Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Woonschepenverordening 1997 |
Citeertitel | Woonschepenverordening 1997 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-1997 | 01-07-2015 | nieuwe regeling | 29-05-1997 Gemeenteblad 1997, 24 | 24 |
De raad der gemeente Steenbergen;
overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van het openbaar water regels te stellen aan het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente, alsmede in verband met de bewoonbaarheid en energiezuinigheid van de woonschepen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd
gelet op artikel 31, tweede lid van de Wet op Woonwagens en Woonschepen, artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88, eerste lid van de Huisvestingswet;
De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend
Artikel 3 Verboden ligplaatsen
Het is verboden met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5 aangewezen gedeelten van openbaar water.
Artikel 4 Woonschepen in aanbouw of reparatie
Het verbod in artikel 3 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel bij een reparatie-inrichting bevinden.
Op de op grond van artikel 5, eerste lid aangewezen plaatsen mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een vergunning van burgemeester en wethouders.
Artikel 7 Wachtlijst ligplaats
Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag voor een ligplaatsvergunning in te dienen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6 derde lid, onder b tot en met g.
Artikel 9 Wijziging ligplaatsvergunning
Op een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 6, tweede en vierde lid, onder 'b tot en met g, van toepassing.
Artikel 10 Intrekking ligplaatsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen de ligplaatsvergunning intrekken indien:
Artikel 14 Uitoefenen beroep of bedrijf
Het is verboden een woonboot, waarvoor op grond van artikel 6 een ligpiaatsvergunning is verstrekt, ook te gebruiken voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep.
Artikel 15 Woon- en nachtverblijf anders dan op een woonboot
Het is verboden een schip, dat geen woonboot is, permanent als woon- en nachtverblijf te gebruiken.
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening toezichthouders aanwijzen.
Overtreding van de artikelen 3, 6, eerste lid, 14 en 15 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van en hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 19 Opsporingsambtenaren
De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.
Toelichting op de Woonschepenverordening
Hieronder volgt een toelichting op enkele artikelen in de Woonschepenverordening.
Deze verordening geldt voor woonschepen. Zowel de permanent bewoonde woonschepen als de recreatiewoonschepen vallen onder de begripsbepaling. De verordening geldt niet voor jachten en pleziervaartuigen als en zolang deze als zodanig worden gebruikt.
Bij de wijze van meten moet rekening worden gehouden met het feit dat het woonschip geen zodanige omvang mag hebben, dat de doorvaartmogelijkheden van de beroeps- en recreatievaart worden bemoeilijkt.
In lid 2 is om praktische redenen aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven het ligplaatsen overzicht te actualiseren ingeval een nieuw bestemmingsplan is opgesteld of een bestemmingsplan is herzien, alsmede om dit overzicht in overeenstemming te brengen met wijzigingen en verplaatsingen van ligplaatsen.
Lid 4 onder d geeft aan dat de vergunning voor een ligplaats geweigerd kan worden wanneer het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente. In voorkomende gevallen kan advies worden gevraagd aan de Welstandscommissie. Ook omtrent de toetsing van de eisen van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid van een woonschip, zoals gesteld in het door burgemeester en wethouders vastgestelde "Eisenbesluit woonschepen " kan advies worden gevraagd aan de Welstandscommissie.
In lid 1 is gesteld dat de ligplaatsvergunning overdraagbaar is. Dit betekent ingeval de eigenaar zijn woonschip met ligplaats verkoopt aan een ander, die rechtsopvolger tevens in het bezit komt van de ligplaatsvergunning. Dit is logisch, omdat de vergunning geen eisen stelt aan de eigenaar van het woonschip. Indien de eigenaar zijn woonschip wil vervangen door een ander schip is een nieuwe ligplaats-vergunning vereist.
Als er een wijziging van de ligplaatsvergunning nodig is (bijvoorbeeld omdat aan het schip veranderingen worden aangebracht), moet de vergunninghouder een nieuwe ligplaatsvergunning aanvragen.
Het innemen van een ligplaats buiten de aangewezen ligplaatsen en het innemen en hebben van een ligplaats zonder ligplaatsvergunning is een overtreding. Artikel 154, lid 1 van de Gemeentewet laat aan de gemeentelijke wetgever de keuzemogelijkheid om op overtreding van verordeningen een geldboete te stellen van de tweede of eerste categorie. In artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht zijn de geldboetecategorieën opgenomen. De op te leggen boete voor strafbare feiten in de eerste categorie is maximaal f. 500,--' voor de tweede categorie maximaal f. 5000,--. Het is de gemeente niet toegestaan om een hogere geldboete op te nemen dan in genoemde categorieën. Om preventieve redenen is gekozen voor een geldboete van de tweede categorie.