Overheidsorganisatie | Openbaar lichaam Bonaire |
---|---|
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDERING van de 23 december 1975 nopens de heffing en inning van inschepingsgeld |
Citeertitel | Inschepingsgeldenverordening |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) dan wel het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is niet bekend. Wel is bekend dat zij van kracht is. Het systeem van deze databank staat niet toe dat deze regeling wordt opgenomen zonder datum van inwerkingtreding. Daarom heeft de redactie daarvoor een fictieve datum - de datum onmiddellijk voorafgaand aan de datum waarop de startcollectie van de CVDR voor Bonaire is vastgesteld - vermeld in het overzicht van wijzigingen.
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2008 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 23-12-1975 A.B. 1975, no. 28 | onbekend |
1. Ten bate van het eilandgebied Bonaire wordt als bijdrage in de kosten van ten behoeve van de zeehaven door het eilandgebied Bonaire tot stand gebrachte werken onder de benaming "Inschepingsgeld” een recht geheven van degenen die vanuit het eilandgebied Bonaire tegen betaling een reis per zeeschip - geen zeilschip zijnde - ondernemen naar een plaats buiten de Nederlandse Antillen.
2. Onder een zeilschip wordt in het eerste lid verstaan een schip hetwelk als zodanig getuigd, uitsluitend of hoofdzakelijk door zeilen voortbewogen wordt.
1. Het inschepingsgeld bedraagt f. 6,-.
2. Het inschepingsgeld is verschuldigd door degene te wiens- name het plaatsbewijs is gesteld of die dit in ontvangst neemt en wordt bij de afgifte daarvan geïnd door of vanwege de persoon of onderneming die het vervoer verzorgt.
3. Ten bewijze dat het inschepingsgeld is voldaan, voorziet degene die het plaatsbewijs afgeeft dit van een plakzegel, hetwelk terstond daarna door middel van een stempelafdruk onbruikbaar wordt gemaakt. Op een daartoe gedane aanvrage kan onder nader door het bestuurscollege te stellen voorwaarden vanwege het eilandgebied ter vervanging van het gebruik van plakzegels een stempelmachine worden gebezigd.
4. De in het tweede lid bedoelde persoon of onderneming is aansprakelijk voor het innen en onbruikbaar maken van de verschuldigde inschepingsgelden.
5. De plakzegels worden tegen contante betaling door de eilandsontvanger verstrekt.
6. De modellen van de plakzegels en de stempelafdrukken worden vastgesteld door of namens het bestuurscollege.
1.Indien kan worden aangetoond dat inschepingsgeld ten onrechte werd geïnd, wordt het ten onrechte betaalde bedrag, na overlegging van het desbetreffende plaatsbewijs door de eilandsontvanger gerestitueerd in opdracht van het bestuurscollege.
1. Indien blijkt dat ten onrechte geen inschepingsgeld werd geind, of het plakzegel niet is onbruikbaar gemaakt, wordt het niet gehevene cq. het bedrag van de niet onbruikbaar gemaakte plakzegel nagevorderd van degene, ingevolge artikel 2 met de inning belast.
2. De na te vorderen bedragen worden met het viervoud daarvan verhoogd, indien niet of niet volledig is voldaan aan een of meer der bij deze eilandsverordening opgelegde verplichtingen, tenzij het bestuurscollege van oordeel is dat op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan betrokkene te wijten oorzaken, beweerde onbekendheid met bepalingen van deze eilandsverordening daaronder niet begrepen, redenen aanwezig zijn om de verhoging niet of slechts gedeeltelijk toe te passen.
De invordering van de na te vorderen bedragen geschiedt door de eilandsontvanger op grond van een hem door het bestuurscollege verstrekte opdracht.
Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen nadere regelen worden gesteld met betrekking tot de bepalingen van deze eilandsverordening.
Deze eilandsverordening, welke kan worden aangehaald als "Inschepingsgeldenverordening", treedt in werking met ingang van de dag door het Bestuurscollege te bepalen.