Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Flevoland

Algemeen mandaat/machtigingenbesluit Gedeputeerde Staten van Flevoland 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Flevoland
Officiële naam regelingAlgemeen mandaat/machtigingenbesluit Gedeputeerde Staten van Flevoland 2009
CiteertitelAlgemeen mandaat/machtigingenbesluit Gedeputeerde Staten van Flevoland 2009
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpmandaat

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij besluit van 10 juli 2012 hebben Gedeputeerde Staten een achtste en negende wijziging van de bijlage behorende bij het algemeen mandaat machtigingenbesluit vastgesteld. Wijziging heeft betrekking op categorie B. subsidiebesluiten, besluit nr. 1, 4, 5, 9 en 10 en categorie D besluit nr. 5

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.1, art. 59a, lid 2
  2. Provinciewet, art. 166

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-07-201211-07-201218-09-2012bijlage B, D

10-07-2012

Provinciaal blad, 2012, 17

collegevoorstel 1346288 en 1347937
03-12-201111-07-2012bijlage C, D

29-11-2011

Provinciaal blad, 2011, 39

collegevoorstel 1208057
01-08-201003-12-2011bijlage C besluit nr.17, bijlage C besluit nr.18, bijlage C. besluit nr.19, bijlage C besluit nr.20, bijlage D besluit nr.20

05-07-2010

Provinciaal blad, 2010, 30

collegevoorstel 1012039

Tekst van de regeling

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Overwegende dat het gewenst is voor het mandateren van bevoegdheden tot het nemen van bepaalde besluiten en het machtigen van individuele bestuurders en functionarissen voor het verrichten van feitelijke handelingen een algemeen mandaat/machtigingenbesluit vast te stellen;Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 59a, tweede lid en 166 van de Provinciewet.

BESLUITEN:

 

I. Vast te stellen het navolgende:

 

ALGEMEEN MANDAAT/MACHTIGINGENBESLUIT GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND 2009

 

Artikel 1. mandaat/machtigingenbijlage bij dit besluit.

Er is een bij dit besluit behorende mandaat/machtigingenbijlage met nader omschreven bevoegdheden, die aan daar genoemde bestuurders of ambtelijk functionarissen zijn toegekend, onder de daar genoemde randvoorwaarden en/of beperkingen.

Artikel 2. Begripsbepalingen.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten besluiten te nemen.

  • b.

    bestuurlijk mandaat: door Gedeputeerde Staten aan een gedeputeerde toegekende bevoegdheid om namens hen besluiten te nemen.

  • c.

    ambtelijk mandaat: door Gedeputeerde Staten aan een ambtelijk functionaris toegekende bevoegdheid om namens hen besluiten te nemen.

  • d.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan (in casu GedeputeerdeStaten) inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

  • e.

    handelingen: mondelinge besluiten, feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen.

  • f.

    machtiging: de bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten handelingen te verrichtendie noch een besluit zijn noch een privaatrechtelijke rechtshandeling.

  • g.

    budgethouder: ambtelijk functionaris van de provincie aan wie middelen zijn toegekend in devorm van budgetten en aan wie mandaat is toegekend om verplichtingen aan te gaan ten laste van de aan hem toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • h.

    portefeuillehouder: gedeputeerde die bestuurlijk eerste aanspreekpunt is voor een bepaald taakveld.

  • i.

    programmamanager: functionaris die door Gedeputeerde Staten is benoemd om uitvoering te geven aan een concernbreed programma neergelegd in een door Gedeputeerde Staten vastgestelde bestuursopdracht.

  • j.

    bestuursopdracht : een door Gedeputeerde Staten aan de ambtelijke organisatie gegeven opdracht tot het starten, aanscherpen, bijsturen en/of versnellen van werkzaamheden met politiek/bestuurlijke urgentie, waarbij is aangegeven welk resultaat c.q. welk product bij voltooiing van de opdracht wordt verwacht.

Artikel 3. bestuurlijk mandaat en machtiging
  • 1 Gedeputeerde Staten verlenen aan de gedeputeerde als portefeuillehouder mandaat dan wel machtiging om namens hen de in de mandaat/machtigingenbijlage genoemde bevoegdheden uit te oefenen onder de daar genoemde randvoorwaarden en/of beperkingen.

  • 2 Het in het eerste lid genoemde mandaat omvat uitsluitend de bevoegdheid om besluiten te nemen en niet het ondertekenen van deze besluiten . De ondertekening van deze besluiten vindt plaats door de voorzitter en secretaris van Gedeputeerde Staten.

  • 3 Bij afwezigheid van de in het eerste lid genoemde gedeputeerde wordt het mandaat danwel de machtiging uitgeoefend door diens plaatsvervanger.

Artikel 4. ambtelijk mandaat en machtiging
  • 1 Gedeputeerde Staten verlenen aan de ambtelijk functionarissen genoemd in de mandaat/machtigingenbijlage, mandaat dan wel machtiging om de in deze bijlage genoemde bevoegdheden uit te oefenen, onder de daar genoemde randvoorwaarden en/of beperkingen.

