besluit
De raad van de gemeente Loon op Zand;
gezien het voorstel van het presidium d.d. 20 november 2006, nummer 2006/110;
gelet op het advies van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken, Veiligheid en
Burgerparticipatie inclusief Middelen d.d. 7 december 2006:
besluit:
vast te stellen de navolgende
Verordening op de raadscommissies 2007.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;
- b.
voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;
- c.
griffier: griffier van de raad of diens vervanger;
- d.
vergadering: vergadering van een raadscommissie.
Artikel 2 Instelling raadscommissies
- 1.
De raad stelt de volgende raadscommissies in:
- a.
Algemeen Bestuurlijke Zaken, Veiligheid en Burgerparticipatie, inclusief
Middelen;
- b.
Openbare Ruimte, Economische Zaken en Toerisme en Recreatie;
- c.
Welzijn, Zorg en Sociale Zaken;
- 2.
De raadscommissie Algemeen Bestuurlijke Zaken, Veiligheid en Burgerparticipatie,
inclusief Middelen adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:
- a.
beleidszaken van algemene aard, die niet in het bijzonder tot de taak van een
andere commissie behoren;
- b.
intergemeentelijke aangelegenheden;
- c.
veiligheid en de integrale benadering daarvan;
- d.
- e.
aangelegenheden het personeel en de organisatie betreffende;
- f.
aangelegenheden betreffende informatisering en automatisering;
- g.
voorstellen op het punt van financiële dekking en de inpassing in het totale
financiële beleid;
- h.
Begroting en jaarrekening;
- i.
Nota Reserves en Voorzieningen;
- j.
- k.
Belastingvoorstellen/-beleid;
- l.
Treasury-activiteiten, ombuigingsoperaties en financiële verhouding
rijk-gemeente.
- 3.
De raadscommissie Openbare Ruimte. Economische Zaken en Toerisme en Recreatie
adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:
- a.
ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente;
- b.
maatregelen die daarmee samenhangen;
- c.
aangelegenheden van technische aard. mede voor zover het betreft investeringen in
gemeentelijke eigendommen;
- d.
zaken betreffende het grondbedrijf;
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
- 4.
De raadscommissie Welzijn. Zorg en Sociale Zaken adviseert en overlegt over de
volgende onderwerpen:
- a.
- b.
- c.
- d.
d) arbeidsvoorzieningenbeleid;
- e.
- f.
- g.
- h.
- 5.
Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat. wordt het onderwerp in de
afzonderlijke raadscommissies besproken. tenzij het presidium beslist dat een
gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie
die het onderwerp het meest aangaat. het onderwerp behandelt.
- 6.
Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de
voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van
de voorzitter.
Artikel 3 Taken
Een raadscommissie heeft de volgende taken:
- •
het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking
heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;
- •
het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;
- •
voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het
college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien
van de in artikel 2, tweede lid, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.
Artikel 4 Samenstelling
- 1.
Een raadscommissie bestaat uit tenminste een en maximaal drie leden per fractie
naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad, waarbij de volgende verdeling
wordt gehanteerd:
- -
I en 2 raadszetels: 1 commissielid
- -
3 en 4 raadszetels: 2 commissieleden
- -
5 en meer raadszetels: 3 commissieleden.
- 2.
De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de
fracties benoemd.
- 3.
De raad kan daarnaast een of meer buitengewone leden benoemen.
- 4.
Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. Per fractie mogen in
totaliteit maximaal 2 niet raadsleden als commissielid c.q. plaatsvervangend
commissielid laten benoemen. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet
zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.
- 5.
De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie
tenminste een plaatsvervangend lid per fractie. die zitting in een raadscommissie
heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid.
Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het vierde lid, genoemde vereisten.
Artikel 5 Voorzitter
- 1.
De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden
benoemd.
- 2.
De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.
- 3.
De voorzitter is belast met:
- a.
het leiden van de vergadering;
- b.
het handhaven van de orde;
- c.
het doen naleven van deze verordening;
- d.
hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
- 1.
De zittingsperiode van een lid , de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in
ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.
- 2.
Ben lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie
indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.
- 3.
De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het
lid is benoemd.
- 4.
De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.
- 5.
Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag
nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een
maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is
benoemd.
- 6.
Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo
spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5
.
- 7.
Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de
raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het
lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.
Artikel 7 Griffier en commissiegriffier
- 1.
De griffier is belast met de ondersteuning van iedere raadscommissie.
- 2.
De griffier is in iedere vergadering aanwezig.
- 3.
Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door de door de raad
aangewezen plaatsvervanger.
Artikel 8 Burgemeester en wethouders
- 1.
De voorzitter kan de burgemeester en een of meer wethouders uitnodigen in de
vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.
- 2.
Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wi! zijn en
wi! deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de
voorzitter.
- 3.
De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.
- 4.
De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de
burgemeester en een of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of
aan de beraadslagingen mogen deelnemen.
Artikel 9 De secretaris
De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de
vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze
verordening.
Artikel 10 Vergaderfrequentie
- 1.
In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie:
a. Welzijn, Zorg en Sociale Zaken plaats op maandag:
b. Openbare Ruimte, Economische Zaken en Toerisme en Recreatie plaats op dinsdag;
c. Algemeen Bestuurlijke Zaken, Veiligheid en Burgerparticipatie, inclusief
Middelen plaats op donderdag e.e.a. conform een jaarlijks op te stellen
vergaderschema. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur,
vinden plaats in de raadzaal van het gemeentehuis en eindigen in principe om 22.30
uur. Op dat moment bepaalt de commissie of de agenda diezelfde avond wordt
afgewikkeld, dan wel of de resterende agendapunten worden doorgeschoven naar de
reservedatum.
