Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de straathandel 2008 |
Citeertitel | Verordening op de straathandel 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Economische zaken |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 23-4-2008
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2008, afd. 3A, nr. 70/160
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2008 | 01-03-2016 | nieuwe regeling | 23-04-2008 Gemeenteblad 2008, afd. 3A, nr. 70/160 | Gemeenteblad 2008, afd. 1, nr. 160 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 3.6 Overschrijven plaats sollicitantenlijst
De aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen acht weken na het overlijden of het beëindigen van de in het voorgaande lid genoemde verbintenissen, dan wel binnen acht weken nadat de blijvende ongeschiktheid tot het uitoefenen van de ambulante handel ten genoegen van het college is vastgesteld.
§3 Periodieke en dagelijkse marktindeling
Artikel 3.9 Toewijzen losse marktplaatsen bij dagelijkse indeling
In afwijking van het voorgaande lid, onder c en d, komen voor een losse plaats op een dag- of weekmarkt in aanmerking:
op alle marktdagen in het tijdvak april tot en met juni en in het tijdvak december:
1° in de derde plaats: de sollicitanten die ten minste zes van de acht weken voorafgaand aan deze tijdvakken ten minste één keer per week een losse plaats op deze markt hebben ingenomen;
2° in de vierde plaats: de overige sollicitanten, nadat gelegenheid tot het vergroten van marktplaatsen is gegeven.
Artikel 3.10 Vergroten plaatsen bij dagelijkse en periodieke marktindeling
Bij een periodieke herindeling worden, op de marktgedeelten waar het college dit toestaat, de houders van een vaste plaats in de gelegenheid gesteld deze te vergroten tot een twee- of meervoudige plaats, voordat wordt overgegaan tot het toewijzen van plaatsen. Het vergroten geschiedt in de volgorde van de sollicitantenlijst. De voorwaarden, genoemd in het eerste en tweede lid, laatste zinsneden, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3.24 Venten met stukken en propaganda
Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren, op andere dan daarvoor door het college aangewezen plaatsen.
Hoofdstuk 4 Staan- of ligplaatsen buiten de markten
Artikel 4.5 Overschrijven plaats sollicitantenlijst
De aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen acht weken na het overlijden of het beëindigen van de in het voorgaande lid genoemde verbintenissen, dan wel binnen acht weken nadat de blijvende ongeschiktheid tot het uitoefenen van de ambulante handel ten genoegen van het college is vastgesteld.
Artikel 4.6 Doorhalen plaats sollicitantenlijst
Het college haalt de plaats op de sollicitantenlijst door:
Artikel 4.7 Overschrijven vergunning
Onverminderd de weigeringsgronden, genoemd in artikel 7.2, eerste lid, onder a, artikel 7.2, tweede lid, onder c, en artikel 7.2, derde lid, wordt de vergunning slechts overgeschreven indien het kind gedurende de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste 16 uur per week in dienstbetrekking of als mede-eigenaar in het straathandelbedrijf van de ingeschrevene werkzaam is geweest.
Het college kan van het voorgaande lid ontheffing verlenen. Artikel 3.17, vierde lid, onderdelen b en c, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor seizoenstaanplaatsen de in onderdeel c genoemde maximumtermijn wordt berekend naar rato van de duur dat per kalenderjaar staanplaats wordt ingenomen, en dat voor seizoenstaanplaatsen die voor kortere duur dan een maand worden ingenomen, geen ontheffing van de plaatsbezettingsplicht wegens vakantie of bijzondere omstandigheden wordt verleend.
Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. Artikel 3.18, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het in het tweede lid genoemde maximum bij seizoenstaanplaatsen wordt berekend naar rato van de duur dat per kalenderjaar staanplaats wordt ingenomen, en dat bij seizoenstaanplaatsen die voor kortere tijd dan een maand worden ingenomen, geen ontheffing van het verbod tot vervanging wegens vakantie of bijzondere omstandigheden wordt verleend.
Hoofdstuk 7 Verwijderings-, weigerings- en intrekkingsgronden
Artikel 7.2 Weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen straathandel
Het college kan een vergunning als bedoeld in de voorgaande leden, alsmede een ontheffing, een voorkeurskaart of een partnerkaart voor bepaalde of onbepaalde termijn intrekken, dan wel weigeren een vergunning voor een losse plaats op een markt voor bepaalde of onbepaalde termijn te verlenen:
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Artikel 8.2 Toezicht op de naleving
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen ambtenaren, personen of categorieën van ambtenaren.
Ten tijde van de Verordening op de straathandel 2000 van kracht zijnde inschrijvingsrechten, vergunningen, ontheffingen, voorkeurskaarten of partnerkaarten blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip dat zij met toepassing van deze verordening worden gewijzigdof ingetrokken.
Het college kan de artikelen 3.6, 3.13, 4.6 en 4.7 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien de toepassing zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 8.5 Intrekken verordening
De Verordening op de straathandel, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 november 2000, nr. 657 en nr. 818, en bij raadsbesluit van 15 november 2000, nr. 811 (Gemeenteblad 2000, afd. 3, volgn. 113), gewijzigd bij raadsbesluit van 28 maart 2001, nr. 138 (Gemeenteblad 2001, afd. 3, volgn. 36), wordt ingetrokken.