  • 2 Het in het eerste lid verleende mandaat omvat zowel de bevoegdheid om besluiten te nemen , als de bevoegdheid om deze besluiten voor te bereiden en uit te voeren en de met de voorbereiding en uitvoering samenhangende correspondentie te ondertekenen. Gedeputeerde Staten staan op grond van artikel 59a, tweede lid van de Provinciewet de Commissaris van de Koningin toe, om de ondertekening van besluiten die door de in het eerste lid genoemde ambtelijk functionarissen zijn genomen, schriftelijk op te dragen aan deze ambtelijjk functionarissen.

  • 3 Bij afwezigheid van de ambtelijk functionaris aan wie mandaat of machtiging is verleend, wordt het mandaat of de machtiging uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger, die als zodanig is vermeld in het door de algemeen directeur vast te stellen overzicht van (plaatsvervangend)(afdelings)budgethouders. Wanneer de formele plaatsvervanger afwezig is wordt het mandaat of de machtiging uitgeoefend door een van de directeuren.

  • 4 in incidentele gevallen kunnen Gedeputeerde Staten voor een bepaalde periode, andere dan de in het eerste lid genoemde ambtelijk functionarissen mandaat verlenen.

Artikel 5. Beperking mandaat en machtiging
  • 1 Het mandaat c.q. de machtiging heeft - onverminderd het bepaalde in het tweede lid – alleen betrekking op het nemen van besluiten c.q. verrichten van handelingen die passen binnen het vastgestelde provinciaal beleid.

  • 2 Het mandaat heeft – onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 , tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht – geen betrekking op besluiten en beslissingen:

    • a.

      met betrekking tot stukken die bestemd zijn voor provinciale staten en/of statencommissie;

    • b.

      tot het toepassen van een hardheidsclausule uit een wettelijk voorschrift;

    • c.

      die niet passen binnen het beschikbare budget;

    • d.

      tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van een subsidie als bedoeld in artikel 4:51van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      tot het geheel of gedeeltelijk intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen van een beschikking tot subsidieverlening of – vaststelling tenzij dit op verzoek van de subsidie-aanvrager gebeurt;

    • f.

      tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van ten onrechte ontvangen subsidie;

    • g.

      tot het gedogen;

    • h.

      tot het opleggen van een dwangsom , toepassen van bestuursdwang tenzij het gaat om eenvoudige overtredingen;

    • i.

      tot het intrekken van een vergunning of ontheffing tenzij dat op verzoek van de houder van de vergunning of ontheffing gebeurt;

    • j.

      die afwijken van een wettelijk voorgeschreven advies;

    • k.

      die strekken tot advisering over het beleid van het Rijk of andere bestuursorganen;

    • l.

      die betrekking hebben op het aanwijzen van opsporings- en toezichthoudende ambtenaren;

    • m.

      die niet passen binnen een door Gedeputeerde Staten vastgestelde bestuursopdracht.

  • 3 de in het tweede lid genoemde uitzonderingen zijn – voor zover mogelijk – van overeenkomstige toepassing op het verrichten van handelingen waarvoor machtiging is verleend;

  • 4 In het geval de ambtelijk functionaris aan wie mandaat c.q. machtiging is verleend twijfelt of in een concrete aangelegenheid een te nemen besluit c.q. te verrichten handeling valt onder de in het tweede lid genoemde uitzonderingen, pleegt hij hierover overleg met de betrokken portefeuillehouder(s). Bij verschil van inzicht tussen de portefeuillehouder(s) en de betrokken ambtelijk functionaris – of wanneer er meerdere portefeuillehouders bij betrokken zijn, bij verschil van inzicht tussen deze portefeuillehouders onderling - vervalt voor die concrete aangelegenheid het mandaat c.q. de machtiging en moet de zaak ter besluitvorming aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd.

  • 5 In het geval de portefeuillehouder aan wie mandaat c.q. machtiging is verleend twijfelt of in een concrete aangelegenheid een te nemen besluit c.q. te verrichten handeling valt onder de in het tweede lid genoemde uitzonderingen, pleegt hij hierover overleg met de voorzitter van Gedeputeerde Staten.

BIJ MANDAAT EN MACHTIGING IN ACHT TE NEMEN INSTRUCTIES

Artikel 6. Instructies
  • 1 De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden en verleende machtigingen geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken en met inachtneming van het terzake  geldende recht alsmede het vastgestelde provinciale beleid.

  • 2 Degene aan wie mandaat c.q. machtiging is verleend ziet er op toe dat de te nemen besluiten c.q. handelingen integraal worden voorbereid.

INLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Artikel 7. Inlichtingen en verantwoording
  • 1 Degene aan wie mandaat c.q. machtiging is verleend doet periodiek, volgens door Gedeputeerde Staten nader te stellen regels, verslag van de besluiten c.q. handelingen die in mandaat zijn genomen c.q. verricht.

  • 2 Degene aan wie mandaat c.q. machtiging is verleend stelt Gedeputeerde Staten in kennis van die besluiten c.q. handelingen waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat deze informatie bevatten waarvan de kennisneming door Gedeputeerde Staten van belang is.

MANDAAT- en MACHTIGINGENREGISTER

Artikel 8. Mandaat- en machtigingenregister, overzicht (plaatsvervangend)(afdelings)budgethouders, handtekeningen/parafenlijst
  • 1.

    Bij de afdeling Kabinet, bestuurs- en juridische zaken van de provincie Flevoland wordteen openbaar Mandaat en machtigingen register bijgehouden, waarin dit mandaatbesluit en de daarbij behorende bijlage wordt ingeschreven en gedeponeerd.

  • 2.

    De afdeling Kabinet, bestuurs en juridische zaken beoordeelt een keer per jaar of het in het eerste lid genoemde register en de daarin genoemde regelingen nog actueel zijn.

  • 3.

    De afdeling Kabinet, bestuurs- en juridische zaken houdt ook het in artikel 4, derde lid genoemde overzicht van (plaatsvervangend)(afdelings)budgethouders en de daarbij behorende handtekeningen- en parafenlijst bij.

II. in te trekken de volgende mandaatbesluiten:

  • a.

    Mandaatbesluit op het terrein van milieubeheer, afwijkingen stortverboden op grond van Besluit stortverbod afvalstoffen, van 8 september 1998, kenmerk MB/98.081589;

  • b.

    Mandateringsbesluit toepassen bestuursdwang bij vuurwerkevenementen, van 26 november 2002, kenmerk MB/02.090931/A;

  • c.

    Procedure ontbrandingstoestemmingen Vuurwerkbesluit, van 23 september 2003, kenmerk MB/03.030845/A;

  • d.

    Regeling bedrijfsvoeringsmandaat budgethouders provincie Flevoland van 13 januari 2004, kenmerk CS/04.030027/A, zoals die is komen te luiden na vaststelling van de eerste wijziging van 20 april 2004, kenmerk BACO/04.030464/A, de tweede wijziging van 24 mei 2005, kenmerk Fin/N/05.030399, de derde wijziging van 28 juni 2005, kenmerk FIN/05.030613 en de vierde wijziging van 9 oktober 2007, nummer 591383;

  • e.

    Overdragen bevoegdheid besluitvorming verstrekken mobiele telefoons, van 6 april 2004, kenmerk BACO/04.030394/A;

  • f.

    Regeling mandaat en machtiging gedeputeerde staten van 15 januari 2005, kenmerk BACO/05.030010/A, zoals die is komen te luiden na vaststelling van de eerste wijziging van 20 december 2005, en de tweede wijziging van 9 oktober 2007, nummer 591383;

  • g.

    mandaat met betrekking tot goed te keuren wijzigingen begroting 2005 Zeewolde van 18 januari 2005, kenmerk FIN/05.030037/A;

  • h.

    mandaat uitvoeringsbesluiten m.b.t. ingesteld preventief toezicht gemeenten Zeewolde en Dronten van 28 februari 2006, kenmerk FIN/06.040045/L;

  • i.

    mandaat nemen positieve en negatieve beslissingen naar aanleiding van meldingen op grond van het Besluit uniforme sanering, van 4 april 2006, kenmerk MB/06.030160/A;

  • j.

    mandaat uitvoeringsbesluiten m,b.t. gemeenten en gemeenschappelijke regelingen die vallen onder preventief financieel toezicht op de begroting en de daarop van toepassing zijnde begrotingswijzigingen, van 30 januari 2007, nummer 493363;

  • k.

    mandatering afdelingshoofd PME in het kader van uitvoering pMJP van 1 april 2008, kenmerk 657772.,

 III. Te bepalen

dat dit besluit in werking treedt op 1 november 2009.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

secretaris, voorzitter

Bijlage behorende bij Algemeen mandaat/machtigingenbesluit Gedeputeerde Staten van Flevoland 2009

