Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ )

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ )
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE SMALLINGERLAND 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 47
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2015intrekking

09-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 24-12-2014

9 december 2014, volgnr. 6
05-02-201001-10-200901-01-2015Nieuwe regeling

05-01-2010

Breeduit, 04-02-2010

05-01-2010, volgnr. 9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ ) zoals laatstelijk gewijzigd door de raad van de gemeente Smallingerland in zijn vergadering van 5 januari 2010.

 

Artikel 1

 

Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

1.

de wet

:

de Wet werk en bijstand ( WWB) en de Wet investeren in jongeren ( WIJ) ;

2.

werk en inkomen

:

alle aangelegenheden die betrekking hebben op het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

3.

cliënten

:

personen genoemd in artikel 7, eerste lid van de Wet werk en bijstand en jongeren als bedoeld in artikel 2 van de Wet investeren in jongeren;

4.

cliëntenorganisatie

:

een lokaal georiënteerde organisatie die tot doel heeft in algemene zin de belangen te behartigen van cliënten op wie de wetten en gemeentelijke regelingen op het terrein van werk en inkomen gericht zijn;

5.

cliëntenparticipatie

:

het betrekken van cliënten en hun vertegenwoordigers bij de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering van wetten en gemeentelijke regelingen op het terrein van werk en inkomen;

6.

Cliëntenraad

:

een, op initiatief van de gemeente Smallingerland , ingesteld adviesorgaan op grond van artikel 47 van de wet Werk en bijstand en op grond van artikel 12 van de Wet investeren in jongeren ;

7.

college

:

het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland;

Artikel 2

Opdracht aan het college

Het college neemt bij de uitvoering van artikel 47 van de Wet werk en bijstand en van artikel 12 van de Wet investeren in jongeren de regels gesteld bij of krachtens deze verordening in acht.

Artikel 3

Verantwoordelijkheid college

  • 1.

    Het college stelt een Cliëntenraad in om gestalte te geven aan de wettelijke verplichting van cliëntenparticipatie.

  • 2.

    Het college streeft naar een samenstelling van de Cliëntenraad die een goede afspiegeling vormt van de cliënten en de cliëntenorganisaties.

  • 3.

    De leden van de Cliëntenraad worden door het college op voordracht van de Cliëntenraad benoemd.

  • 4.

    Het college benoemt de leden van de Cliëntenraad, behoudens tussentijds aftreden,

    voor de duur van het zittende college.

Artikel 4

Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De Cliëntenraad heeft tot taak om desgevraagd of uit eigen beweging het college te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van Werk en Inkomen en van invloed zijn op de positie van de burger als cliënt.

  • 2.

    Tot de in het eerste lid bedoelde aangelegenheden behoren niet:

    • a.

      klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele personen betrekking hebben voor zover deze geen algemene strekking hebben;

    • b.

      onderwerpen van interne organisatie, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de cliënten;

    • c.

      onderwerpen die een landelijke regeling betreffen, voor zover bij de uitvoering geen keuzes zijn gelaten aan het gemeentebestuur, dit behoudens de vraag of het gemeentebestuur volledig de ruimte benut die de wettelijke regeling biedt.

Artikel 5

Faciliteiten en onkostenvergoeding

  • 1.

    Ten behoeve van de Cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen ten behoeve van onder meer kosten die verband houden met de ambtelijke ondersteuning, deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

  • 2.

    Het college draagt er kosteloos zorg voor dat noodzakelijke faciliteiten aan de Cliëntenraad beschikbaar worden gesteld om te bewerkstelligen dat de Cliëntenraad naar behoren invulling kan geven aan zijn functie.

  • 3.

    Ten laste van het in lid 1 genoemde budget ontvangen de leden van de Cliëntenraad voor het bijwonen van de vergadering van de Cliëntenraad een door het college vast te stellen onkostenvergoeding.

Artikel 6

Huishoudelijk reglement

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de totstandkoming en vaststelling van een huishoudelijk reglement voor de Cliëntenraad.

  • 2.

    Het huishoudelijke reglement geeft in ieder geval een nadere invulling aan de samenstelling, taken, bevoegdheden, werkwijze van de Cliëntenraad en al hetgeen dat van belang is voor het goed functioneren van de Cliëntenraad.

Artikel 7

Wijziging en intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de Cliëntenraad daarover is gehoord.

Artikel 8

Uitvoering

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels opstellen.

  • 3.

    Het college kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening in de individuele situatie tot grove onbillijkheden leidt afwijken van het gestelde in deze verordening.

  • 4.

    Het gestelde lid 2 van dit artikel vindt plaats na overleg met de Cliëntenraad.

Artikel 9

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ ".

Artikel 10

Verantwoording

Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2009.

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd

in zijn vergadering van 5 januari 2010.

 

TOELICHTING

Algemene toelichting

Artikel 47 van de Wet Werk en bijstand ( WWB) luidt als volgt:

"De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoelt in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname van het overleg benodigde informatie."

Artikel 12 van de Wet investeren in jongeren ( WIJ ) lid 1 onderdeel d en lid 2 luidt als volgt:

Lid 1 onderdeel d :

"De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

Lid 2 :

De regels bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, hebben in ieder geval betrekking op de wijze waarop:

a. periodiek overleg wordt gevoerd met de jongeren of hun vertegenwoordigers;

b. de jongeren of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen

aanmelden;

c. de jongeren of vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname

aan het overleg benodigde informatie.