- 2.
De reservedatum voor alle commissies is de maandag, volgend op de
commissievergaderingen vanaf 19.00 uur.
- 3.
Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of
indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
- 4.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of
een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de
griffier.
Artikel 11 Oproep
- 1.
De voorzitter zendt tenminste elf dagen voor een vergadering de leden een
schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de
vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in
artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden
tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
- 3.
Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede
lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden
gezonden.
Artikel 12 De agenda
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt presidium de agenda van de
vergadering voorlopig vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van de schriftelijke
oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende
agenda opstellen.
- 3.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op
voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van
de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
- 4.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de
beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere
inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het
onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
- 5.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van
behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda
dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproepvoor een
ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de
terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien
na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt
hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
- 2.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis
gebracht.
- 3.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het
eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid
inzage.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging
i n een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huis-bladen, in het gemeentelijk
informatieblad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo
mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis
gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum. aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende
stukken kan inzien;
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel
17.
Artikel 15 Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddelijk de presentielijst. Aan
het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door
ondertekening vastgesteld.
Artikel 16 Opening vergadering
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de
helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden
aanwezig is. bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel. na voorlezing
van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering. op een
tijdstip dat tenminste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep
is gelegen.
- 3.
Op de vergadering. bedoeld in het tweede lid. is het eerste lid niet van
toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen
beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van
het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
- 1.
Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk
gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of
heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9: I van de Algemene wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk de dag
voor de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en
telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van
de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de
totale spreektijd van 30 minuten evenredig over de sprekers als er meer dan zes
sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de
maximale lengte van de spreektijd.
- 6.
De spreker voert het woord. nadat de voorzitter het geagendeerde onderwerp aan de
orde heeft gesteld. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling
van de inbreng van de burger.
Artikel 18 Notulen
- 1.
De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden. zo mogelijk. aan de leden
toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerpnotulen worden op
hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.
- 2.
Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige
vergadering vastgesteld.
- 3.
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier, de secretaris en degenen,
die gebruik hebben gemaakt van het inspreekrecht, hebben het recht, een voorstel tot
verandering aan de raad te doen, indien d e notulen onjuistheden bevatten of niet
duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een schriftelijk voorstel tot
verandering dient uiterlijk de dag voor de vergadering bij de griffier te worden
ingediend.
- 4.
De notulen moeten inhouden:
a). de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester en de wethouders, de
secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede
van de overige personen die
het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren.
b). een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c). een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der
aanwezigen die het woord voerden;
d). een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van
de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening
van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;
e). bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen
aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is
toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 5.
De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.
- 6.
De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier
ondertekend.
Artikel 19 Spreekregels
- 1.
Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken
vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid
genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 20 Volgorde sprekers
- 1.
Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het
aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd
over de orde van de vergadering.
Artikel 21 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee
termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Per onderwerp zal slechts een lid namens de fractie het woord voeren, tenzij het
presidium voor het te behandelen onderwerp een afzonderlijke behandelprocedure heeft
vastgesteld.
- 3.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 4.
Een lid mag in een termijn niet meer dan een maal het woord voeren over hetzelfde
onderwerp of voorstel.
- 5.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het
woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van
orde.
Artikel 22 Spreektijd
Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 23 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter e n ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel
van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 24 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Ben spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. de voorzitter het
nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren; b. een lid
hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere
interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft,
afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk
interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter
tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter
hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige
onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te
bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord -
de vergadering sluiten.
- 4.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn
gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de
vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming
daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem
verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste
drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 25 Beraadslaging
- 1.
De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een
of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de
beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of
de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen
worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen
alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een
aanvang wordt genomen.
Artikel 27 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is
toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan
de raad wordt uitgebracht.
- 2.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op
voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.
- 3.
In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden
opgenomen.
Artikel 27a Vragenhalfuurtje
- 1.
Voor aanvang van de commissievergadering om 19.30 uur is er een vragenhalfuur,
tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. Het vragenuur eindigt
uiterlijk om 20.00 uur.
- 2.
Indien de ingediende vragen om 20.00 uur niet zijn behandeld, zullen deze
schriftelijk worden beantwoord.
- 3.
Het lid van de commissie dat tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, meldt
dit onder aanduiding van het onderwerp uiterlijk op de dag voor de vergadering bij
de voorzitter. De voorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp
tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende
nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering op
diezelfde dag aan de orde komt.
- 4.
De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen tijdens het
vragenhalfuur aan de orde worden gesteld.
- 5.
De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor de
wethouders, voor de burgemeester en voor de overige leden van de raad.
- 6.
Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om een of meer vragen
aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.
- 7.
Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller
desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.
- 8.
Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de commissie het woord verlenen
om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college vragen te stellen over
hetzelfde onderwerp.
- 9.
Tijdens het vragenhalfuur worden geen interrupties toegelaten.
Artikel 28 Algemeen
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van
overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het
besloten karakter van de vergadering.
Artikel 29 Notulen
- 1.
De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen
uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.
- 2.
Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter
vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een
beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde
notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 30 Geheimhouding
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig
artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het
verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding
op te heffen.
Artikel 31 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet
voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die
geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de
raadscommissie overleg gevoerd.
Artikel 32 Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor
hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van
de orde is verboden.
- 3.
De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de
vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in
de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de
vergadering ontzeggen.
Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wei
beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen
zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering
het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere
communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder
toestemming van de voorzitter niet toegestaan.
Artikel 35 Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing
van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.
Artikel 36 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.
- 2.
Op dat tijdstip vervalt de verordening op de Raadscommissies 2002 van de raad van
de gemeente Loon op Zand vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2002.