Toelichting Verordening op de straathandel
In deze nieuwe versie van de verordening op de straathandel is de systematiek van de vergunningtoewijzing voor ambulante handel via het anciënniteitsbeginsel ongewijzigd gebleven. De verordening is echter aanzienlijk ingekort en vereenvoudigd. Getracht is de leesbaarheid te bevorderen door zoveel mogelijk normale schrijftaal te gebruiken. Verder is de regeling van een logischer indeling voorzien. In vergelijking met voorgaande versies biedt deze verordening voor de stadsdelen meer mogelijkheden om op aangewezen onderwerpen nadere regels te stellen. Uitgangspunt daarbij is dat aan de stadsdelen zoveel mogelijk ruimte wordt gegeven om de ambulante handel naar eigen inzicht vorm te geven, terwijl alleen het noodzakelijke op centraal niveau wordt geregeld. Verschillende in de verordening geregelde onderwerpen hebben inhoudelijke wijzigingen ondergaan. Deze zien bijvoorbeeld op de verruimde mogelijkheden jaarmarkten te organiseren, op de zogenaamde seizoensregeling en op de (beperktere) mogelijkheden marktvergunningen op naam van anderen over te schrijven. Daarnaast bevat de verordening de mogelijkheid bijzondere staanplaatsen aan te wijzen, waarop de gebruikelijke toewijzingsregels niet van toepassing zijn (bijv. de rouleerplaatsen voor ijs- en hotdogverkopers). Geschrapt zijn de bepalingen inzake het Food Center Amsterdam (de centrale levensmiddelenmarkt) Van de mogelijkheid een publiekrechtelijke beheersregeling voor het Food Center Amsterdam vast te stellen is nooit gebruik gemaakt. Bovendien gaat het niet om een markt in de zin van deze verordening. Geschrapt zijn ook de bepalingen over loketverkoop (het verkopen van waren vanuit de gevel van een gebouw). Aan een specifiek regelingskader voor dit onderwerp blijkt in de praktijk niet langer behoefte te bestaan. De voorschriften voor braderieën zijn tenslotte overgeheveld naar de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), omdat het bij deze activiteit niet zozeer gaat om de reguliere uitoefening van straathandel, maar om voor het publiek toegankelijke gebeurtenissen, waarbij winkeliers waren uit hun winkelassortiment op straat verkopen. Het onderwerp sluit dan ook beter aan bij de voorschriften voor evenementen in de APV.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.2 Voorschriften en beperkingen
In het eerste lid is aangegeven dat de aan een vergunning verbonden voorschriften strekken ter bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee het vergunningvereiste is gesteld. Dit vloeit voort uit het rechtsstatelijk beginsel dat de uitoefening van bestuursbevoegdheden een wettelijke grondslag moet hebben. Dit beginsel zou ook werking hebben wanneer het in het eerste lid bepaalde niet zou zijn opgenomen. Dit neemt niet weg dat het goed is dat de gemeentelijke wetgever het in de verordening zelf bepaalt. Het gaat hier om de uitoefening van door de gemeenteraad toegekende bevoegdheden met het oog op door de raad aangegeven belangen. Voor de uitvoerende bestuursorganen dienen deze als handelingskader. Het mogen verbinden van voorschriften aan een vergunning is inherent aan de toegekende beschikkingsbevoegdheid. Toch is het opnemen van een bepaling hierover nuttig en duidelijk. In de strafbepaling die in het slothoofdstuk is opgenomen, wordt overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde met straf bedreigd. Dit geldt dus ook voor overtreding van vergunningvoorschriften. Voor de duidelijkheid is de verplichting tot naleving van genoemde voorschriften in het tweede lid van artikel 1.2 opgenomen.
Hoofdstuk 2 Register ambulante handel. Partnerkaart.
Artikel 2.1 Inschrijving in register ambulante handel
Een straathandelaar moet zijn ingeschreven in het register voor de ambulante handel om voor een vergunning in aanmerking te komen. Om te voorkomen dat vergunningen onderling worden overgedragen kunnen alleen natuurlijke personen zich inschrijven. Rechtspersonen komen daarvoor niet in aanmerking. Het College kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de eis tot inschrijving. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij vormen van ambulante handel waarvan de staanplaatsen van oudsher langs privaatrechtelijke weg door de grondeigenaar worden uitgegeven, zoals bij oliebollenkramen vaak het geval is. Doorgaans wordt dan ook ontheffing verleend van het verbod om zonder vergunning staanplaats in te nemen. Vanwege het eenmalige of tijdelijke karakter van dergelijke activiteiten is het aanvaardbaar dat van de eis tot inschrijving wordt afgezien. Sinds het vervallen van de vestigingswet Bedrijven 1954 per 18 juli 2007 gelden voor het beroep van straathandelaar geen vakbekwaamheidseisen meer. In verband hiermee is in de verordening de voorwaarde geschrapt dat de inschrijver voldoet aan de eisen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie. Op grond van de Vreemdelingenwet 2000 mogen vergunningen of ontheffingen met betrekking tot markten, staanplaatsen of venten alleen worden verleend aan vreemdelingen die gemeenschapsonderdaan zijn dat wil zeggen die de nationaliteit hebben van een lidstaat van de EU, de EER of van Zwitserland of beschikken over een verblijfsvergunning (art. 8.3, tweede lid Vreemdelingenbesluit 2000). Vreemdelingen die niet aan deze voorwaarden voldoen kunnen derhalve niet in het register ambulante handel worden ingeschreven.
Artikel 2.3 en 2.4 Geldigheidsduur en doorhalen inschrijving
De ingeschrevene moet op elk moment aan de in artikel 2.2 gestelde eisen voldoen. Om een regelmatige toetsing mogelijk te maken geldt de inschrijving voor de duur van een jaar en moet zij telkens worden verlengd. De inschrijving wordt doorgehaald als niet langer aan de eisen wordt voldaan. Inschrijving en doorhaling is een bevoegdheid die door de centrale stad wordt uitgeoefend. Doorhaling van de inschrijving in het register heeft tot gevolg dat ook de inschrijving op de sollicitantenlijst van een markt wordt doorgehaald (artikel 3.7). Het leidt er tevens toe dat een verleende vergunning, ontheffing, voorkeurskaart etc. wordt ingetrokken (artikel 7.2).
Artikel 2.5 Partnerkaart en vervanging
De houder van een markt-, staan- of ligplaatsvergunning is in principe verplicht zijn staanplaats persoonlijk in te nemen (artikel 3.17 en 4.8) De persoonlijke plaatsbezettingsplicht geldt niet indien de plaats wordt ingenomen door de partner van de vergunninghouder, mits deze beschikt over een partnerkaart. In bepaalde gevallen kan aan de vergunninghouder ontheffing worden verleend zich te laten vervangen door een assistent mits deze voldoet aan de in artikel. 2.2 genoemde eisen. Als de afwezigheid verband houdt met vakantie, dan kan de vergunninghouder zich gedurende maximaal zes weken per kalenderjaar laten vervangen. Duurt de afwezigheid langer dan zes weken, dan kan de staanplaats voor de resterende periode niet door een vervanger worden ingenomen. Deze beperking geldt niet als de afwezigheid verband houdt met ziekte, of andere bijzondere omstandigheden die naar het oordeel van het bestuur de afwezigheid van de vergunninghouder rechtvaardigen. Vervanging kan in dat geval voor de duur van de afwezigheid worden toegestaan, met dien verstande dat als dat de vergunninghouder twee jaar lang niet of nauwelijks persoonlijk gebruik van zijn vergunning maakt, zijn plaats op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald (artikelen 3.7 en 4.6) en zijn markt- of staanplaatsvergunning kan worden ingetrokken (artikel 7.2, onder f).