A. ALGEMEEN

1. Algemeen informatieverkeer: a. toezending zonder commentaar van gevraagde feitelijke informatie die openbaar is; b. beantwoording van eenvoudige vragen c. doorzenden van stukken die voor een ander bestuurs orgaan zijn bestemd dan wel verwijzen naar de juiste instantie buiten de provincie d. terugzenden naar de afzender van stukken die niet zijn bestemd voor het bestuursorgaan en niet worden doorgezonden e. ontvangstbevestiging van correspondentie waarin om feitelijke informatie wordt gevraagd. f. opvragen van informatie in het algemeen. Behandelend ambtenaar   Behandelend ambtenaar Behandelend ambtenaar. Afdelingshoofd Hoofd afdeling Financien Behandelend ambtenaar Behandelend ambtenaar Portefeuillehouder Portefeuillehouder Afdelingshoofd Portefeuillehouder vakinhoudelijk portefeuilleh ouder Portefeuillehouder Afdelingshoofd Portefeuillehouder Afdelingshoofd of indien het tot uitvoering bestuursopdracht hoort: programmamanager secretarisVoor zover over deze handelingen correspondentie uitgaat: Behande-lend ambtenaarPassen binnen de normale uit-oefening van de functie. ad a. De ambtenaar gaat na of het verstrekken van de feitelijke informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur wel mogelijk is. Wanneer hij daarover twijfelt pleegt hij overleg met het afdelings-hoofd, die zo nodig de afdeling KBJZ raadpleegt.  
2.  verzending van uitnodigingen en agenda’s voor en verslagen van overleg met ambtenaren van andere bestuurs-organenBehandelend ambtenaar.Behandelend ambtenaar.Passen binnen de normale uitoefe-ning van de functie. De ambtenaar stuurt op diens verzoek een afschrift aan het afdelings-hoofd.
3. verzending van uitnodigingen, agenda’s voor en verslagen van bestuurlijk overleg met andere bestuursorganenAfdelingshoofdAfdelingshoofd Na afstemming met de porte-feuillehouder.
4. verzoek om leges te betalen in verband met verleende ontheffing, vergunning, toezending rapport e.d.Hoofd afdeling FinancienHoofd afdeling Financien 
 5. Digitaal aanleveren aan het kadaster van besluiten waaruit publiekrechtelijke beperkingen in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen voortvloeien.Behandelend ambtenaarBehandelend ambtenaar a. ambtenaar moet zijn opgenomen in een door het betreffende afdelingshoofd ondertekend over- zicht waaruit blijkt dat hij binnen de afdeling is aan-gewezen als behandelend ambtenaar; b. een afschrift van het bij a genoemde over-zicht moet worden toegezonden aan de bij de afdeling Informatisering en Automatisering aanwezige security-officer 
6.  elektronisch ondertekenen Manifest/geleideformulier i.k.v. Wet ruimtelijke ordeningBehandelend ambtenaarBehandelend ambtenaar a. ambtenaar moet zijn opgenomen in een door het betreffende afdelingshoofd ondertekend over- zicht waaruit blijkt dat hij binnen de afdeling is aan-gewezen als behandelend ambtenaar; b. een afschrift van het bij a genoemde overzicht moet worden toege-zonden aan de bij de afdeling Infor-matisering en Automatisering aanwezige security-officer 
7. vaststellen van verweerschriften in het kader van beroeps-procedures bij rechtbank, Raad van State, Centrale Raad van BeroepPortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
11. aanvragen – en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheidsorganen van het Rijk, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereen-komsten met andere overheidslichamen ter verkrijging van subsidie door de provincie.     PortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
12. aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden  Afdelingshoofd Afdelingshoofd 
 13.  instellen van bezwaar en beroep door de provincie en voeren rechtsgedingen waarbij de provincie optreedt als eisende partij. Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter GS 
 14. nemen van besluiten op bezwaar inhoudende ongegrondverklaring of niet-ontvankelijkheid-verklaring   vakinhoudelijk portefeuillehouder   Secretaris en voorzitter GS 
15. indienen zienswijzen op grond van de Algemene wet bestuursrecht of andere publiekrechtelijke wet/regelgeving in het kader van door andere bestuursorganen te nemen besluiten.   Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter 
16. Op grond van artikel 2 van de Natuur- beschermingswet instemmen met door GS van een andere provincie : a. aan te wijzen landschapsgezichten als beschermd Landschapsgezicht; b. te nemen besluit op aanvraag om vergunning, c. vast te stellen beheerplan Afdelingshoofd Afdelingshoofd 
 17. nemen definitief besluit nadat: a. GS ontwerp besluit hebben genomen, dat aan statenleden (betreffende statencommissie of voltallige staten) wordt voorgelegd om hen in de gelegen-heid te stellen wensen en bedenkingen kenbaar te maken (zogenaamde voorhangprocedure) en b. horen staten niet tot definitief besluit leidt dat afwijkt van het ontwerp besluit . Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter   
18. procedurele correspondentie in het kader van terinzage-legging van ontwerp provinciale regelgeving.  Afdelingshoofd of indien het tot uitvoering bestuursopdracht hoort: programmamanagerAfdelingshoofd of indien het tot uitvoering bestuursopdracht hoort: programmamanager 
19. Aanwijzen provinciale ambtenaren belast met onttrekken persoonsgegevens uit de basisregistratie personen zoals die zijn opgenomen in de Gemeentelijke basisadministratie.secretarissecretarisa. Ambtenaar moet zijn opgenomen in een door het betreffende afdelingshoofd ondertekend overzicht waaruit blijkt in het kader van welke wettelijke taken onttrekking van de persoonsgegevens nodig zijn; b. Een afschrift van dit overzicht wordt gezonden aan de bij de afdeling Informatisering en Automatisering aanwezige securityofficer

 B. SUBSIDIEBESLUITEN 2

 

