Organisatie | Ouder-Amstel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening percentageregeling kunst en cultuur 2010 |
Citeertitel | Verordening percentageregeling kunst en cultuur 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2010 | Onbekend | 16-12-2010 Weekblad voor Ouder-Amstel 22/12/2010 | 2010/68 |
De Raad van de gemeente Ouder-Amstel,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010, nummer 2010/68,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
overwegende dat de “Verordening percentageregeling kunst en cultuur 2008” , vastgesteld 18 september 2008, herziening behoeft,
De Verordening percentageregeling kunst en cultuur 2010 vaste te stellen.
Het volgens artikel 3 berekende bedrag wordt direct na het besluit over aanwending van een begrotingspost, de vaststelling van de desbetreffende begrotingspost of begrotingswijziging in het Cultuurfonds gestort.
Artikel 7 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Ouder-Amstel, 16 december 2010
De raad voornoemd,
de raadsgriffier,
W.van Zanen
de voorzitter,
M.T.J. Blankers-Kasbergen
Toelichting percentageregeling kunst en cultuur 2010
Om beeldende kunstopdrachten te stimuleren heeft het Rijk in het begin van de jaren vijftig percentageregelingen ingesteld voor de nieuwbouw van rijksgebouwen en onderwijsinstellingen. Deze regelingen houden in dat een bepaald percentage van de geraamde bouwkosten is gereserveerd voor opdrachten aan of aankopen van beeldend kunstenaars. Een probaat financieel middel om uitbreiding van kunst in de samenleving te bevorderen.
Veel gemeenten hebben dat voorbeeld gevolgd maar beperkten zich veelal niet tot openbare gebouwen en scholen. De regelingen hadden ook betrekking op nieuwe woonwijken, openbaar groen, bruggen en andere infrastructurele werken. Gemeenten zijn vrij om al dan niet een percentageregeling in te stellen en de hoogte en brandbreedte te bepalen van (bouw)projecten die onder de regeling vallen.
De gemeente Ouder-Amstel heeft in 1990 een dergelijke regeling vastgesteld. Dat betrof een model met daarin een vrij ingewikkeld systeem van verschillende percentages en verschillende soorten bouwwerken die binnen de regeling vallen. Daarbij komt overigens dat het toenmalige college van burgemeester en wethouders als ook de gemeenteraad enigszins verdeeld waren over het toepassingsgebied van de regeling. Er bleef verschil van mening wat wel of niet onder de toepassing zou vallen: het ging daarbij vooral om (onderhoud van) wegen en openbaar groen. Uiteindelijk werd de regeling in de huidige vorm vastgesteld.
Mede hierdoor is de huidige regeling in de jaren daarna niet altijd toegepast. Dat betekent ook dat het beoogde doel, het continu verkrijgen van middelen voor toevoeging van kunst in de openbare buitenruimte, niet is bereikt.
Tegen de achtergrond van het huidige cultuurbeleid van de gemeente en het ingezette actieprogramma Cultuurnota 2006-2008 is er reden om tot een nieuwe regeling te komen. Een regeling die minder ingewikkeld is dan de huidige en meer mogelijkheden geeft om het beoogde doel te bereiken.
Ook onze gemeente is getroffen door de economische crisis. Dit heeft geleid tot een groot aantal bezuinigingen. De percentages in deze nieuwe verordening zijn daarom aangepast ten opzichte van de verordening percentageregeling kunst en cultuur 2008. Inhoudelijk zijn er verder geen wijzigingen in de verordening van 2008.
De decentralisatie van de onderwijshuisvesting naar de lokale overheid betekende een heroverweging met betrekking tot de onderwijshuisvesting waarvoor de gemeenten vanaf 1997 verantwoordelijk werden. In de nieuwe verordening voor de percentageregeling is dan ook de onderwijshuisvesting – ook geldend voor brede scholen, multifunctionele centra etc -meegenomen. Een uitzondering wordt gemaakt voor de uitbreiding van scholen met groepsruimten en de renovatie van onderwijsgebouwen: deze voorzieningen zijn buiten de percentageregeling gehouden, omdat dit in lijn is met de voormalige percentageregeling van het Rijk.
Verder is de regeling nu ook van toepassing op de aanleg, heraanleg, renovatie van wegen, rioleringen etc. die vanuit de kapitaaldienst en de gewone dienst worden bekostigd. Dit is een logisch uitvloeisel van de intentie om meer kunst in de openbare buitenruimte toe te voegen. Gewoon onderhoud is van de toepassing uitgesloten.
Artikel 3 Bedrag voor kunst en cultuur
De regeling wordt vereenvoudigd door slechts één percentage op alle nieuwbouw, verbouw en werken toe te passen. Dit is een percentage dat ook door veel andere gemeenten wordt gehanteerd, al dan niet met variaties per (bouw)bedrag. Concreet betekent dit het volgende:
1.Ni Soort (bouw)werk of gebouw percentage
Het nieuwe systeem heeft een ondergrens van € 300.000 en heeft als gevolg daarvan geen betrekking op kleinere projecten; de oude regeling had geen ondergrens. Daar staat tegenover dat in de nieuwe verordening niet meer uitgegaan wordt van de kale bouwsom, maar dat ook de kosten van installaties worden meegerekend, in lijn met de op dit moment gebruikelijke moderne regelingen. Overigens wordt bij de berekening van de bijdrage aan het cultuurfonds uitgegaan van de bruto kosten en de bruto gemeentelijke bijdrage.
Zoals in Nederland vrij gebruikelijk is, worden de middelen, die via de percentageregeling beschikbaar komen, voortaan direct na vaststelling van een krediet, aanwending van een budget uit de gewone dienst enz. in het Cultuurfonds gestort. Daarmee wordt gezorgd voor meer transparantie in de totale omvang van middelen die vanuit de percentageregeling beschikbaar komen.
Artikel 5 Extra voeding reserve
Het Cultuurfonds wordt ook gevoed door bijdragen vanuit grondverkoop door de gemeente. € 0,50 per m2 is een gebruikelijke bijdrage. De bijdrage aan het fonds vindt pas plaats als de grondverkoop meer dan € 30.000 bedraagt. Daarnaast is de regeling eveneens van toepassing indien de Gemeentelijke Exploitatieverordening wordt toegepast.
Artikel 6 Degelatie, kunstopdrachten en herstel schade
Om de uitvoering door het college te vergemakkelijken regelt de verordening de delegatie aan het college om over de middelen uit het Cultuurfonds te beschikken. Het college geeft daarover verantwoording op de gebruikelijke wijze bij het opmaken van de gemeenterekening. En zoals gebruikelijk meldt het college belangrijke zaken aan de raadscommissie.
Verder is geregeld dat – indien mogelijk – uitgaven voor beeldende kunst worden gerelateerd aan de hoogte van verkregen gelden; daarmee kan b.v. een relatie worden gelegd tussen een opbrengst uit de bouw van een nieuwe wijk en het daar te plaatsen kunstwerk.
Omdat het Cultuurfonds bedoeld is om breed voor kunst en cultuur in te zetten is eveneens geregeld dat gelden ook kunnen worden besteed voor projecten. En tenslotte kunnen de door het college ook worden gebruikt ter financiering van andere kosten, b.v. ontstaan door schade, maar ook jaarlijks onderhoud en publiciteit.