Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 1992 |
Citeertitel | Parkeerverordening 1992 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening bij benadering
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-1993 | 11-11-2011 | nieuwe regeling | 13-12-1993 Onbekend. | Onbekend. |
Afdeling 1 Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
MOTORVOERTUIG: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1966 of in het RVV 1990;
PARKEREN: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
HOUDER: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1935,554) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
BELANGHEBBENDENPLAATS: een parkeerplaats die
is aangeduid met bord 99a uit bijlage II van RVV 1966, dan wel met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord 99aa uit bijlage II van het RVV 1966, dan wel met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
Afdeling 5 Overgangs- en slotbepalingen
Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.