1. Procedurele corres-pondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en relevante publiek-rechtelijke wet- en regelgeving (hieronder valt ook provinciale regelgeving), op het terrein van subsi-diering. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangst-bevestiging van een aanvraag om subsidie, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aan-vraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag , vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit) 1. Afdelingshoofd, 2. v.w.b. pMJP, IFA en ZZL Afdelingshoofd PME  1. Afdelingshoofd 2. v.w.b. pMJP,IFA en ZZL afdelingshoofd PME   
2. Besluit om gelabelde subsidie toe te kennen (van een gelabelde subsidie is sprake wanneer in de productenraming of uitvoeringsprogramma de subsidie-ontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, is vermeld. ).Afdelingshoofd Programma-manager pMJPAfdelingshoofd Programma-manager pMJPToekenning mag slechts plaatsvinden voor het jaar waarvoor de productenraming is vastgesteld (meerjarige toezeggingen alleen wanneer dat past binnen het vastgestelde beleid en onder het voorbehoud dat door provinciale staten voor komende jaren voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld). Ingeval het  afdelings-hoofd de steller is van het te nemen besluit en er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van de afdeling nodig voordat ondertekening door het afdelingshoofd mag plaatsvinden.  
3. Besluit om subsidie toe te kennen in die gevallen waarin het niet om zogenaamd gelabeld geld gaat .Betrokken portefeuille-houder(s)Secretaris en voorzitter GSWanneer het gaat om het toekennen van een bijdrage in het kader van het Europees Programma en de daarop gebaseerde regelingen dient een afschrift van het besluit ter kennisneming te worden geagendeerd voor de Commissie Bestuur en de betreffen-de vakcommissie.
4. Besluit om voorschotten te verstrekken  1. Afdelingshoofd, 2. v.w.b. pMJP, IFA en ZZL Afdelingshoofd PME1. Afdelingshoofd 2. v.w.b. pMJP,IFA en ZZL afdelingshoofd PME   moet passen binnen besluit om subsidie toe te kennen. Besluit moet bevoor-schotting mogelijk maken. Ingeval het afdelings-hoofd de steller is van het te nemen besluit en er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de mede-paraaf van de financieel medewerker van de afdeling nodig voordat ondertekening door het afdelingshoofd mag plaatsvinden.  
5. Definitief vaststellen subsidie- Afdelingshoofd - v.w.b. pMJP programmamanager PMJP; - v.w.b. IFA: programmamanager IFA; - v.w.b. ZZL: programmamanager ZZL.- Afdelingshoofd - v.w.b. pMJP programmamanager PMJP; - v.w.b. IFA: programmamanager IFA; - v.w.b. ZZL: programmamanager ZZL moet passen binnen besluit om subsidie te verlenen Ingeval het afdelings-hoofd de steller is van het te nemen besluit en er aan dat besluit financiële consequenties zijn verbonden, is de medeparaaf van de financieel medewerker van de afdeling nodig voordat ondertekening door het afdelingshoofd mag plaatsvinden. 
6.Aangaan van overeenkomsten die behoren bij in mandaat door het afdelings-hoofd en voor wat betreft het pMJP, de programmamanager genomen besluit om een subsidie toe te kennen .Afdelingshoofd Programma-manager pMJPAfdelingshoofd Programma-manager pMJP N.b. ondertekening overeenkomst niet namens Gedeputeerde Staten maar namens Commissaris van de Koningin.  
7. Aangaan van uitvoerings- overeenkomsten die behoren bij in mandaat door een portefeuille-houder genomen besluit om een subsi-die toe te kennen. Portefeuille- houder  afdelingshoofd; v.w.b. pMJP:programmamanager pMJP    N..B. ondertekening uitvoeringsovereenkomst zelf niet namens Gedeputeerde Staten maar namens de Commissaris van de Koningin.  
8.Besluit om subsidie geheel of gedeeltelijk te weigeren anders dan i.v.m. beleids-wijziging (artikel 4:51 Awb),  Portefeuille- houder  Secretaris, voorzitter   
9. Besluit om subsidie te weigeren in verband met overschrijding subsidieplafond  - Afdelingshoofd - v.w.b. pMJP programmamanager PMJP; - v.w.b. IFA: programmamanager IFA; - v.w.b. ZZL: programmamanager ZZL.- Afdelingshoofd - v.w.b. pMJP programmamanager PMJP; - v.w.b. IFA: programmamanager IFA; - v.w.b. ZZL: programmamanager ZZL   
10.Op verzoek van subsidieaanvrager nemen besluit om subsidie geheel of gedeeltelijk in te trekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen van de subsidiever-lening of vaststelling en – indien van toepassing - terug-vorderen van een toegekend voorschot/ verleende subsidie  - Afdelingshoofd - v.w.b. pMJP programmamanager PMJP; - v.w.b. IFA: programmamanager IFA; - v.w.b. ZZL: programmamanager ZZL.- Afdelingshoofd - v.w.b. pMJP programmamanager PMJP; - v.w.b. IFA: programmamanager IFA; - v.w.b. ZZL: programmamanager ZZL 

2 onder het begrip subsidie wordt verstaan: de aanpsraak op financiele middelen door Gedeputeerde Saten verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Gaat erom dat iets subsidie is, niet of iets subsidie heet.