Artikel 3.1 Instellen van markten
Als uitvloeisel van artikel 160 Gemeentewet bepaalt artikel 3.1 dat het college het bevoegde orgaan is om markten in te stellen of af te schaffen. De verordening maakt verschil tussen dagmarkten, weekmarkten, seizoensmarkten en jaarmarkten, al naar gelang de regelmaat waarmee de markt wordt gehouden. Daarnaast wordt, bezien vanuit het perspectief van de te verhandelen producten, onderscheid gemaakt tussen algemene en bijzondere warenmarkten. In het instellingsbesluit wordt aangegeven om wat voor soort markt het gaat, welke waren te koop worden aangeboden, op welke dagen en uren de markt wordt gehouden, en wat de grenzen van de markt zijn. De bevoegdheid tot het instellen, wijzigen of afschaffen van een markt is op grond van de Verordening op de stadsdelen overgedragen aan het dagelijks bestuur van de stadsdelen.
Artikel 3.3 Jaarmarkten en andere uitgezonderde markten
Volgens de begripsomschrijving wordt een jaarmarkt ten hoogste vier keer per jaar voor een gezamenlijke duur van maximaal vier weken gehouden. Dit betekent een aanzienlijke verruiming ten opzichte van de oude regeling, op grond waarvan jaarmarkten maximaal 4 dagen per jaar konden worden georganiseerd. Op jaarmarkten zijn de normale regels met betrekking tot inschrijving en plaatstoewijzing van plaatsen op grond van anciënniteit niet van toepassing. Daarom is dit type markt bij uitstek geschikt om nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de ambulante handel vorm te geven .Daarnaast leent de jaarmarkt zich goed voor het organiseren van activiteiten rond een bepaald thema, zoals een kerstmarkt. Op grond van het tweede lid kunnen in bijzondere gevallen ook bij andere markten de reguliere inschrijvings- en toewijzingprocedures buiten toepassing worden gelaten. Het gebruik van deze bevoegdheid is onder andere van belang voor de zogenaamde kunstmarkten, waar de organisator – en niet de rangorde op de sollicitantenlijst – bepaalt wie toetreding tot de markt heeft, en het de artiesten veelal zelf zijn die hun producten tentoonstellen en verkopen.
Artikel 3.4 maakt het mogelijk marktcommissies in te stellen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten adviescommissies: allereerst de commissies waaraan vertegenwoordigers van de markthandelaren deelnemen en die het bevoegd gezag gevraagd of ongevraagd van advies dienen over alle zaken die voor een bepaalde markt van belang zijn. Daarnaast kunnen commissies worden ingesteld die tot doel hebben het bestuur te adviseren bij de vergunningverlening voor plaatsen op een bijzondere warenmarkt. Voor de op een dergelijke markt aan te bieden waren (bijv. een boekenmarkt, een boerenmarkt) kunnen bij uitvoeringsregeling specifieke eisen in het leven worden geroepen die tot doel hebben het bijzondere karakter en/of kwaliteitsniveau van de markt te waarborgen. Bij de beantwoording van de vraag of de producten van een gegadigde voor de markt aan de gestelde normen voldoen kan het bestuur zich door een commissie van deskundigen laten bijstaan. Bij een negatief advies kan de gevraagde marktvergunning op grond van artikel 7.2 worden geweigerd. Voor de samenstelling en werkwijze van een adviescommissie wordt een reglement vastgesteld.
Artikel 3.5 Plaatsing op de sollicitantenlijst
Een ambulante handelaar die in aanmerking wil komen voor een plaats op de markt, kan zich laten plaatsen op de sollicitantenlijst van de markt van zijn keuze. Voor de plaatsing is inschrijving in het register voor de ambulante handel noodzakelijk. Door zich op de sollicitantenlijst te plaatsen “solliciteert” de handelaar naar een losse, en uiteindelijk naar een vaste plaats op de markt. Bij de inschrijving wordt een sollicitantennummer toegewezen, dat wordt vermeld op het bewijs van inschrijving, samen met het tijdstip van inschrijving en de waren waarmee de markthandel wordt uitgeoefend. Sollicitanten kunnen zich inschrijven op de lijsten van maximaal zes markten plus één seizoensmarkt. Dit is een aanzienlijke verruiming ten opzichte van de oude verordening, die de mogelijkheid tot inschrijving op drie markten (plus een seizoensmarkt) kende. Hierdoor kan men meer markten uitproberen. De inschrijving op de sollicitantenlijst duurt ten minste drie maanden. Het is niet mogelijk om zich in deze periode weer uit te schrijven. Hierdoor worden sollicitanten aangespoord een bewuste keuze voor een markt te maken en deze ook daadwerkelijk te proberen. Nieuw in de verordening is dat degenen die als standwerker geregistreerd staan zich niet op de sollicitantenlijst kunnen plaatsen om voor een marktplaats in aanmerking te komen. Omgekeerd worden marktkooplieden die zich alsnog als standwerker laten inschrijven van de sollicitantenlijst geschrapt. Hierdoor wordt bereikt dat standwerkersplaatsen alleen door standwerkers kunnen worden ingenomen, wat de levendigheid van de markt ten goede komt. Zie ook de toelichting bij artikel 3.15.
Artikel 3.6 Overschrijven plaats sollicitantenlijst
De mogelijkheid om de plaats op de sollicitantenlijst over te dragen blijft beperkt tot de partner van de ingeschrevene. Het overschrijvingsrecht is ontstaan vanuit de gedachte dat partners in principe samen de financiële verantwoordelijkheid voor het gezin dragen. Als de ingeschrevene niet langer in staat is om voor het gezinsinkomen te zorgen wordt de partner hiertoe de mogelijkheid geboden door diens plaats op de sollicitantenlijst over te nemen. De partner hoeft niet in het bezit te zijn van een partnerkaart. Wel moet hij of zij zijn ingeschreven in het register voor de ambulante handel. De verordening kent niet de verplichting om het beroep van ambulant handelaar op een bepaalde leeftijd te beëindigen. Het verzoek tot overschrijving kan dan ook op enig moment na het bereiken van de 58-jarige leeftijd worden gedaan In andere gevallen dient het verzoek te worden gedaan binnen acht weken nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die het recht op overschrijving vestigen. Het verzoek wordt in principe samen ingediend. Het overschrijven van rechten is slechts eenmaal mogelijk. De partner aan wie de plaats op de sollicitantenlijst is overgedragen heeft gekregen kan deze later niet meer aan een andere partner overdragen. Kinderen komen niet voor overschrijving van rechten op de wachtlijst in aanmerking; alleen voor het overschrijven van de marktplaatsvergunning van hun ouders (art. 3.13). Zij moeten zich in het register ambulante handel en op de sollicitantenlijst van de desbetreffende markt inschrijven voordat de vergunning kan worden overgeschreven.
