Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Verordening vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingVerordening vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van de burgemeester
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 61, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-08-200311-01-2014nieuwe regeling

18-08-2003

--

14707

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Nummer 14707

bv

DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;

gelezen het voorstel van het raadspresidium van 13 augustus 2003 (bijlage nr. 123);

BESLUIT:

Artikel 1 Taak van de commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak het uitbrengen van een conceptaanbeveling van twee personen die naar het oordeel van de commissie in aanmerking komen voor benoeming tot burgemeester van de gemeente Leeuwarden.

  • 2. De commissie brengt haar conceptaanbeveling uit aan de raad van de gemeente Leeuwarden en de Commissaris van de Koningin in de provincie Fryslân.

  • 3. De commissie brengt een schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad en de Commissaris van de Koningin van haar bevindingen waarop haar conceptaanbeveling is gebaseerd.

  • 4. De commissie vermeldt in haar conceptaanbeveling de motieven die tot haar oordeel van de volgorde van de personen hebben geleid.

Artikel 2 Werkwijze van de commissie

  • 1. De commissie brengt de in artikel 1 bedoelde bevindingen uit op basis van de door de Commissaris van de Koningin verstrekte namen en eventueel verdere gegevens van kandidaten, alsmede op basis van de mondelinge en schriftelijke informatie, welke aan de commissie door de kandidaten in de gesprekken zijn verstrekt.

  • 2. De commissie voert de in het eerste lid van dit artikel bedoelde gesprekken met de door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten.

  • 3. Indien de commissie besluit een door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de Commissaris van de Koningin en de kandidaat door de commissie schriftelijk van haar beslissing op de hoogte gesteld.

  • 4. De commissie is bevoegd ook niet door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten die gesolliciteerd hebben, bij haar beoordeling te betrekken.

  • 5. Indien een niet door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat zich rechtstreeks wendt tot de commissie met het verzoek om door haar te worden uitgenodigd, dan beslist de commissie zo spoedig mogelijk op het verzoek en stelt de verzoeker schriftelijk op de hoogte van haar beslissing.

  • 6. Indien de commissie besluit de onder het vierde en/of vijfde lid bedoelde kandidaat bij haar beoordeling te betrekken, meldt zij dit direct aan de Commissaris van de Koningin.

Artikel 3 Inlichtingen

De commissie verschaft zich alleen door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat maximaal uit het aantal leden dat de raad naar fracties telt. De leden worden benoemd uit de raad.

  • 2. De leden worden benoemd door de raad op voorstel van de fracties. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd

  • 3. Indien een lid van de commissie van zijn of haar fractie langdurig niet beschikbaar is, kan hij of zij zich doen vervangen door een ander lid. De vervanging geldt voor de resterende zittingsperiode van de commissie.

  • 4. De voorzitter van de commissie is de vice-voorzitter van de raad. Bij ziekte of afwezigheid van de voorzitter wijst de commissie een lid of adviseur van de commissie als voorzitter aan. De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 5. De gemeenteraad benoemt op voordracht van het college een afgevaardigde van het college als adviseur.

  • 6. Indien de afgevaardigde van het college langdurig niet beschikbaar is, kan hij zich doen vervangen door een andere afgevaardigde van het college voor de resterende zittingsperiode van de commissie.

Artikel 5 Ondersteuning

De commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de griffier en gemeentesecretaris.

Artikel 6 Wijze van vergaderen van de commissie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

Artikel 7

  • 1. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is.

  • 2. De bevindingen, bedoeld in artikel 1, worden bij meerderheid van de stemmen vastgesteld.

  • 3. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de schriftelijke rapportage aan de raad en Commissaris van de Koningin vermeld.

  • 4. Bij staking van stemming over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering dan worden er geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis aan de raad en de Commissaris van de Koningin gebracht.

Artikel 8 Communicatie en correspondentie

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken van de commissie worden aan het adres van de voorzitter gericht en door de griffier bewaard.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf de griffie verzonden.

Artikel 9 De organisatie van de selectiegesprekken

  • 1. De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2. De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 10 Geheimhouding

  • 1. De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2. Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 3. De geheimhoudingsplicht, zoals in de voorgaande leden is bedoeld, geldt eveneens voor de afgevaardigde van het college van burgemeester en wethouders, de griffier en de gemeentesecretaris.

  • 4. Deze geheimhoudingsplicht geldt ook tegenover raadsleden die geen lid zijn van de commissie, tegenover leden van het college van burgemeester en wethouders die niet zijn afgevaardigd als adviseur en tegenover medewerkers van de griffie en van het overige ambtelijke apparaat.

  • 5. Indien de commissie vaststelt dat een van haar leden, adviseur dan wel de griffier of gemeentesecretaris de geheimhouding schendt, dan wordt de betreffende persoon uit zijn functie ontheven. Dit besluit wordt genomen niet dan nadat de betreffende persoon door de voltallige commissie is gehoord. Het besluit tot ontheffing dient bij afwezigheid van de betreffende persoon in unanimiteit en in een overigens voltallige commissie te worden genomen.

Artikel 11 Beëindiging van de commissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan het gemeentebestuur is bekend gemaakt dat er in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter van de commissie en de griffier dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt op last van de burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 3. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van de kandidaten worden onmiddellijk aan dezen geretourneerd.

  • 4. De voorzitter draagt er zorg voor dat alle overige stukken die de commissie onder zich heeft onmiddellijk worden vernietigd.

  • 5. Alle kopieën van de stukken genoemd onder lid 2 dienen eveneens vernietigd te worden door de zorg van de voorzitter van de commissie.

Artikel 12 Slotbepalingen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de meerderheid van de commissie.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling. De verordening vastgesteld d.d. 10 april 2002 komt met ingang van dezelfde datum te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

voorzitter
griffier