C. BESLUITEN AANGAANDE VERGUNNING/ONTHEFFING/INGEDIENDE MELDING/VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR/HOGERE GRENSWAARDEN/ VRIJSTELLINGEN

1. Procedurele correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en relevante publiekrechtelijke wet- en regelgeving (hieronder valt ook provinciale regelgeving), Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangstbevestiging van een aanvraag, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aanvraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag , vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit)  AfdelingshoofdAfdelingshoofd 
2. Besluit tot het verlenen van ontheffing: a. voor het leggen van kabels en leidingen; b. voor het aanleggen van een uitweg; c. voor het schutten van schepen met extra lengte; d. in het kader van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Voertuigreglement; e. voor wedstrijden conform artikel 10 Wegenverkeerswet 1994; f. voor werkzaamheden door derden op of aan onze wegen; g. op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein om met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen.  AfdelingshoofdAfdelingshoofd 
3. Alle overige besluiten tot ontheffing, m.u.v. de bij punt 2 genoemde ontheffingen ontheffing  PortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
4. Besluit tot verlenen vergunning concessie, vrijstelling  PortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
5. besluit inzake melding artikel 8:19 Wet milieu-beheer portefeuillehoudersecretaris en voorzitter GS   
6. Besluit tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van een vergunning/ont-heffing  PortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
7. Besluit tot het ambtshalve wijzigen van een vergunning/ ontheffing.PortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
 8. Afwijken stort-verboden op grond van Besluit stortverbod afvalstoffen Portefeuillehouder Hoofd van de afdeling Milieu en Water 
 9. Nemen van zowel positieve als negatieve beslissingen naar aanleiding van meldingen die op grond van het Besluit Uniforme Saneringen bij Gedeputeerde Staten zijn ingediendHoofd van de afdeling Milieu en Water Hoofd van de afdeling Milieu en Water 
 10. Besluit tot het uitoefenen van bestuursdwang in de situaties als genoemd in de "Instructie uitoefening mandaat bij vuurwerk-evenementen" 1. Commissaris van de Koningin, en bij diens afwezigheid; 2. plaatsver-vangend Commis-saris van de Koningin, wanneer die ook afwezig is; 2. hoofd van de afdeling Milieu en Water en voor het geval die ook afwezig is; 2. het hoofd van het bureau handhaving van de afdeling Milieu en Water 1. Commis-saris van de Koningin, en bij diens afwezigheid; 2. plaatsver-vangend Commissaris van de Koningin, wanneer die ook afwezig is; 3. hoofd van de afdeling Milieu en Water en voor het geval die ook afwezig is; 4. het hoofd van het bureau handhaving van de afdeling Milieu en Water 
 11. Afgeven van een ontbrandingstoestemming voor het ontbranden van professioneel vuurwerk tijdens vuurwerkevene-menten Hoofd van de afdeling Milieu en Water Hoofd van de afdeling Milieu en Water 
 12. in eenvoudige gevallen: het opleggen van een dwangsom, toepassen van bestuursdwang PortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GSHierbij moet gedacht worden aan het verwijderen van illegaal geplaatste borden langs (vaar)wegen en het niet naleven van voorschriften met betrekking tot: 1. vastzetten van gasflessen; 2. schoonmaken van filters; 3. plaatsen van een hok, hek afscheiding; 4. beter schoonmaken, verwijderen van afval; 5. plaatsen van een bord; 6. indienen van een onderzoek; 7. aanschaffen c.q. tijdig keuren van brandblusmiddelen.
 13. Besluit tot beëindiging van een dwangsomproce-dure/bestuursdwang  Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter GS 
 14. Vaststellen hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidshinder  Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter GS 
 15. Beslissen krachtens artikel 7.8b lid 1 Wet milieubeheer omtrent de vraag of een milieueffect-rapportage moet worden opgemaakt Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter 
 16. Goedkeuren plannen Portefeuillehouder Secretaris en voorzitter 
17. intrekken ontheffing/vergunning op verzoek houder ontheffing/vergunningafdelingshoofdafdelingshoofd.
18. in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht afgeven van een verklaring van geen bedenkingen aan BenWportefeuillehoudersecretaris, voorzitter.
19. in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verstrekken van wettelijk advies aan BenWportefeuillehoudersecretaris, voorzitter.
20. in het kader van milieueffectrappor tages uitbrengen van advies aan de initiatiefnemer, bestuursorganen portefeuillehouderSecretaris, voorzitter.
21. intrekken of wijzigen van ontheffing voor het leggen van kabels en leidingenAfdelingshoofdAfdelingshoofd 

