Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hellendoorn

Spaarloonregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHellendoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpaarloonregeling
CiteertitelSpaarloonregeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012Onbekend

07-12-2010

Geen bron

Geen
01-01-201101-01-2011Onbekend

07-12-2010

Geen bron

Geen
01-01-201101-01-2011nieuwe regeling

07-12-2010

Hellendoorn Journaal, 17-12-2010

10INT02076

Tekst van de regeling

Intitulé

Spaarloonregeling

 

Spaarloonregeling

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    Deelnemer: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder a van de CAR, alsmede de vrijwilliger in de zin van hoofdstuk 19 van de CAR;

  • b

    Spaarloon: een bedrag dat ingevolge een inhouding op het brutosalaris of de bruto vakantietoelage van de deelnemer op de speciale spaarrekening is gestort;

  • c

    Bank: de door de deelnemer op zijn deelnemingsformulier vermelde bank;

  • d

    Speciale spaarrekening: de door de bank ten name van de deelnemer geopende spaarrekening, waarop de spaarloonbedragen worden bijgeschreven.

Artikel 2 Deelneming

Deelnemer wordt men door het invullen en ondertekenen van een deelnemingsformulier, waarop wordt verklaard dat het personeelslid door middel van een inhouding op het brutosalaris of de bruto vakantietoelage een bedrag zal sparen. Door het indienen van dat formulier is de gemeente gemachtigd het aangegeven bedrag op het salaris in te houden ter overboeking naar de speciale spaarrekening en gaat de deelnemer onherroepelijk akkoord met de bepalingen van deze verordening.

De deelneming eindigt:

  • a

    bij beëindiging van het dienstverband van de deelnemer;

  • b

    bij schriftelijke opzegging door de deelnemer;

  • c

    bij faillissement van de deelnemer;

  • d

    bij daadwerkelijk verhaal op basis van een executoriale titel ten laste van de deelnemer;

  • e

    bij van toepassing verklaring van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de deelnemer;

  • f

    bij uitsluiting door Burgemeester en Wethouders wegens verpanding, bezwaring of vervreemding als genoemd in artikel 3.

Artikel 3 Verpanding, bezwaring en vervreemding

Het is de deelnemer niet toegestaan zijn door de speciale spaarrekening aangewezen vordering op de bank geheel of gedeeltelijk te verpanden, te bezwaren of te vervreemden.

Bij overtreding van deze bepaling is het in artikel 7 lid 3 bepaalde van toepassing. Burgemeester en Wethouders hebben in voorkomende gevallen het recht de deelnemer van verdere deelneming uit te sluiten.

Artikel 4 Spaarloon

Het in te houden spaarloon zal tenminste € 135,-- per kalenderjaar moeten bedragen en zal ten hoogste het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag per jaar mogen belopen.

Het in te houden spaarloon kan eenmaal per kalenderjaar worden gewijzigd.

Artikel 5 Spaarloon

Het spaarloon wordt binnen 2 weken na de uitbetaling van het salaris of de vakantietoelage, waarop de inhouding geschiedt, op de speciale spaarrekening gestort.

Het is de deelnemer niet toegestaan gelden rechtstreeks op de speciale spaarrekening te storten of te doen storten, anders dan op de in lid 1 vermelde wijze.

Artikel 6 Blokkeringperiode

Behoudens het bepaalde in artikel 7, lid 2 dient elk spaarloonbedrag gedurende vier kalenderjaren, gerekend vanaf 1 januari volgend op het jaar van storting, op de speciale spaarrekening te blijven staan.

Artikel 7 Opneming van spaarloonbedragen

Voor het opnemen van spaarloonbedragen die korter dan vier kalenderjaren op de speciale spaarrekening hebben uitgestaan, is goedkeuring van Burge-meester en Wethouders vereist. Bij het aanvragen van deze goedkeuring dient het laatst ontvangen rekeningafschrift te worden overgelegd.

De in lid 1 genoemde goedkeuring wordt verleend door het afgeven van een formulier “Aanvraag en goedkeuring uitbetaling van spaargelden” en wel uitsluitend:

  • a

    bij besteding ten behoeve van de in de artikelen 9 en 12 genoemde doeleinden;

  • b

    bij beëindiging van het dienstverband met de deelnemer.

Indien door de deelnemer over het spaarloon wordt beschikt in strijd met deze verordening, waaronder begrepen beschikking als gevolg van:

  • a

    faillissement van de deelnemer;

  • b

    daadwerkelijk verhaal op basis van een executoriale titel ten laste van de deelnemer;

  • c

    bij van toepassing verklaren van een wettelijke schuldsanering op de deelnemer;

  • d

    verpanding, bezwaring of vervreemding van het spaartegoed,

wordt dit loon voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen aangemerkt als loon, niet zijnde spaarloon.

Artikel 8 Opneming van spaarloonbedragen

Bij het opnemen of overboeken van spaarbedragen als bedoeld in artikel 7, zullen steeds de jongste op de spaarrekening aanwezige bedragen geacht worden het eerste te zijn opgenomen of overgeboekt.

