Overheidsorganisatie | Gemeente Hellendoorn |
---|---|
Officiële naam regeling | Procedureregeling functiebeschrijven en functiewaarderen |
Citeertitel | Procedureregeling functiebeschrijven en functiewaarderen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-06-2012 | Onbekend | 27-06-2012 Onbekend | |||
01-01-2011 | 27-06-2012 | nieuwe regeling | 07-12-2010 Hellendoorn Journaal, 17-12-2010 | 10INT02076 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
ambtenaar: de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1 onder a van de CAR/HAR;
generieke functiebeschrijving: beschrijving van een functie waarvan de aard en zwaarte van de werkzaamheden overeenkomen, waarbij het vakgebied kan verschillen;
functiecategorie: een groep generieke functiebeschrijvingen gerangschikt naar hun aard;
functieboek: het geheel van generieke functiebeschrijvingen binnen de gemeente;
methode: de methode van functiewaardering, zoals bijgevoegd bij deze regeling;
externe deskundige: opsteller van het concept-waarderingsadvies;
toetsingscommissie: commissie belast met het toetsen van de concept-waarderingsadviezen;
conversietabel: een tabel die een koppeling legt tussen de resultaten van de waardering en de salarisschalen;
organisatiewijziging: een inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt, dan wel privatisering/verzelfstandiging of een publiekrechtelijke taakoverheveling.
1. Het niveau van alle voorkomende generieke functiebeschrijvingen zal worden bepaald volgens de methode.
2. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op een functie die geen structureel karakter heeft.
1. De algemeen directeur is (eind)verantwoordelijk voor de inhoud van het functieboek.
2. De algemeen directeur laat zich bij de totstandkoming van het functieboek bijstaan door P&O.
3. P&O stelt de concept-generieke functiebeschrijving op.
4. De algemeen directeur stelt het concept functieboek vast ter voorbereiding op definitieve besluitvorming door het college.
1. De generieke functiebeschrijvingen uit het functieboek worden aan de externe deskundige voor een concept-waardingsadvies voorgelegd.
2. De externe deskundige vervaardigt aan de hand van de generieke functiebeschrijvingen een concept-waarderingsadvies.
3. De concept-waarderingsadviezen worden getoetst door de toetsingscommissie. De toetsingscommissie bestaat uit:
de algemeen directeur, voorzitter;
een door het directieteam aan te wijzen lid van het directieteam;
een door de werknemersdelegatie uit de commissie voor georganiseerd overleg aan te wijzen lid.
4. Aan de toetsingscommissie wordt een P&O-adviseur toegevoegd als secretaris van de commissie. De secretaris heeft geen stemrecht. De externe deskundige treedt op als adviseur van de toetsingscommissie.
5. De toetsingscommissie besluit bij meerderheid van stemmen.
6. De algemeen directeur legt de concept-waarderingen ter vaststelling voor aan het college. Een minderheidsstandpunt van de toetsingscommissie wordt zichtbaar gemaakt.
1. Alle medewerkers worden op basis van de voorafgaand aan de invoering van het generieke functieboek geldende formatieplaatsbeschrijving en geldende functieschaal gekoppeld aan een generieke functie. Op basis hiervan ontstaat er een was-wordt tabel, welke basis is voor de plaatsing.
2. Bij de plaatsing in de generieke functie gaat de functieschaal van de voorafgaand aan de invoering van het functieboek geldende formatieplaatsbeschrijving één op één over. Dit laatste geldt niet als er sprake is van plaatsing als gevolg van een organisatiewijziging.
3. De algemeen directeur legt de concept-plaatsingsvoorstellen ter vaststelling voor aan het college.
1. Minimaal één keer per twee jaar geeft de algemeen directeur opdracht aan P&O om de inhoud van het functieboek op actualiteit te toetsen.
2. De algemeen directeur laat de wijzigingen met betrekking tot het functieboek opstellen door P&O.
3. Het functieboek wordt alleen gewijzigd:
voor nieuwe functiecategorieën welke duurzaam moeten worden vervuld en welke naar het oordeel van de algemeen directeur niet op basis van het dan geldende functieboek kunnen worden vervuld;
bij wijziging van functiecategorieën naar aanleiding van een organisatiewijziging. Dit naar het oordeel van de algemeen directeur.
4. P&O stelt de (gewijzigde) concept-functiebeschrijvingen op.
5. De algemeen directeur legt wijzigingen in het functieboek ter vaststelling voor aan het college.
Op de waardering van de onder 3.1 bedoelde functies is het bepaalde in artikel 2.2 van overeenkomstige toepassing.
1. De desbetreffende clustermanager stelt een gemotiveerd voorstel op voor plaatsing van een medewerker in een gewijzigde of nieuwe generieke functiebeschrijving.
2. De algemeen directeur legt plaatsingsvoorstellen ter vaststelling voor aan het college.
Deze regeling wordt aangehaald als: “Procedureregeling functiebeschrijven en functiewaarderen”.
Burgemeester en Wethouders van Hellendoorn,
de secretaris, de burgemeester,