D. OVERIGE BESTUUSRECHTELIJKE BESLUITEN

1. Procedure correspondentie in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en relevante publiek-rechtelijke wet- en regelgeving (hieronder valt ook provinciale regelgeving Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangstbevestiging van een aanvraag om subsidie, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat aanvraag onvolledig is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag, inwinnen van advies over de aanvraag , vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit)AfdelingshoofdAfdelingshoofd 
2. Kennisname bereikt saneringsresultaat en besluit instemming nazorgplan als bedoeld in de Wet bodembeschermingPortefeuillehouderSecretaris en voorzitter GS 
3. Verkeersbesluiten op grond van : a. de Wegenverkeerswet juncto het Besluit administra tieve bepalingen inzake het wegverkeer; b.de Scheepvaartverkeerswet juncto het Besluit admini stratieve bepalingen scheepvaartverkeer.AfdelingshoofdAfdelingshoofd 
4. Vaststellen grenzen bebouwde komAfdelingshoofdAfdelingshoofd 
5. Beslissen op verzoeken waarin een beroep wordt gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur.  Hoofd afdeling KBJZHoofd afdeling KBJZNa overleg met portefeuillehouder’ komt te vervallen en wordt vervangen door ‘na overleg met de portefeuillehouder juridische zaken en de inhoudelijk portefeuillehouder. De procedureregels zoals beschreven in de procesbeschrijving Wet openbaarheid van bestuur Flevoland 2012 moeten daarbij in acht worden genomen
6. besluiten met betrekking tot goed te keuren begrotings-wijzigingen van onder preventief toezicht geplaatste begrotingen.Hoofd afdeling FinancienHoofd afdeling financiën.Er mag geen bezwaar tegen bestaan
7. Besluiten met betrekking tot goed te keuren begrotings-wijzigingen van onder preventief toezicht geplaatste begro-tingen waartegen bezwaar bestaatPortefeuillehouder belast met het financieel toezichtSecretaris en voorzitter 
8. benoemen leden van de Programmaraad OmroepPortefeuillehouderSecretaris en voorzitter 
9.instellen zwemverbod en afgeven negatief zwemadviesportefeuillehouder watersecretaris, voorzitter.

E. INKOOP/AANBESTEDING

1. ALGEMEEN                   A. Besluiten tot het middels opdrachtbon, brief of overeenkomst aangaan van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uitvoeren van werken. (meerwerk en aanvullende opdrachten worden beschouwd als separate opdrachten) B. Besluiten tot (voortijdige) beëindiging van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uitvoeren van werken.                                        tot een bedrag van € 10.000,--: Bureauhoofden van de afdeling Facilitaire Zaken en de afdeling Informatisering en Automatisering, met uitzondering van besluiten tot inhuur personeel.   Tot een bedrag van € 50.000,-- Bureauhoofden van de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer, met uitzondering van besluiten tot inhuur personeel.     tot een bedrag van € 100.000,--: 1.. afdelingshoofd,      met uitzondering       van besluiten tot      inhuur personeel; 2. v.w.b. uitvoering van een programma: programmamanager, met uitzondering van besluiten tot inhuur personeel.   Tot een bedrag van € 400.000,--: de directeur met uitzondering van besluiten tot inhuur personeel.                                        tot een bedrag van € 10.000,--: Bureauhoofden van de afdeling Facilitaire Zaken en de afdeling Informatisering en Automatisering   Tot een bedrag van € 50.000,-- Bureauhoofden van de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer     tot een bedrag van € 100.000,-- : 1.. afdelingshoofd; 2. v.w.b. uitvoering van een programma: programmamanager   Tot een bedrag van € 400.000,--: de directeur  Meerjarige verplichtingen mogen worden aangegaan voor zover a.het betreft gebruikelijke contracten in de sfeer van bedrijfsvoering en onderhoud van provinciale eigendommen en b. de daarmee gemoeide jaarlijkse lasten niet groter zijn dan € 250.000,--., tenzij is bepaald dat het mag gaan om een hoger bedrag dan € 250.000,--.,  voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op  begrotings-producten waarvoor de functionaris van de betreffende afdeling is aangewezen als budgethouder. . voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op de begrotingsproducten instandhouding landwegen en instandhouding wegen  voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op begrotingsproducten waarvoor het hoofd van de betreffende afdeling /programmamanager is aangewezen als budgethouder.  Binnen dit mandaat is voor bedragen hoger dan € 50.000,-- de medeparaaf van de financieel medewerker van de afdeling - of bij het ontbreken daarvan - de afdeling financien , vereist.
C. Paraferen facturen voor levering akkoord behorende bij in mandaat of door Gedeputeerde Staten genomen besluiten tot het aangaan van verplich-tingen met  betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uit-voeren van werken.  tot een bedrag van € 10.000,--: Bureauhoofden van de afdeling Facilitaire Zaken en de afdeling Informatisering en Automatisering;           Tot een bedrag van € 50.000,-- Bureauhoofden van de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer.   Vanaf een bedrag van € 50.000,-- 1. afdelingshoofd 2. v.w.b. uitvoering programma: programmamanager tot een bedrag van € 10.000,--: Bureauhoofden van de afdeling Facilitaire Zaken en de afdeling Informatisering en Automatisering;           Tot een bedrag van € 50.000,-- Bureauhoofden van de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer   Vanaf een bedrag van € 50.000,-- 1. afdelingshoofd 2. v.w.b. uitvoering programma: programmamanager voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op begrotingsproducten waarvoor de functionaris van de betreffende afdeling is aangewezen als budgethouder.         .voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op de begrotingsproducten instandhouding landwegen en instandhouding wegen
2. Afwijken van het bepaalde in artikel 16 van de Algemene inkoopvoorwaarden provincie Flevoland (aansprakelijkheid)algemeen directeuralgemeen directeur 
3. UITVOERING PMIT 1 .besluiten over aanbesteding/inkoop van leveringen en diensten, aan/ verkoop gronden, het vestigen van zakelijke rechten, pacht- , huur en gebruiksovereen- komsten met betrekking tot gronden, voor zover passend binnen het door GS vastgesteld PMIT (omvat tevens paraferen facturen voor levering akkoord)  1. afdelingshoofd WVV                   2. Tot een bedrag van € 50.000,-- Bureauhoofden van de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer    1. afdelingshoofd WVV                   2. Tot een bedrag van € 50.000,-- Bureauhoofden van de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer    Moet passen in de projectraming die in het PMIT is opgenomen voor uitvoeringskosten, inclusief onvoorzien en indexering. Onvoorzien wordt ingezet voor het betalen van meerwerk of verrekenbare hoeveelheden. De procedureregels zoals beschreven in de relevante protocollen die zijn opgenomen in de procesbeschrijving “:Programmamanagement PMIT”, moeten daarbij in acht worden genomen.   voor zover het verplichtingen betreft die betrekking hebben op de begrotingsproducten instandhouding landwegen en instandhouding wegen 
ONDERNEMINGSRAAD Besluiten tot het middels opdrachtbon, brief of overeenkomst aangaan van verplichtingen met betrekking tot het leveren van zaken, verrichten van diensten en het uitvoeren van werken (omvat tevens paraferen facturen voor levering akkoord).    Voorzitter van de ondernemingsraad     Voorzitter van de ondernemingsraad                     voorzover redelijkerwijze noodzakelijk voor de vervulling van de taak van de ondernemingsraad            
4. Besluiten tot inhuur     personeeltwee directeuren gezamenlijktwee directeuren gezamenlijk 

