Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2005
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Milieubeheer, art. 15.33
  2. Gemeentewet, art. 229, eerste lid en onderdelen a en b en art. 225a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-01-2006intrekking

14-12-2005

Huis aan Huis; 14-12-2005

-
17-02-200501-01-2005Wijziging: art. I en II (zie onder de verordening)

02-02-2005

Huis aan Huis; 16-02-2005

2387
01-01-2005nieuwe regeling

20-12-2004

Huis aan Huis; 29-12-2004

25221

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2005

Nummer 25221

AvdV

DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

9 december 2004 (kenmerk 66123 dp);

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en 225a van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2005.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Invorderingswet:

de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

b.

Algemene wet:

de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

c.

Wet milieubeheer:

de Wet milieubeheer ( Stb. 1994,80);

d.

Perceel:

een perceel – of een zelfstandig gedeelte ervan – ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

e.

Bedrijfspand:

een gebouwde onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan – geen perceel zijnde;

Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingtijdjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van een aanslag geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in 1.5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in 1.1 tot en met 1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    De belasting bedoeld in 1.4.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 5.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de afvalstoffenheffing worden betaald

    • a.

      op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan, dan wel

    • b.

      op het moment van uitreiking van de kennisgeving indien deze schriftelijk wordt gedaan, dan wel

    • c.

      binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen €  10.000,- of minder bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten

Artikel 10 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de maandelijkse en jaarlijkse verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later, is bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 16 Tijdstip van betalen en betalen in termijnen

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van hoofdstuk 2 van deze verordening ten aanzien van de afvalstoffenheffing.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2005".

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    De "Verordening Reinigingsheffingen Leeuwarden 2004", vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2004.

voorzitter

griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2005

Algemeen

 

 

 

 

 

 

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting (*)

 

indien deze verschuldigd is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

 

 

1.1

De belasting voor het inzamelen van

 

 

 

huishoudelijke afvalstoffen

 

 

 

(door middel van een container voor

 

 

 

restafval van 240 liter en een voor

 

 

 

groente- fruit- en tuinafval van 140

 

 

 

liter), bedraagt

 

 

 

per perceel,

 

 

 

per jaar

296,00

 

 

 

 

 

1.2

In afwijking van het gestelde in 1.1,

 

 

 

bedraagt het tarief voor een perceel

 

 

 

met een huishouding van één persoon

 

 

 

op de peildatum van 1 januari

 

 

 

van het belastingjaar,

 

 

 

per perceel,

 

 

 

per jaar

258,00

 

 

 

 

 

1.3

De belasting als bedoeld in 1.1 en 1.2,

 

 

 

wordt vermeerderd voor het op 1 januari

 

 

 

van het belastingjaar, of indien de

 

 

 

belastingplicht later aanvangt, bij

 

 

 

aanvang van de belastingplicht, in

 

 

 

bruikleen hebben van een extra

 

 

 

container voor restafval van 240

 

 

 

liter,

 

 

 

per container,

 

 

 

per jaar

110,00

 

 

 

 

 

1.4.1

De belasting voor het brengen van huishoudelijke

 

 

afvalstoffen, zoals

 

 

 

bouw- en sloopafval, dakleer, gipsplaten en

 

 

 

gipsblokken, hout en puin,

 

 

 

naar de milieustraat, bedraagt

 

 

1.4.1.1

per kofferbak personenwagen

5,00

 

1.4.1.2

per aanhanger klein

12,00

 

1.4.1.3

per aanhanger groot

35,00

 

 

 

 

 

1.4.2

Voor het brengen van huishoudelijke

 

 

 

afvalstoffen, zoals

 

 

 

asbest, glas, grof afval, grof snoeiafval, grond,

 

 

klein chemisch afval, kringloopgoederen, metalen,

 

 

papier, tapijten, textiel, wit- en bruingoed,

 

 

 

is geen belastingverschuldigd.

 

 

 

 

 

 

 

Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

 

 

 

Verwijderen afvalstoffen

 

 

 

met gebruik van container

 

 

2.1

Het recht bedraagt voor:

 

 

 

het periodiek verwijderen van

 

 

 

bedrijfsafval tot een

 

 

 

hoeveelheid van maximaal 0,24 m3

 

 

 

(= een container van 240 liter),

 

 

 

per bedrijfspand,

 

 

 

per jaar

335,58

(*)

 

 

 

 

2.2

Het recht bedraagt voor:

 

 

 

bedrijfsafval dat voor scheiding bij de

 

 

 

milieustraat wordt aangeboden

 

 

 

per ton (1.000 kg)

130,90

(*)

Behorende bij het raadsbesluit van 20 december 2004.

De griffier van Leeuwarden

Nummer 2387

AvdV

DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

20 januari 2005 (kenmerk 74129 dp);

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 10 januari 2005;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening tot eerste wijziging van de Verordeningen reinigingsheffingen Leeuwarden 2005.

Artikel I

1. Artikel 8A vervalt.

2. In artikel 19 vervalt het vijfde lid.

Artikel II

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Eerste wijziging Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2005’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 februari 2005.

De voorzitter

De griffier