Artikel 3.7 Doorhalen plaats sollicitantenlijst
Het doorhalen van de inschrijving in het register voor de ambulante handel houdt in dat ook de plaatsing op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald. Inschrijving op de sollicitantenlijst van een markt betekent dat men daar uiteindelijk een vaste plaats wil innemen. Daarom wordt van de sollicitant verwacht dat hij een voorkeurskaart en een vaste plaats op die markt aanvaardt. Is dit niet het geval dan wordt zijn plaats op de sollicitantenlijst doorgehaald om ruimte t geven aan sollicitanten met een lagere plaats die een dergelijke plaats wel ambiëren. De doorhaling betreft in principe uitsluitend de sollicitantenlijst van de markt in kwestie. Alleen in uitzonderingsgevallen wordt het sollicitantennummer van de lijsten van alle ingeschreven markten geschrapt, bijv. als een marktvergunning wegens wangedrag voor onbepaalde duur wordt ingetrokken, waardoor de markthandel niet meer kan worden uitgeoefend. Vanwege de samenhang met de marktvergunning is het doorhalen van de plaats op de sollicitantenlijst aan de stadsdelen overgedragen. Hierdoor kan het intrekken van de vergunning en het doorhalen van de lijst desnoods in één besluit worden genomen. Alleen wanneer het doorhalen van de sollicitantenlijst het gevolg is van het doorhalen van de inschrijving in het register voor de ambulante handel, wordt de bevoegdheid op concernniveau uitgeoefend. Nieuw is dat de plaats op de sollicitantenlijst van een markt wordt doorgehaald (artikel 3.7, onder g) wanneer niet ten minste vier keer per jaar een plaats op die markt wordt ingenomen. Ook hierdoor krijgt het commitment aan de markt gestalte. Met de bezoekplicht en de daarmee samenhangende sanctie wordt het “slapend” opbouwen van anciënniteit voorkomen en de doorstroming op de sollicitantenlijst bevorderd.
§ 3 Periodieke en dagelijkse marktindeling
Artikel 3.8 Toewijzen vaste plaatsen bij periodieke herindeling
Een periodieke herindeling leidt tot een volledige herschikking van het aantal plaatsen op een markt. Tot een periodieke herindeling, die onder de nieuwe regeling ten minste een keer in de drie jaar moet worden gehouden, wordt veelal overgegaan als de bestaande indeling niet meer aan de eisen voldoet, bijvoorbeeld omdat er te weinig vaste plaatsen zijn of omdat behoefte bestaat aan een andere indeling van zogenaamde brancheplaatsen (plaatsen bestemd voor de verkoop van bepaalde producten). Bij de herindeling wordt onderscheid gemaakt tussen vaste plaatsen, losse plaatsen, brancheplaatsen en standwerkerplaatsen. Degenen die vóór de herindeling in het bezit waren van een vaste plaats, mogen desgewenst op deze plaats blijven staan, tenzij die door een overschrijving als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, is verkregen. Dit geval doet zich voor wanneer de vergunning op naam van een kind van de houder is overgeschreven. In die situatie kan tot de eerstvolgende periodieke herindeling van de plaats gebruik worden gemaakt, waarna deze wordt opgegeven en betrokkene op grond van zijn eigen anciënniteit meedingt naar de plaatsen die bij de herindeling zijn vrijgekomen. Men is daarbij verzekerd van een vaste plaats, al is dit veelal niet de plaats die tot de herindeling werd ingenomen. Die is beschikbaar gekomen voor degenen met een hogere plaats op de sollicitantenlijst. Op deze regel kan een uitzondering worden gemaakt in gevallen waarin een directe economische koppeling bestaat tussen een marktkraam en een achtergelegen winkel. De situatie doet zich met name voor in winkelstraten, waar het voor een rendabele exploitatie van de achter de markt gelegen winkels van wezenlijk belang kan zijn dat de winkelier in het bezit komt van de vóór zijn zaak gelegen marktplaats. Onder dergelijke omstandigheden zou het te ver gaan om het kind van de houder bij een bedrijfsovername te verplichten een andere plaats op de markt te aanvaarden, waardoor de koppeling wordt doorbroken. Voorwaarde hierbij is wel dat de exploitatie van de winkel en de marktkraam in dezelfde hand blijft. Dit wordt bij elke periodieke herindeling getoetst. Bij de herindeling kunnen eerst de vaste plaatshouders in de volgorde van hun inschrijving op de sollicitantenlijst kiezen voor een andere vaste plaats, of voor het behoud van hun bestaande plaats. Daarna kunnen de kinderen die door overschrijving van de vergunning de vaste plaats van hun vader of moeder hebben verkregen aan de hand van hun eigen rangorde een nieuwe vaste plaats kiezen (zie hierboven). Ten slotte zijn de voorkeurskaarthouders aan de beurt om een vaste plaats te kiezen. Plaatsen die bestemd zijn voor de verkoop van bepaalde waren, zoals vis, poelierswaren, groente en fruit (brancheplaatsen) worden volgens dezelfde systematiek afzonderlijk toegewezen.
Artikel 3.9 Toewijzen losse plaatsen bij dagelijkse indeling
Losse plaatsen zijn plaatsen die per marktdag worden uitgegeven. Ook vaste plaatsen die op een marktdag niet worden ingenomen worden die dag als losse plaats uitgegeven. Losse plaatsen worden uitgegeven volgens de in het eerste lid van artikel 3.9 omschreven procedure. Ook vaste plaatshouders kunnen besluiten een losse plaats in te nemen, maar moeten in dat geval hun eigen vaste plaats op die dag opgeven. Het tweede lid geeft aan sollicitanten die op stille marktdagen plaats innemen een voorrangspositie bij de uitgifte van losse plaatsen op de goedbezochte vrijdagen en zaterdagen. Deze sollicitanten kunnen dan niet worden verdrongen door sollicitanten met een hoger nummer, die niet op de stille dagen zijn verschenen. Trouw aan de markt wordt met deze regeling beloond. Een soortgelijke regeling (de zogenaamde seizoensregeling) is getroffen voor de populaire maanden april tot en met juni en de maand december. In deze periodes worden de losse plaatsen bij voorrang toegewezen aan sollicitanten die ten minste zes van de acht weken voorafgaand aan die periodes tenminste één keer per week een losse plaats op de markt hebben ingenomen. De voorrangsregeling blijft gedurende het gehele tijdvak (april tot en met juni en de maand december) van kracht. De overige sollicitanten komen, op volgorde van anciënniteit, in aanmerking voor een losse plaats nadat de overige plaatshouders de gelegenheid is geboden om hun marktplaats te vergroten.
Artikel 3.10 Vergroten plaatsen bij dagelijkse en periodieke marktindeling
Bij de dagelijkse indeling kunnen enkelvoudige marktplaatsen in dezelfde kramenrij worden vergroot tot twee- of meervoudige plaatsen. Deze regeling geldt voor zowel losse als vaste plaatshouders, en voor voorkeurskaarthouders. Plaatsvergroting vindt plaats met toepassing van de procedure als omschreven in artikel 3.9. Voorwaarde voor vergroting is dat het aantal open plaatsen groter is dan het aantal gegadigden voor een plaats op de markt (derde lid). Op die manier krijgt men ook op een drukbezochte markt een kans een losse plaats in te nemen, terwijl anderzijds op een minder drukbezochte markt gelegenheid bestaat de markt door het vergroten van de plaatsen te vullen. Bij een periodieke herindeling bepaalt het bestuur op welke gedeelten van de markt enkelvoudige vaste plaatsen kunnen worden uitgebreid tot twee- of meervoudige plaatsen. In dat geval krijgen de vaste plaatshouders gelegenheid hun plaats te vergroten voordat tot de plaatstoewijzing wordt overgegaan.
Artikel 3.11 Verdelen in eenheden
Onder bepaalde omstandigheden (bijv. bij lange markten) kan het aanbeveling verdienen de markt in eenheden te verdelen, Hierdoor wordt het proces van dagelijkse toewijzing van plaatsen vereenvoudigd. De procedure voor de uitgifte van losse plaatsen geldt dan voor elke eenheid afzonderlijk.
§ 4 Vergunningen, voorkeurskaarten en standwerkersplaatsen
Vergunningen voor marktplaatsen zijn niet overdraagbaar. Om verkapte overdracht via een rechtspersoon te voorkomen (door een bestuurderswisseling of door de overdracht van aandelen) worden zij uitsluitend op naam gesteld van een natuurlijke persoon. Vergunningen voor een vaste plaats worden in beginsel voor onbepaalde duur afgegeven. Vergunningen die op grond van een overschrijving als bedoeld in artikel 3.13 zijn verkregen, en voorkeurskaarten, worden tot de eerstvolgende periodieke herindeling verleend. Zij kunnen worden ingetrokken op de in artikel 7.2 genoemde gronden. Vergunningen voor een losse plaats worden voor de duur van één marktdag afgegeven. De vergunninghouder draagt er zorg voor dat de vergunning op de marktplaats aanwezig is. De met het toezicht op de naleving van de verordening belaste ambtenaren kunnen inzage van het document verlangen (artikel 5:17, eerste lid, Awb).
Artikel 3.13 Overschrijven vergunning vaste marktplaats
Onder de oude verordening kon de vergunning voor een vaste plaats worden overgeschreven op naam van de levenspartner, een kind, en, onder voorwaarden, aan andere personen die als werknemer of mede-eigenaar in het bedrijf van de vergunninghouder werkzaam waren. Deze regeling is enkele jaren geleden ingevoerd met de bedoeling de mogelijkheid tot bedrijfsoverdracht te verruimen. Hierdoor werd het voor derden echter relatief eenvoudig om met het omzeilen van de sollicitantenlijst in het bezit van een vaste marktplaats te komen. Deze ontwikkeling stond haaks op het uitgangspunt dat de toewijzing van plaatsen voor de ambulante handel op basis van persoonsgebonden anciënniteit plaatsvindt. Bovendien zette de regeling aan tot schijnconstructies in de bedrijfsvoering. Zij werd dan ook door het merendeel van de branche als onrechtvaardig beschouwd. Ter bescherming van de belangen van de kooplieden die via de wachtlijst hun rechten op een marktplaats opbouwen, zijn onder de nieuwe verordening de mogelijkheden tot overschrijving van de vergunning tot uitsluitend de partner en de kinderen van de houder beperkt. Vanwege de negatieve effecten is de oude regeling beëindigd bij het in werking treden van de nieuwe verordening. Er is op dit punt niet voorzien in een overgangsregeling . Het overschrijven van de vergunning aan een levenspartner is gekoppeld aan het overschrijven van een plaats op de sollicitantenlijst, en kan slechts één keer plaatsvinden. Dit betekent dat een koopman die een vergunning via een overschrijving heeft verkregen, deze vervolgens niet meer aan een nieuwe partner kan overdragen (artikel 3.6). Achter de mogelijkheden tot bedrijfsoverdracht aan partner of kind ligt de gedachte dat in onvoorziene omstandigheden (van arbeidsongeschiktheid, overlijden) het gezinsinkomen behouden kan blijven. Daarnaast vormt de overdrachtsregeling een stimulans om ook op latere leeftijd nog in het eigen bedrijf te investeren. Tenslotte wordt door de 58-jaargrens de doorstroming op de sollicitantenlijst bevorderd, omdat men niet langer gedwongen is tot op hoge leeftijd achter de kraam te blijven staan.
Een voorkeurskaart geeft de houder recht op een plaats op de markt, al is dit nog geen vaste plaats. Daartegenover staan plichten die ook gelden voor de houder van een vaste plaats, zoals de plaatsbezettingsverplichting als bedoeld in artikel 3.17 derde lid. Uitgangspunt is dat de gegadigde voor een vaste plaats een voorkeurskaart accepteert als die wordt aangeboden. Indien het aanbod wordt afgewezen of als de voorkeurskaart na afloop van de proefperiode wordt teruggegeven, wordt er van uit gegaan dat geen belangstelling voor een vaste plaats op die markt bestaat en komen de rechten om daar staanplaats in te nemen te vervallen. De inschrijving op de sollicitantenlijst wordt dan doorgehaald (artikel 3.7). Hierdoor wordt de doorstroming op de sollicitantenlijst bevorderd en krijgen anderen de kans hun mogelijkheden op de markt te beproeven. Een sollicitant beslist binnen vier weken of hij van een aangeboden voorkeurskaart gebruik maakt. Vervolgens beslist hij binnen drie maanden of hij de voorkeurskaart definitief houdt. In die proefperiode hoeft een vaste plaats op of een voorkeurskaart voor een andere markt niet te worden opgegeven. Dat is pas het geval als besloten wordt de voorkeurskaart te houden. Een voorkeurskaart is geldig tot de eerstvolgende periodieke herindeling. Dan kan de houder kiezen voor een vaste plaats volgens de toewijzingsregels ex artikel 3.8.
