Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Aanvullende regeling jaargesprekken provincie Gelderland |
Citeertitel | Aanvullende regeling jaargesprekken provincie Gelderland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeelsregelingen, bestuurlijke organisatie |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-10-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2018 | Onbekend | 11-10-2011 Provinciaal Blad, 2011/154 | zaaknummer 2011-015553 |
01-07-2011 | 18-10-2011 | Onbekend | 28-06-2011 Provinciaal Blad, 2011/92 | zaaknummer 2011-009229 | |
09-05-2007 | 01-07-2011 | Onbekend | 27-03-2007 Provinciaal Blad 2007/44 | 2007-001772 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet; Overwegende dat de werknemersvertegenwoordiging in het Georganiseerd Overleg akkoord is gegaan met de wijzigingen van deze regeling;
vast te stellen de volgende gewijzigde regeling: Aanvullende regeling jaargesprekken provincie Gelderland;
Artikel 2. Criteria bij eindoordeel over de duurzame groei in functioneren
In aanvulling op artikel 4, zesde lid van de Regeling jaargesprekken geldt het volgende:
Artikel 3. Beoordeling duurzame groei in geval van afwezigheid
Indien de ambtenaar in de periode, bedoeld in artikel 2, vijfde lid van de Regeling jaargesprekken, voor minder dan 45% van de voor hem geldende feitelijke arbeidsduur zijn arbeid heeft verricht, vindt er geen beoordeling plaats van de duurzame groei als bedoeld in artikel 4, zesde lid van de Regeling jaargesprekken.
Ingeval de afwezigheid bedoeld in het eerste lid is te wijten aan ziekte wordt aan de ambtenaar die nog niet het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt de volgende salarisontwikkeling toegekend:
Aan de ambtenaar die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin hij voor minder dan 45% van de voor hem geldende feitelijke arbeidsduur zijn arbeid heeft verricht, een salarisverhoging toegekend heeft gekregen als bedoeld in artikel C.7, eerste lid van de CAP, wordt in het eerste jaar waarin hij op grond van het eerste lid niet wordt beoordeeld, een salarisverhoging toegekend van 3%.
Aan de ambtenaar die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin hij voor minder dan 45% van de voor hem geldende feitelijke arbeidsduur zijn arbeid heeft verricht, een salarisverhoging toegekend heeft gekregen als bedoeld in artikel C.7, tweede lid van de CAP, wordt in het eerste jaar waarin hij op grond van het eerste lid niet wordt beoordeeld, een salarisverhoging toegekend van 3%.
Aan de ambtenaar die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin hij voor minder dan 45% van de voor hem geldende feitelijke arbeidsduur zijn arbeid heeft verricht, een salarisverhoging toegekend heeft gekregen als bedoeld in artikel C.7, derde lid van de CAP, wordt in het eerste jaar waarin hij op grond van het eerste lid niet wordt beoordeeld, een salarisverhoging toegekend van 1%.
Artikel 4. Criteria bij eindoordeel over de werkresultaten
In aanvulling op artikel 4, zevende lid van de Regeling jaargesprekken geldt dat de beoordeling van de werkresultaten kan leiden tot een score “uitstekend” of "zeer goed" indien tevens ten minste sprake is van een score "normaal" voor de competentieontwikkeling.
Artikel 5 Incidentele beloning van extra inzet
Ter uitwerking van artikel C.10 van de CAP geldt het volgende: