven 1995, vastgesteld op 8 november 1994, wordt hierbij
ingetrokken.
Artikel 26 Overgangsbepaling
- 1.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening op
het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Veldhoven
1995, vastgesteld op 8 november 1994, gelden als besluiten genomen
krachtens deze verordening.
- 2.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een
aanvraag om vergunning op grond van de verordening op het beheer en het
gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Veldhoven 1995, vastgesteld
op 8 november 1994, is ingediend en op tijdstip van inwerkingtreding van
deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze
vergunning toegepast.
Artikel 27 Strafbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt
gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 28 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na bekendmaking.
Artikel 29 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op het beheer en
gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Veldhoven 2010’.