Artikel 3.15 Vergunning standwerkersplaats
Om als standwerker op een markt actief te kunnen zijn moet men zich in die hoedanigheid inschrijven in het register voor de ambulante handel. Vervolgens kan de standwerker zich bij een markt aanmelden om voor standwerkersplaats in aanmerking te komen. Standwerkersplaatsen worden per marktdag onder de gegadigden verloot. De wijze waarop de loting plaatsvindt kan zonodig in beleidsregels worden vastgelegd. Het is niet mogelijk om zowel voor een reguliere marktplaats als voor een standwerkersplaats op een markt ingeschreven te staan. Hierdoor wordt voorkomen dat standwerkers niet op de markt kunnen komen omdat de standwerkersplaats wordt ingenomen door een zogenaamde stille kramer. Standwerkers kunnen zich ingevolge art. 3.5, derde lid, dan ook niet op de sollicitantenlijst van een markt inschrijven. Andersom worden reguliere marktkooplieden van de sollicitantenlijst geschrapt als zij zich als standwerker in het register inschrijven.
§ 5 Plaatsbezetting en vervanging
Artikel 3.16 Plaats op meerdere markten
Art 3.16, tweede lid, betekent een verruiming ten opzichte van de oude verordening (één dagmarkt en twee weekmarkten), waardoor er meer mogelijkheden zijn om op verschillende markten te staan. Een verdere verruiming is onmogelijk omdat de vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder op grond van artikel 3.17, derde lid, tenminste drie dagen in de week op een dagmarkt moet staan. Een vergunninghouder kan niet gelijktijdig op meer dan één markt plaats innemen. Het inschakelen van een partner of assistent op één van beide markten is in dit verband niet toegestaan.
Artikel 3.17 Bezetten marktplaats
Het eerste lid verplicht de vergunninghouder zijn plaats persoonlijk in te nemen. Het derde lid bepaalt de omvang van de plaatsbezettingsplicht, die ingevolge het vijfde lid op bepaalde markten kan worden gematigd. Hiervan kan gebruik worden gemaakt bij minder goed bezochte markten Aldus wordt de drempel verlaagd om een voorkeurskaart of vaste plaats op zo’n markt te accepteren.
De in artikel 3.17 en artikel 3.18 genoemde verplichtingen bevorderen de doorstroming op de markt en dragen bij aan een goed functionerend plaatstoewijzingsysteem. Uiteraard kunnen zich omstandigheden voordoen waarin vervanging nodig is. Deze worden in het tweede lid van artikel 3.18 genoemd. Als de vervanging verband houdt met ziekte of andere bijzondere omstandigheden is de ontheffing, anders dan bij vakantie, niet aan een termijn gebonden, Niettemin zijn er grenzen gesteld aan de duur van de afwezigheid. Als de vergunninghouder twee jaar lang niet of nauwelijks persoonlijk gebruik van zijn plaats maakt, wordt de inschrijving op de sollicitantenlijst doorgehaald (artikel 3.7, onder h ). Bovendien kan ook de marktvergunning worden ingetrokken (artikel 7.2, zesde lid, onder f). Zie ook de toelichting bij artikel 2.5
Artikel 3.19 Verboden gedragingen
Onder de voorgaande verordening gold het verbod om langer dan dertig minuten van de plaats afwezig te zijn. Dit voorschrift viel in de praktijk echter nauwelijks te controleren en leidde tot voortdurende discussies over de vraag of iemands afwezigheid binnen de toegestane tijdslimiet valt. Onder de nieuwe regeling moet de koopman vooraf verlof vragen zijn plaats tijdelijk te verlaten, waardoor misbruik makkelijker valt na te gaan. Het is de bedoeling dat de uitvoering van het voorschrift aan de marktmeester wordt gemandateerd. Daarnaast bevat het artikel een uitdrukkelijk verbod om de marktplaats te verpachten. In de begripsomschrijving staat wat onder verpachten wordt verstaan.
Artikel 3.20 Bijzondere omstandigheden
Dit artikel geeft het college bevoegdheden voor bijzondere omstandigheden, zoals het recht om de markt tijdelijk niet te doen houden, of de handel in bepaalde producten in het belang van de veiligheid of gezondheid te verbieden. Marktkooplieden kunnen eventueel worden verplicht hun plaats te ontruimen in verband met bijvoorbeeld de uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte, of een andere plaats in te nemen als dat van belang is voor het functioneren van de markt.
In vergelijking met voorgaande regelingen bevat deze verordening nauwelijks voorschriften om verontreiniging van het marktterrein tegen te gaan. Een algemeen verbod om afval buiten de daarvoor bestemde plaatsen te deponeren volstaat om afvaltoerisme tussen de verschillende markten onderling te voorkomen. Al naar gelang de behoefte kunnen de stadsdelen per markt nadere regels over dit onderwerp stellen.
Artikel 3.22 Huur en verhuur marktkramen
Het dagelijks op- en afbouwen van een markt is een logistiek gecompliceerd proces, dat niet goed kan verlopen als iedere koopman zijn eigen kraam gebruikt. Daarom worden hiervoor professionele kramenzetters ingezet. In het belang van de orde en overzichtelijkheid van de markt en de veiligheid van het gebruikte materieel is het optreden als kramenzetter aan een vergunning verbonden. Kooplieden zijn verplicht een kraam van de kramenzetter af te nemen, tenzij toestemming voor het plaatsen van een eigen verkoopinrichting is verleend. Dit is doorgaans het geval als de te verkopen waren zich niet lenen voor het gebruik van een standaard kraam. Op grond van artikel 6.1 kunnen nadere regels over het gebruik van kramen en eigen verkoopmateriaal worden gesteld, die de mogelijkheid bieden een op de verschillende markten afgestemd beleid te voeren.
Het reclameverbod in artikel 3.23 handelt uitsluitend over handelsreclame. Dit begrip moet ruim worden opgevat; bijv. ook het maken van reclame voor voorstellingen van culturele activiteiten waarvoor entreegeld wordt gevraagd, valt onder het begrip. Op de reclame-uitingen van marktkooplieden in het kader van de uitoefening van hun beroep is het verbod niet van toepassing. Het verbod om reclamemateriaal te verspreiden of anderszins reclame te maken is er onder andere op gericht de orde op de markt te bewaren en verontreiniging van het marktterrein tegen te gaan. In bijzondere gevallen kan het college ontheffing verlenen.