N .B. Ondertekening van de brief/contract vindt plaats namens de Commissaris van de Koningin

F. PERSONELE AANGELEGENHEDEN

1. overhevelen van bedragen binnen een product in de productenraming (zowel programma- als apparaats-kosten)  1. wanneer geen sprake is van mutaties in het salarisbudget: budgethouder; 2. wanneer sprake is van mutaties in het salarisbudget: twee directeuren gezamenlijk.1. wanneer geen sprake is van mutaties in het salarisbudget :budgethouder; 2. wanneer sprake is van mutaties in het salarisbudget: twee directeuren gezamenlijk.Alleen betrekking op de kostensoorten :  directe salarissen en sociale lasten (economische categorie 1.o)   Voor wat betreft de kostensoorten aankoop duurzaam roerende zaken (economische categorie 2.2.), overige goederen en diensten (economische categorie 2.3) en  belastingen (economische categorie 3.0) alleen wanneer sprake is van mutaties waarmee een totaalbedrag van minder dan 75.000 euro is gemoeid.
2. overhevelen van bedragen tussen de verschillende uitvoeringskredieten binnen de vast-gestelde raam-kredieten NJO wegen, NJO vaarwegen en Investeringen Wegen.Afdelingshoofd Wegen, Verkeer en VervoerAfdelingshoofd Wegen, Verkeer en Vervoer• mits het voor het betreffende jaar geplande deel van het PMIT wordt uitgevoerd • Medeparaaf van de financieel medewerker van de afdeling is vereist.  
3. overhevelen van subsidiebudgetten jeugdzorg binnen een produkt in de produktenramingPortefeuillehouderPortefeuillehouder 

H. AANSPRAKELIJKSTELLINGEN

De hieronder vermelde bevoegdheidWordt namens Gedeputeerde Staten uitgeoefend doorEn namens de Commissaris van de Koningn ondertekend doorOnder de volgende randvoorwaarden (N.B. randvoorwaarden die in de regeling zelf zijn opgenomen gelden ook)
1. Het aansprakelijk stellen van een ander voor de schade die de provincie heeft geleden door toedoen van die ander en het vragen om schadevergoeding aan derden.  AfdelingshoofdAfdelingshoofdIn geval niet wordt betaald kan afhandeling worden overgedragen aan de afdeling KBJZ
2. Afhandelen van door  een derde ingediend verzoek waarbij de provincie aansprakelijk wordt gesteld voor geleden schade  1. afdelingshoofd wanneer sprake is van inwilliging van het verzoek. 2. portefeuillehouder wanneer sprake is van geheel of gedeeltelijke afwijzing van het verzoek.  1. afdelingshoofd wanneer sprake is van inwilliging van het verzoek. 2. portefeuillehouder wanneer sprake is van geheel of gedeeltelijke afwijzing van het verzoek.  Als het schadebedrag het eigen risico van € 2.500,-- te boven gaat , wordt de schade afgehandeld door de verzekeraar van de provincie .