Artikel 9 Bestedingsdoeleinden

Als bestedingsdoel wordt erkend:

  • a

    verwerving van een eigen woning als hoofdverblijf door de deelnemer of zijn/haar echtgenote/echtgenoot;

  • b

    premies of koopsommen, verschuldigd ingevolge een door de deelnemer op zijn/haar echtgenote/echtgenoot gesloten overeenkomst van levensverzekering, mits de desbetreffende overeenkomst voldoet aan de in artikel 10 genoemde voorwaarden.

Artikel 10 Bestedingsdoeleinden

De in artikel 9 onder b. bedoelde overeenkomst van levensverzekering moet:

  • a

    voldoen aan artikel 1, lid 1, onderdeel b. van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf en zijn aangegaan met een levensverzekeraar als bedoeld in onderdeel g. van dat lid;

  • b

    zijn aangegaan met een verzekeraar in de zin van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf of met de Sociale Verzekeringsbank;

  • c

    zijn gesloten, hetzij op het leven van de deelnemer, hetzij op dat van zijn echtgenoot, dan wel kinderen voor wie de deelnemer of zijn echtgenoot op 1 januari van het jaar waarin premie is voldaan recht had op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet of die zelf recht hadden op studiefinanciering ingevolge hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering;

  • d

    voorzien in een looptijd van tenminste vier jaren voor zover het tijdstip van uitkering niet wordt bepaald door het overlijden van de verzekerde;

  • e

    voldoen aan de overige voorwaarden van artikel 8 van de Uitvoeringsregeling werknemerspaar- en winstdelingsregelingen.

Indien sprake is van verzekeringssparen overeenkomstig artikel 8 lid 1 van de Uitvoeringsregeling werknemersspaar- en winstdelingsregelingen dient de polis onbezwaard deel uit te maken van het vermogen van de deelnemer of dat van zijn echtgenoot. Indien echter sprake is van verzekeringssparen overeenkomstig artikel 8 lid 2 of artikel 8 lid 4 van de Uitvoeringsregeling werknemersspaar- en winstdelingsregelingen dient de polis onbezwaard deel uit te maken van het vermogen van de deelnemer of dat van zijn echtgenoot, ingeval de werknemer ongehuwd is de partner met wie hij duurzaam een gezamenlijke huishouding voert.

Artikel 11 Bestedingsdoeleinden

In de artikelen 9 en 10 wordt onder “echtgenote/echtgenoot” mede begrepen de partner, als bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de CAR/HAR.

Artikel 12 Belegging in effecten

Het is de deelnemer toegestaan de op de speciale spaarrekening uitstaande spaarloonbedragen aan te wenden voor belegging in effecten, mits:

  • a

    de aankoop en de verkoop geschieden door bemiddeling van de bank;

  • b

    de effecten bij of onder verantwoordelijkheid van de bank in bewaring worden gegeven;

  • c

    de effecten onbezwaard deel uitmaken van het vermogen van de deelnemer.

Bij verkoop van effecten binnen de in artikel 6 genoemde termijn van vier kalenderjaren, dient het in de aankoopprijs begrepen bedrag aan ingehouden spaargelden onverwijld op de speciale spaarrekening te worden gestort.

Bij beëindiging van de deelneming aan deze spaarloonregeling is het bepaalde in artikel 16, lid 2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Rente

De op de speciale spaarrekening gekweekte rente zal jaarlijks op een vrije rekening ten name van de deelnemer worden bijgeschreven.

Artikel 14 Saldo-opgaven

De bank zal uiterlijk in de maand februari van elk jaar aan iedere deelnemer een opgave zenden van de mutaties op zijn speciale spaarrekening in het voorafgaande jaar, de in dat jaar gekweekte rente en de grootte van het spaartegoed op 31 december van dat jaar. Overzichten van de saldo-opgaven zullen door de bank aan Burgemeester en Wethouders worden gezonden.

Artikel 15 Overboeking naar vrije rekening

Uiterlijk in de maand februari van elk jaar zal het spaarloonbedrag, dat gedurende vier kalenderjaren op de speciale rekening heeft uitgestaan, naar de vrije rekening ten name van de deelnemer worden overgeboekt.

Artikel 16 Beëindiging dienstverband

Bij overlijden van de deelnemer zal de speciale spaarrekening worden opgeheven en zal aan zijn rechtverkrijgende(n) goedkeuring worden verleend tot het opnemen van alle op de speciale spaarrekening uitstaande bedragen.

Indien de deelneming eindigt wegens beëindiging van het dienstverband van de deelnemer om andere dan de in lid 1 genoemde reden zal ter keuze van de deelnemer:

  • a

    de speciale spaarrekening worden aangehouden, waarbij de bepalingen van deze verordening voor zover van toepassing van kracht blijven;

of

  • b

    de speciale spaarrekening worden opgeheven. Het bepaalde in artikel 7 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

Ingeval het spaarloon door de deelnemer of zijn erfgenaam is opgenomen bij beëindiging van de dienstbetrekking van de werknemer, daaronder begrepen het overlijden van de deelnemer, wordt voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering voor elke volle maand gedurende welke het spaarloon binnen een termijn van vier jaren is opgenomen een evenredig deel van het spaarloon aangemerkt als loon verstrekt door de werkgever, niet zijnde spaarloon.

Artikel 17 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als “Spaarloonregeling”;