Artikel 3.24 Venten met stukken en propaganda
Het verbod op het venten en verspreiden van gedrukte en geschreven stukken en het voeren van politieke of godsdienstige propaganda is ongewijzigd overgenomen uit voorgaande regelingen. Deze activiteiten kunnen het ordelijk verloop van de markthandel verstoren en horen in principe niet op het marktterrein thuis. De verspreiding van stukken waarin meningen worden geopenbaard, vormt een zelfstandig middel van bekendmaking van gedachten en gevoelens, die volgens de jurisprudentie met betrekking tot artikel 7 van de Grondwet niet aan voorafgaande toestemming van de overheid mag worden onderworpen . Wel kunnen hieraan bij verordening beperkingen naar plaats en tijd worden gesteld, die echter niet zover kunnen gaan dat het gebruik van het middel geen reële betekenis meer heeft. Van een zodanige beperking is in artikel 3.24 geen sprake, omdat het verspreidingsverbod alleen geldt voor het marktterrein, en dan nog alleen tijdens de uren dat de markt wordt gehouden. Bovendien kunnen op de markt speciale plaatsen worden aangewezen waar het verspreiden van stukken en het uitdragen van religieuze of politieke standpunten mogelijk is.
Artikel 3.25 Venten met andere waren
Afgezien van het in 3.24 genoemde geval is iedere vorm van venten op het marktterrein verboden. Het is dus ook niet is toegestaan om op de markt te venten met waren waarvoor een ventvergunning als bedoeld in artikel 5.1 is afgegeven.
Hoofdstuk 4 Staan- of ligplaatsen buiten de markten
De uitoefening van de ambulante handel op een buiten de markt gelegen staan- of ligplaats is aan een vergunning verbonden. Op grond van het tweede lid kunnen verkoopinrichtingen worden aangewezen waarvoor de vergunningeis niet geldt. Het gaat hierbij vooral om inrichtingen voor de verkoop van seizoensgebonden producten, zoals kerstbomen of oliebollen, waarvan de plaatsing van oudsher langs privaatrechtelijke weg door de wegbeheerder wordt geregeld door het verlenen van toestemming voor het gebruik van de grond . De uitgifte van dergelijke plaatsen valt daardoor buiten de normale toewijzingsregels als bedoeld in artikel 4.3. Vanwege het tijdelijke karakter van de handel wordt meestal ook ontheffing verleend van de eis tot inschrijving in het register. Zie ook de toelichting bij artikel 2.1.
Artikel 4.2 Plaatsing op de sollicitantenlijst
Anders dan bij de markten wordt voor de plaatsen buiten de markten één centrale sollicitantenlijst bijgehouden. Een gegadigde voor een staan- of ligplaats schrijft zich in in het register voor de ambulante handel en laat zich op de sollicitantenlijst plaatsen. Deze procedure geldt voor zowel lijst- als initiatiefplaatsen. Lijstplaatsen zijn bestaande staan- of ligplaatsen die na verloop van tijd voor toewijzing aan een ander beschikbaar komen. Initiatiefplaatsen zijn nieuwe plaatsen die worden toegewezen aan degene die het initiatief neemt om voor een bepaalde locatie in de openbare ruimte een vergunning aan te vragen. De datum van plaatsing op de sollicitantenlijst bepaalt de volgorde van toewijzing van de lijstplaats.
Artikel 4.3 Toewijzing lijstplaatsen
Als een staan- of ligplaats voor heruitgifte beschikbaar komt wordt daarvan aankondiging gedaan op de mededelingsborden van het Stadhuis, op de website van de afdeling Marktzaken van het stadsdeel Centrum, en eventueel op het kantoor van het stadsdeel waar de staan-of ligplaats beschikbaar is gekomen. Binnen de aangegeven periode kunnen gegadigden hun belangstelling voor de plaats schriftelijk kenbaar maken. Nadat de vergunning is verleend vervalt de oorspronkelijke inschrijving van de houder op de sollicitantenlijst, en wordt hij opnieuw op de lijst geplaatst, maar dan onderaan, op de datum van het verlenen van de vergunning. Dit geldt niet voor de initiatiefplaatsen. Nadat de vergunning hiervoor aan de initiatiefnemer is verleend blijft zijn oorspronkelijke inschrijving op de lijst gehandhaafd.
Artikel 4.4 Initiatiefplaatsen en plaatsen zonder inschrijving
Een initiatiefplaats wordt de eerste keer aangeboden aan de initiatiefnemer, en krijgt daarna de status van lijstplaats. Dit betekent dat als de initiatiefnemer de plaats bij nader inzien niet zou innemen, hij volgens de regels voor lijstplaatsen als bedoeld in de artikelen 4.2 en 4.3 aan een andere gegadigde wordt toegewezen. Het derde lid biedt de mogelijkheid bijzondere staanplaatsen aan te wijzen, waarop de reguliere plaatsings- en toewijzingsregels niet van toepassing zijn. Voorbeelden hiervan zijn de staanplaatsen bij de Amsterdam Arena, die alleen worden ingenomen als in het stadion activiteiten plaatsvinden, en de rouleerplaatsen voor ijs- en hotdogverkopers in het Centrum, die periodiek van staanplaats wisselen. Op grond van artikel 6.1 kunnen zonodig nadere regels voor de uitgifte van deze staanplaatsen worden vastgesteld.
Artikel 4.5 Overschrijven plaats sollicitantenlijst
De mogelijkheid tot overschrijving van een plaats op de sollicitantenlijst is, evenals bij de markten het geval is, beperkt tot de partner van de ingeschrevene. Verwezen kan worden naar de toelichting bij artikel 3.6 De partner kan de door overschrijving verkregen rechten niet meer aan anderen overdragen. Overschrijving is dus slechts eenmaal mogelijk.
Artikel 4.6 Doorhalen plaats sollicitantenlijst
Zonder inschrijving in het register voor de ambulante handel kan men niet als straathandelaar optreden. Beëindiging van de inschrijving in het register impliceert derhalve dat de plaats op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald. De bevoegdheid tot plaatsing en doorhalen daarvan op de sollicitantenlijst voor staanplaatsen buiten de markten is niet door het college gedelegeerd, anders dan bij de sollicitantenlijsten voor de markten het geval is.