Met deze verordening geeft de gemeente gestalte aan de wettelijke verplichting van de cliëntenparticipatie genoemd in de WWB en de WIJ.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen.

 

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2

Opdracht aan het college

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid college.

In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van het college geformuleerd. Deze reikt verder dan alleen gestalte geven aan de cliëntenparticipatie door middel van het instellen van een Cliëntenraad. Het college streeft ook naar een evenwichtige samenstelling van de Cliëntenraad. De huidige praktijk laat zien dat de Cliëntenraad is samengesteld uit individuele cliënten en cliëntenorganisaties. Dit wenst het college graag zo te behouden. Vandaar dat in de verordening een bepaling is opgenomen die de afspiegeling van de individuele cliënten en cliëntenorganisaties dient te waarborgen.

Tot slot behoort het benoemen van leden ook de verantwoordelijkheid van het college. Omdat een college, uitzonderingen daar gelaten, een zittingsduur van 4 jaar heeft en de Cliëntenraad het college adviseert is de benoemingsduur gelijkgesteld aan de zittingsduur van het college.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden.

De Cliëntenraad fungeert als adviesorgaan van het college. Behalve adviserende taken heeft de Cliëntenraad ook recht op initiatief. De Cliëntenraad kan op verzoek van het college advies uitbrengen over aangelegenheden op het terrein van Werk en Inkomen, maar kan zeker ook zelf het initiatief nemen. Mocht de Cliëntenraad het niet eens zijn met het "gewogen” voorstel van het college aan de gemeenteraad dan kan de Cliëntenraad nog altijd de weg van de reguliere inspraak bewandelen. Daarbij kan worden ingesproken bij vergaderingen van de raadsadviescommissie.

Is de Cliëntenraad het echter oneens met een collegebesluit dat tot de bevoegdheid van het college behoort en dus niet als voorstel aan de raad wordt aangeboden dan is de Cliëntenraad natuurlijk altijd vrij om zijn zienswijze onder de aandacht te brengen van de raad. Tot slot dient te worden vermeld dat in dit artikel ook nadrukkelijk wordt geregeld ten aanzien van welke aangelegenheden de Cliëntenraad geen adviesrecht of recht op initiatief heeft.

Artikel 5 Faciliteiten en onkostenvergoeding.

Door het college wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld waaruit op basis van een door de Cliëntenraad op te stellen en door het college goed te keuren begroting de kosten van de ambtelijke ondersteuning en andere kosten ,zoals kosten voor deskundigheids-bevordering en organisatiekosten, ten laste kunnen worden gebracht..

Voorts zal het college de Cliëntenraad ook de gelegenheid moeten bieden om zijn taak naar behoren uit te voeren. Daartoe wordt aansluiting gezocht bij de huidige praktijk.

Zo wordt onder andere gratis vergaderruimte beschikbaar gesteld voor de vergaderingen van de Cliëntenraad.

Daarnaast ontvangen de leden van de Cliëntenraad voor het bijwonen van vergaderingen een door het college vast te stellen onkostenvergoeding. Voor wat betreft deze vergoedingen is nadrukkelijk aangegeven dat het om een onkostenvergoeding gaat. Deze vergoedingen dienen niet te worden gezien als middelen, zoals vermeld in artikel 31, eerste lid van de Wet werk en bijstand. De onkostenvergoeding komen ten laste van het in lid 1 van dit artikel genoemde budget.

Artikel 6. Huishoudelijk reglement.

Omdat deze verordening op hoofdlijnen is geformuleerd zal het college er zorg voor dragen dat er een huishoudelijk reglement wordt opgesteld en vastgesteld. In het tweede lid staat vermeld wat er in ieder geval in het huishoudelijke reglement geregeld dient te worden. Daarbij is gekozen voor een ruime formulering, maar in het huishoudelijke reglement zaken worden geregeld die verband houden met bijvoorbeeld de wijze van selectie van de leden, de wijze van benoeming, redenen voor beëindigen van het lidmaatschap, de taken van de onafhankelijke voorzitter en de secretaris en de vergaderorde van de Cliëntenraad.

Artikel 7

Wijziging en intrekking verordening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8. Uitvoering.

Voor de uitvoering van deze verordening kan het noodzakelijk zijn om nadere regels opstellen. Artikel 8, tweede lid geeft het college de bevoegdheid om deze regels, in overleg met de Cliëntenraad op te stellen.Het gestelde in het derde lid heeft betrekking op de zogenaamde “hardheidsclausule”. Een dergelijke bepaling wordt in de verordening opgenomen om het college enige vrijheid te geven bij het toepassen van de bepalingen.

Toepassen van deze hardheidsclausule dient echter wel tot het uiterste beperkt te worden. Bij het regelmatig toepassen van deze clausule dient aanpassing van de verordening te worden overwogen.

Artikel 9

Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10. Verantwoording.

De gemeenteraad kan slechts zijn controlerende functie op goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Het college zal de raad jaarlijks voorzien van informatie over de uitvoering van de Wet werk en bijstand. Daarin zal ook de informatie over de uitvoering van deze verordening en dus het functioneren van de Cliëntenraad als zodanig worden opgenomen.

Artikel 11 Inwerking treding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.