§ 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
- a.
- b.
inzamelen : de activiteiten gericht op het ophalen of
innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter
inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en
innemen daarvan;
- c.
ter inzameling aanbieden : de wijze van overdragen van
afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie,
inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door
of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste
inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe
aangewezen plaats;
- d.
inzamelmiddel : een voor de inzameling van afvalstoffen
bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak,
minicontainer, kca-box of big bag, ten behoeve van één
huishouden;
- e.
inzamelvoorziening : een voor de inzameling van afvalstoffen
bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een
verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve
van meerdere huishoudens;
- f.
inzameldienst : de krachtens artikel 7, eerste lid,
aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van
huishoudelijke afvalstoffen;
- g.
andere inzamelaars : de krachtens artikel 7, tweede lid,
aangewezen personen en instanties, belast met het
afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke
afvalstoffen;
- h.
inzamelvergunning : de vergunning zoals bedoeld in artikel
11;
- i.
gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente
feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan
ingevolge artikel 10:21 en 10:22 van de Wet Milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval
geldt;
- j.
straatafval : huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte
omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken,
kauwgom, plastic bekertjes, blikjes en flesjes,
verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch
afval, ontstaan buiten een perceel;
- k.
wegen: wegen als bedoeld in artikel 1 eerste lid, onder b
van de Wegenverkeerswet 1994;
- l.
motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1
eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;
- m.
afvalwijzer : een overzicht dat per jaar per perceel wordt
uitgereikt, en waarop de inzamelmiddelen, -dagen, -tijden en
-locaties zijn aangegeven voor de inzameling van
huishoudelijk afval die per perceel gelden.
Artikel 2 Beslistermijn
- 1.
Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of
ontheffing op grond van dezeverordening binnen 8 weken na de dag
waarop de aanvraag ontvangen is.
- 2.
Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste 8 weken
verdagen.
- 3.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve
fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van
toepassing.
Artikel 3 Indiening aanvraag
- 1.
Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing op grond van
deze verordening wordt ingediend minder dan drie weken vóór het
tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig
heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te
behandelen.
- 2.
Voor bepaalde, door het college aan te wijzen, vergunningen of
ontheffingen op grond van deze verordening kan de in het eerste lid
genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
- 1.
Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of
ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in
het belang van de bescherming van het milieu en een doelmatig beheer
van huishoudelijke afvalstoffen.
- 2.
De houder van een krachtens deze verordening verleende vergunning of
ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en
beperkingen na te komen.
- 3.
De houder van een krachtens deze verordening verleende vergunning of
ontheffing is verplicht deze of een gewaarmerkt afschrift daarvan
ter inzage te geven op eerste vordering van een ambtenaar, die
belast is met de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze
verordening bepaalde.
Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing
De krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing is
persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is
bepaald.
Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
- a.
indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige
gegevens zijn verstrekt;
- b.
indien op grond van verandering van de omstandigheden of
inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of
ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging
moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het
milieu;
- c.
indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden
voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
- d.
indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt
gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen
een redelijke termijn;
- e.
indien de houder dit verzoekt.
§ 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
- 1.
Het college wijst Stadsbeheer van de gemeente Groningen als
inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van
huishoudelijke afvalstoffen.
- 2.
Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen
die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën
huishoudelijke afvalstoffen.
- 3.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve
fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van
toepassing.
Artikel 8 Afzonderlijke inzameling
- 1.
Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende
categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk
ingezameld:
- a.
groente-, fruit- en tuinafval;
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
(afgedankte) elektrische en elektronische apparaten ;
- g.
- h.
- i.
- j.
asbest en asbesthoudend afval;
- k.
grof huishoudelijk afval;
- l.
- 2.
Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën
huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen
- 1.
De inzameling kan plaatsvinden via:
- a.
een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;
- b.
een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal
percelen;
- c.
een inzamelvoorziening op wijkniveau;
- d.
een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.
- 2.
Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege
verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de
inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen
ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.
- 3.
De in artikel 9 genoemde inzamelmiddelen en voorzieningen, de wijze
van aanbieding en de in voorgaande leden genoemde frequentie van
inzamelen wordt nader aangegeven in de aan iedere inwoner per
perceel verstrekte afvalwijzer.
Artikel 10 Frequentie van inzamelen
- 1.
Huishoudelijk restafval wordt tenminste een maal per twee weken bij
elk perceel ingezameld.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval
eenmaal per week nabij elk perceel ingezameld bij de bebouwingstypen
waar voor de inzameling van huishoudelijk restafval de huisvuilzak
als inzamelmiddel is aangewezen.
- 3.
Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste een maal per twee
weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.
- 4.
In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval
niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld in het gebied zoals
weergegeven op het bijgevoegde kaartje (bijlage 6).
- 5.
Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de
overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in
aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden
ingezameld.
- 6.