Artikel 4.7 Overschrijven vergunning
Overschrijving van de inschrijving op de lijst gaat samen met het overschrijven van de vergunning op naam van de partner. Deze krijgt overigens niet de anciënniteit van de vergunninghouder toegewezen. Op grond van het vierde lid wordt de partner op de datum van vergunningverlening op de lijst geplaatst, overeenkomstig artikel 4.3. Als de partner niet om overschrijving vraagt kan de vergunning worden overgeschreven op naam van een kind van de houder, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van het derde lid. Er geldt geen verplichting het beroep van straathandelaar op 58-jarige leeftijd te beëindigen. Een verzoek tot overschrijving van de vergunning kan op enig moment na het bereiken van die leeftijd worden gedaan. Een verzoek tot overschrijving wegens blijvende ongeschiktheid om de ambulante handel uit te oefenen moet ten genoegen van het college worden onderbouwd. Een medisch onderzoek door een onafhankelijk keuringsarts, waaruit de ongeschiktheid blijkt, zal hiervoor doorgaans noodzakelijk zijn. Het overschrijven van de vergunning op naam van anderen dan de levenspartner of een kind is niet meer mogelijk. Verwezen wordt naar de toelichting op artikel 3.13.
Verwezen wordt naar de toelichting bij de artikelen 3.17 tot en met 3.20. Seizoenstaanplaatshouders kunnen bij vakantie zich niet voor de volle termijn van zes weken per jaar laten vervangen De duur van de ontheffing wordt bepaald door de mate waarin van de staanplaats gebruik wordt gemaakt.
Verwezen wordt naar de toelichting op de artikelen 3.18 tot en met 3.20.
Bij het venten worden waren te koop aangeboden, zonder dat de handelaar beschikt over een staanplaats of marktkraam van waaruit de waren worden verkocht. Op grond van artikel 5.5 kunnen gebieden worden aangewezen waar niet mag worden gevent, bijvoorbeeld omdat het intensieve gebruik van de openbare ruimte dit niet toelaat. Venten geldt als de meest laagdrempelige vorm van straathandel, en kent geen sollicitantenlijst. Hierdoor is het niet mogelijk een ventvergunning over te schrijven of zich als venter te laten vervangen. Aan het venten met bepaalde waren of soorten van waren kunnen beperkingen worden gesteld. Ook kan het aantal te verlenen vergunningen aan een maximum worden verbonden.
Artikel 5.3 Op dezelfde plaats blijven staan
Kenmerkend voor de venter is dat hij geen vaste plaats inneemt om zijn waren te verhandelen. Het venten is daarmee de meest ambulante vorm van straathandel. Om dit karakter te behouden en ongewenste marktvorming door een concentratie van ventactiviteiten te voorkomen, is voorgeschreven dat de venter niet langer op dezelfde plaats blijft staan dan nodig is om zijn klanten te bedienen.
Artikel 5.4 Verbod op vervangen
Bij zijn afwezigheid kan de venter zich niet door een andere laten vervangen. Hij mag zich tijdens het venten wel door iemand laten assisteren.
Artikel 5.5 Ventverbod op aangewezen plaatsen en tijden
De bevoegdheid om op bepaalde plaatsen en tijden een ventverbod in te stellen is overgedragen aan de stadsdelen.
Deze regeling ademt de sfeer van een raamverordening. Daarom wordt het aan het college overgelaten met betrekking tot een groot aantal onderwerpen nadere regels vast te stellen. Artikel 6.1 is niet geplaatst op de A-lijst bij de Verordening op de Stadsdelen, zodat de bevoegdheid tot nadere regelstelling, gelet op artikel 26, tweede lid, van deze verordening, aan het dagelijks bestuur van de stadsdelen is overgedragen.
Hoofdstuk 7 Verwijderings-, weigerings- en intrekkingsvoorschriften
Artikel 7.1 Verwijdering van de markt
Dit artikel verleent de bevoegdheid kooplieden in een aantal gevallen voor de duur van ten hoogste een week van de markt te sturen, bijv. als de orde op de markt wordt verstoord, bedrog tijdens de uitoefening van de markthandel wordt gepleegd, of anderszins sprake is van misdragingen, zoals het handelen in drugs of het deelnemen aan vechtpartijen. De verwijderingmaatregel is gericht op het herstel van de orde en rust op de markt. De opgelegde duur van de verwijdering dient hierop te worden afgestemd. Tijdens de duur van de verwijdering kan het bestuur zich bezinnen op de vraag of nadere bestuurlijke sancties als bedoeld in artikel 7.2 jegens de betrokken koopman noodzakelijk zijn. De uitvoering van artikel 7.1 is overgedragen aan het dagelijks bestuur van de stadsdelen. Hoewel het om een tamelijk ingrijpende bevoegdheid gaat verdient het om praktische redenen de voorkeur dat de wegzendbevoegdheid door het dagelijks bestuur aan de markmeester wordt gemandateerd. Zonodig kunnen voor de uitvoering instructies worden opgesteld. Om bezwaar en beroep tegen een verwijdering te kunnen instellen is het zaak dat een mondeling gegeven last zo spoedig mogelijk op schrift wordt gesteld.
Artikel 7.2 Weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen
Om praktische redenen zijn in dit artikel de weigerings- en intrekkingsgronden voor de meeste beschikkingen inzake de uitoefening van de straathandel opgenomen (markt-, staanplaats- en ventvergunningen, ontheffingen, voorkeurskaarten, partnerkaarten etc.) Vergunningen voor een losse plaats op de markt worden per dag verleend, en lenen zich daardoor nauwelijks voor een besluit tot intrekking. Voor dit type vergunning gelden dan ook alleen weigeringsgronden.
De in dit artikel genoemde strafmaxima zijn ontleend aan de Gemeentewet.
Artikel 8.2 Toezicht op de naleving
De bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders op de naleving van de bepalingen van deze verordening is overgedragen aan de stadsdelen.
Besluiten (vergunningen etc.) die onder de Verordening op de straathandel 2000 zijn genomen blijven op grond van het overgangrecht van kracht totdat hun looptijd eindigt of zij met toepassing van de nieuwe verordening worden gewijzigd of ingetrokken. Anciënniteitsrechten die onder de oude verordening door inschrijving op een sollicitantenlijst zijn opgebouwd houden bij de inwerkingtreding van de nieuwe verordening eveneens hun geldigheid. Bij de inwerkingtreding van deze verordening komt het recht te vervallen om een vergunning voor een plaats op of buiten de markt aan anderen dan de partners of kinderen van de houders over te schrijven. Gelet op de negatieve effecten van deze regeling is ervan afgezien hiervoor een overgangsregeling te treffen (zie de toelichting bij artikel 3.13).
De mogelijkheden tot toepassing van de hardheidsclausule zijn limitatief opgesomd. In andere gevallen kan niet van de verordening worden afgeweken.