Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regels voor de bestrijding van misbruik van bijstand gemeente Steenbergen |
Citeertitel | Verordening regels voor de bestrijding van misbruik van bijstand gemeente Steenbergen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 25-02-2010 | nieuwe regeling | 18-12-2003 Steenbergse Courant, 16-01-2004 | 7c |
De raad van de gemeente Steenbergen;
in behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders dd 18 november 2003;
gehoord de commissie Inwonerszaken;
gelet op de artikelen 8 en 18 van de Wet werk en bijstand (Stb.2003, nummer 375), de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en deGemeentewet;
vast te stellen de Verordening regels voor de bestrijding van misbruik van bijstand gemeente Steenbergen.
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet werk en bijstand(WWB; Stb.2003, 375);
bijstand: de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de Wet werk en bijstand;
alleenstaande: de persoon genoemd in artikel 4 onder a van de Wet werk en bijstand;
alleenstaande ouder: de persoon genoemd in artikel 4 onder b van de Wet werk en bijstand;
gezin: de personen genoemd in artikel 4 onder c van de Wet werk en bijstand;
inlichtingenplicht: de verplichtingen genoemd in artikel 17, 1e lid, 2e lid en 4e lid van de Wet werk en bijstand en de artikelen 28, 2e lid en 29, 1e lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
afstemmingsverordening: de verordening gebaseerd op artikel 8, 1e lid onder b van de Wet werk en bijstand.
wettelijke rente: de rente, als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek: BW 6:19 en BW 6:20;
Het artikel 7 van de Afstemmingsverordening gemeente Steenbergen is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK II DE WIJZE VAN TERUG- EN INVORDERING
Terugvordering geschiedt, voor zover de bijstand:
ingevolge artikel 52 WWB in de vorm van een voorschot is verstrekt en nadien is vastgesteld dat geen recht op bijstand bestaat;
Indien het benadelingsbedrag gedurende het lopende kalenderjaar niet volledig kan worden ingevorderd, zal het resterende deel, met toepassing van artikel 58, vierde lid, WWB, na afloop van het desbetreffende kalenderjaar worden verhoogd met de verschuldigde loonbelasting, de premies volksverzekeringen, alsmede met de ziekenfondspremie;
Toelichting Verordening regels voor de bestrijding van misbruik van bijstand gemeente Steenbergen.
Op grond van het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand, dient de gemeenteraad, in het kader van het financiële beheer, bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Artikel 212 van de Gemeentewet is in deze van toepassing. Hierin wordt gesteld dat de door de raad vast te stellen regels aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle dienen te voldoen.
In de onderwerpelijke verordening wordt aangegeven hoe gehandeld dient te worden indien sprake is van het ten onrechte verlenen van bijstand, als gevolg van het verwijtbaar, niet nakomen van de inlichtingenverplichtingen.
Het uitgangspunt is dat in alle gevallen tot terugvordering wordt overgegaan, behalve wanneer het benadelingsbedrag minder is dan € 100,--; bij recidive, ongeacht het benadelingsbedrag, wordt altijd tot terugvordering overgegaan.
Afzien van terugvordering op grond van een dringende reden
Er moet iets bijzonders en uitzonderlijk aan de hand zijn, waardoor het opleggen van de verlaging/korting voor belanghebbende tot onaanvaardbare gevolgen leidt. Omstandigheden, die bij de overweging van de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van persoon en gezin een rol spelen zijn in deze situatie niet aan de orde, aangezien deze aspecten bij de beoordeling van de hoogte van de verlaging/korting zijn meegenomen. Het gaat om incidentele gevallen, waarbij een individuele afweging van alle relevante omstandigheden dient plaats te vinden; van algemene of categoriale afwijkingen kan geen sprake zijn.
Bij dringende reden kan worden gedacht aan financiële redenen en immateriële redenen. Doelmatigheidsoverwegingen in de zin van kosten-batenafweging mogen geen rol spelen bij het besluiten af te zien van terugvordering.
Indien sprake is van een benadelingsbedrag van meer dan € 6.000,-- wordt proces-verbaal opgemaakt en aangifte gedaan. Dit bedrag is gebaseerd op de aangifte-richtlijn sociale zekerheid.
In artikel 6 is opgenomen, dat de raad jaarlijks de onderwerpen bepaalt waarover gerapporteerd dient te worden. De overige artikelen behoeven geen nadere toelichting.