In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 3 wordt huishoudelijk
restafval en groente-, fruit- en tuinafval nabij elk perceel
ingezameld in de delen van de gemeente waar door het college de
ondergrondse container, de verzamelcontainer, de aanbiedplaats dan
wel een andere vergelijkbare inzamelvoorziening is aangewezen voor
de gebruikers van een aantal percelen.
- 7.
Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals praktische
belemmeringen in verband met de verkeersveiligheid, de
bereikbaarheid van de inzamelvoorziening door het inzamelvoertuig,
de aanwezigheid van kabels en leidingen en de aanwezigheid van
andere objecten in de openbare ruimte, kan door of namens het
college bepaaald worden, dat de afstand tussen de
inzamelvoorzieningen, bedoeld in lid 6, en de perceelsgrens van de
betreffende percelen maximaal 125 meter bedraagt.
Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens
vergunning
- 1.
Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college
huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.
- 2.
De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een
doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.
- 3.
Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere
inzamelaars.
- 4.
Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader
van producentenverant-woordelijkheid bij algemene maatregel van
bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van
huishoudelijke afvalstoffen.
§ 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen aan anderen
- 1.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te
bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan
de houders van een inzamelvergunning of de personen en instanties
die in het kader van productverantwoordelijkheid bij algemene
maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht
hebben voor categorieën van huishoudelijk afval.
- 2.
Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
- 1.
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de
inzameldienst of de andere inzamelaars.
- 2.
Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van
percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling
aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning.
Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
- 1.
Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke
afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te
bieden:
- a.
groente-, fruit- en tuinafval;
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
(afgedankte) elektrische en elektronische apparaten;
- g.
- h.
- i.
- j.
asbest en asbesthoudend afval;
- k.
grof huishoudelijk afval;
- l.
- 2.
Het college kan de inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen aan
wie de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke
afvalstoffen moeten worden aangeboden.
- 3.
Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke
afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede
lid aangewezen inzameldienst en andere inzame-laars.
- 4.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het inzamelen
van groente, fruit en tuinafval in het gebied dat is aangegeven op
het bijgevoegde kaartje ( bijlage 6).
Artikel 14a Ongewenste ontvangst van reclame
Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten
bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner ervan
of de gebruiker ervan, conform de door het college te stellen regels,
duidelijk kenbaar maakt het ongeadresseerd reclamedrukwerk niet te
willen ontvangen.
Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een
inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel
- 1.
Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie
krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie
huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of van
gemeentewege is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen
anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte
inzamelmiddel.
- 2.
Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan
de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9, tweede
lid, is bestemd.
- 3.
Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling
moeten worden aangeboden.
- 4.
Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale
gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal
inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.
- 5.
Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een
perceel is verstrekt kan het college regels stellen omtrent de
voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en
het reinigen daarvan.
- 6.
Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het
college eisen
stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.
- 7.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter
inzameling aan te bieden dan bij of krachtens dit artikel is
bepaald.
- 8.
Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten
behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelmiddel
is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te
bieden via dit inzamelmiddel.
Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een
inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
- 1.
Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9,
tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening
voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is
aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te
bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.
- 2.
Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via
een inzamel-voorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan
de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9,
tweede lid, is bestemd.
- 3.
Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve
van een groep percelen moet worden aangeboden.
- 4.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te
bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen
dan krachtens het derde lid is bepaald.
- 5.
Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale
gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal
inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.
- 6.
Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie
krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelvoorziening is
aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze
inzamelvoorziening.
- 7.
Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in een inpandige
inzamelvoorziening.
Het college kan regels stellen over het ter inzameling aanbieden
van huishoudelijke afvalstoffen in een inpandige
inzamelvoorziening.
Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via
inzamel-voorzieningen op wijkniveau
- 1.
Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via
een inzamel-voorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie
waarvoor de inzamel-voorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is
bestemd.
- 2.
Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden
via een inzamelvoorziening op wijkniveau.
- 3.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een
inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan
krachtens het tweede lid is bepaald.
- 4.
Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid,
geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via
inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.
Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via het
Afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat, het
Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid
- 1.
Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via
het Afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat, het
Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid aan te bieden dan de categorieën
waarvoor het brengdepot krachtens artikel 9, tweede lid, is
bestemd.
Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden
bij het Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid.
- 2.
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling ARCG kan
regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen
ter inzameling kunnen worden aangeboden aan het Afvalbrengstation
aan de Duinkerkenstraat.
- 3.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via het
afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat, het
afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ter inzameling aan te bieden dan
krachtens het tweede of derde lid is bepaald.
- 4.
Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid,
geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via
een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit
artikel.
Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder
inzamelmiddel
- 1.
Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen
die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze
verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.
- 2.
Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden
aangeboden.
- 3.
Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de
afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke
afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
- 4.
Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op
andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel
is bepaald.
Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
- 1.
Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën
huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden
aangeboden.
- 2.
Het algemeen bestuur van de ARCG stelt de dagen en tijden vast
waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden
aangeboden bij het Afvalbrengstation van de ARCG aan de
Duinkerkenstraat (als bedoeld in artikel 18).
- 3.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en
tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens voorgaande leden
is bepaald.
Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van
huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college
regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling
aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere
inzamelaars.
§ 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de
inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de
inzameldienst
- 1.
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de
inzameldienst.
- 2.
Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen
categorieën bedrijfsafvalstoffen, voorzover degene die gebruik maakt
van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee
ontstane belastingplicht op grond van de verordening
reinigingsheffingen of voldoet aan de bepalingen die in met de
gemeente overeengekomen contracten zijn opgenomen.
- 3.
Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en
plaatsen waarop de krachtens artikel 22 aangewezen
bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen
worden aangeboden.
- 4.
Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen
bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze
regels.
- 5.
Het is verboden, in door het college nader aan te wijzen gebieden,
bedrijfsafval aan te bieden, ter inzameling over te dragen of achter
te laten anders dan in afvalcontainers.
- 6.
In bijzondere gevallen kan het college ontheffing verlenen van het
verbod genoemd in lid 5 van dit artikel.
Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een
ander dan de inzameldienst
- 1.
Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van
bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.
- 2.
Het is verboden in, door het college nader aan te wijzen gebieden,
bedrijfsafval aan te bieden, ter inzameling over te dragen of achter
te laten anders dan in afvalcontainers.
- 3.
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in
strijd met deze regels.
§ 5 ZWERFAFVAL
Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
- 1.
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats
en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een
afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te
storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een
wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding
van het milieu.
- 2.
Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
- 3.
Het verbod is niet van toepassing op:
- a.
het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden
van huishoudelijke afvalstoffen of
bedrijfsafvalstoffen;
- b.
het thuis composteren van groente-, fruit- en
tuinafval;
- c.
voorzover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of
worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden,
lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten
van andere werkzaamheden op of aan de weg.
- 4.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet
bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde
bescherming van het milieu.
Artikel 26 Achterlaten van straatafval
- 1.
Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten
zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins
geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke
voorwerpen.
- 2.
Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te
laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of
voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.
Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande
afvalstoffen
- 1.
Voor anderen dan de inzameldienst, andere inzamelaars of houders van
een inzamelvergunning, is het verboden afvalstoffen die ter
inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.
- 2.
Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter
inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te
werpen of anderszins te behandelen waardoor zwerfafval
ontstaat.
Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en
drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden
verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
- a.
een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de
inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben,
waarin het publiek afval kan achterlaten;
- b.
zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp
van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk
geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds
tijdig wordt geledigd;
- c.
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van
de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging
van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit
artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval,
voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt
opgeruimd.
Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander
promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de
verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien
deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere
voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden
weggeworpen.
Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige
werkzaamheden
- 1.
Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te
laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te
verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan
worden beïnvloed.
- 2.
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen,
stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu
nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden
verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen
of te laten reinigen:
- a.
direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de
verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of
beschadiging van het wegdek oplevert;
- b.
direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de
verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het
verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;
- c.
indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag
direct na beëindiging van de werkzaamheden.
- 3.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet
beheer rijkswaterstaatwerken of het Provinciaal wegenreglement
Groningen van toepassing is.
Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen
- 1.
Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in
de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet
milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.
- 2.
Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid
gestelde verbod.
- 3.
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter
inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de
inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een
inzamelvergunning.
§ 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een
autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte
aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer
Autowrakken.
Artikel 32a
- 1.
Het college wordt bevoegd om nadere regels en besluiten vast te
stellen.
- 2.
Het college kan deze bevoegdheid mandateren aan de vakdirecteur
Stadsbeheer.
§ 7 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 33
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit
in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten: de
artikelen 11, 12, 13, 14, 14a, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26,
27, 28, 29, 30, 31 en 32.
Artikel 34 Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet
milieubeheer aangewezen ambtenaren.
Artikel 35 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005 na
bekendmaking.
- 2.
Hoofdstuk 4, de afdelingen 1 en 2 van de Algemene Plaatselijke
Verordening voor de gemeente Groningen wordt vervallen verklaard op
het moment dat deze verordening in werking treedt.
Artikel 36 Overgangsbepaling
- 1.
Vergunningen en ontheffingen verleend bij of krachtens de
verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en
voorzover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing
betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij
niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 3
ja(a)r(en) na de inwerkingtreding van deze verordening van
kracht.
- 2.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening
bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voor zover de
bepalingen ingevolge welke deze voor-schriften en beperkingen zijn
opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet
eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 3 ja(a)r(en) na
de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
- 3.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening
een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de
verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, is ingediend en voor
het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op
die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling
van de onderhavige verordening toegepast.
- 4.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een
vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel
voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na
het tijdstip bedoeld in artikel 35, eerste lid, is ingekomen binnen
de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing
van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid.
- 5.
In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing
van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor
een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen
gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze
aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid
genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
- 6.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid
heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die
verordening genomen nadere regels en aanwijzings-besluiten, indien
en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn
gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet
eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Artikel 37 Citeerbepaling
Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening van de
gemeente Groningen.