Verordening regelende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de Seniorenraad Zwijndrecht 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Zwijndrecht
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Verordening regelende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de Seniorenraad Zwijndrecht 2003
Citeertitel	Verordening Seniorenraad Gemeente Zwijndrecht 2003
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	maatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 84

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
13-06-2003	01-01-2003	01-01-2015	Onbekend	15-04-2003 Stadsnieuws, 2003-05-01	onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening regelende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de Seniorenraad Zwijndrecht 2003

Overwegend dat bij raadsbesluit van 31 oktober 2002 is besloten tot het instellen van een Seniorenraad in de gemeente Zwijndrecht welke raad een adviesorgaan was aan de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders; dat als gevolg van de samenvoeging van Zwijndrecht met Heerjansdam en de Wet Dualisering Gemeenten gewenst is de adviserende taak van de Seniorenraad te beperken tot die aan hun college;

Artikel 1 Samenstelling

1.
De leden van de Seniorenraad worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders op bindende voordracht van de besturen van de te Zwijndrecht gevestigde in artikel 3 sub 1 genoemde organisaties voor een periode van 4 jaar.
2.
Elk lid treedt aan het eind van zijn vierjarige zittingsperiode af, doch is terstond herbenoembaar voor één volgende zittingsperiode.
3.
De eerste 9 leden van de Seniorenraad treden af na respectievelijk: 1 jaar, 1½ jaar, 2 jaar, 2½ jaar, 3 jaar, 3 jaar, 3½ jaar, 4 jaar, 4 jaar, na datum van benoemding.

Artikel 2

1.
De Seniorenraad bestaat uit:
a. 2 leden benoemd uit een voordracht van de Algemene Nederlandse Bod voor Ouderen (A.N.B.O.);
b. 2 leden benoemd uit een voordracht van de Katholieke Bond van Ouderen (K.B.O.);
c.  2 leden benoemd uit een voordracht van de Protestants Christelijke Ouderen Bond (P.C.O.B.);
d.  2 leden benoemd uit een voordracht van de NISBO;
e.  1 lid benoemd uit de Zwijndrechtse gemeenschap.

2.
De benoeming ter vervulling van tussentijds opengevallen plaatsen geschiedt binnen drie maanden na dat openvallen.

3.
Indien niet het aantal vermelde leden uit één of meerdere van bovenstaande categorieën benoemd kan worden, vervalt de invulling van deze plaats(en), tot het moment dat benoeming wel mogelijk blijkt.

4.
Leden van de Seniorenraad dienen op het moment van benoeming ouder dan 50 jaar te zijn.

Artikel 3 Voorzitter en secretaris

1.
De Seniorenraad benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
2.
De secretaris draagt zorg voor de aantekening van de genomen beslissingen.
3.
De voorzitter en de secretaris tekenen de uitgaande stukken.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

1.
De Seniorenraad heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders van advies te dienen met betrekking tot de hoofdlijnen van voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk beleid ten aanzien van oudere inwoners van Zwijndrecht.

2.
Daartoe brengt de Seniorenraad desgevraagd of uit eigen beweging advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

3.
In het geval dat het college van burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Seniorenraad wordt dit in het voorstel vermeld waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Seniorenraad is afgeweken.

4.
In het geval dat het college van burgemeester en wethouders beslist in afwijking van het advies van de Seniorenraad worden de redenen daarvan aan de Seniorenraad meegedeeld.

5.
Het college van burgemeester en wethouders hoort, behoudens spoedeisende gevallen, vooraf de Seniorenraad over alle voorstellen aan de gemeenteraad die betrekking hebben op de hoofdlijnen van de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk beleid ten aanzien van ouderen.

6.
Het college van burgemeester en wethouders zal steeds, wanneer er sprake is van een advisering met een spoedeisend karakter, dit inhoudelijk toelichten. In geval het college van burgemeester en wethouders de Seniorenraad vooraf niet kan horen vanwege het spoedeisende karakter van een voorstel, informeert zij de voorzitter en de secretaris van de Seniorenraad zo spoedig mogelijk.

7.
De Seniorenraad brengt jaarlijks voor 1 mei verslag uit aan het college van burgemeester en wethouders over zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar.
8.
Indien de Seniorenraad gepubliceerde voorstellen van het college van burgemeester en wethouders onder zijn aandacht krijgt, waarover geen adviesaanvraag is ontvangen, maar waarover hij niettemin wenst te adviseren, geeft hij hiervan terstond kennis aan het college van burgemeester en wethouders. Het advies dient dan binnen vier weken na de desbetreffende kennisgeving te worden uitgebracht, tenzij door het college van burgemeester en wethouders, in overleg met de Seniorenraad, anders wordt bepaald.

Artikel 5 Middelen

1.
Jaarlijks wordt in de gemeentebegroting een budget van maximaal € 2.500,-- beschikbaar gesteld, waarover de Seniorenraad kan beschikken voor gemaakte onkosten.

2.
De Seniorenraad dient voor 1 oktober een begroting in voor het daaropvolgende jaar.

3.
De Seniorenraad dient voor 1 april een jaarrekening in over het afgelopen jaar.

4.
Op basis van deze jaarrekening en begroting wordt uit het beschikbare budget een bedrag overgemaakt aan de Seniorenraad.

5.
De reserve van de Seniorenraad aan het einde van elk jaar mag niet meer bedragen dan € 1.000,--.

6.
Voor de uitvoering van zijn taak kan de Seniorenraad in het gemeentehuis te Zwijndrecht de agenda’s en notulen van zijn vergaderingen voor de leden kopiëren. Bovendien kan men in het gemeentehuis over vergaderruimte beschikken.

Artikel 6 Werkwijze

1.
De Seniorenraad vergadert minimaal 4x per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter nodig geacht wordt, of door tenminste drie zitting hebbende leden schriftelijk met opgaaf van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd.
2.
De voorzitter draagt zorg dat de oproepingen, spoedeisende zaken uitgezonderd, tenminste 14 dagen voor de te houden vergadering geschieden. Indien er sprak is van een dringende zaak, zal de voorzitter leden van de Seniorenraad inhoudelijk de argumenten betreffende het spoedeisende karakter mededelen.
3.
De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering alsmede de agenda.
4.
Dag, uur en plaats van de vergadering, alsmede de voornaamste agendapunten worden tijdig aangekondigd op het gemeentelijk publicatiebord en in de plaatselijke dagbladen.
5.
De vergaderingen van de Seniorenraad zijn openbaar tenzij om dringende redenen door de voorzitter of een ander lid van de Seniorenraad wordt voorgesteld de vergadering geheel of gedeeltelijk besloten te houden en een meerderheid van de aanwezige leden hiermee akkoord gaat.
6.
De Seniorenraad kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt zowel door de aanwezigen bij de behandeling ervan, als door de leden die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen tot de Seniorenraad haar opheft.
7.
De voorzitter kan omtrent de inhoud van de stukken als bedoeld in lid 6 voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de Seniorenraad.
8.
De voorlopige oplegging van de geheimhouding vervalt, zo zij niet aan de Seniorenraad in de eerstvolgende vergadering waarin meer dan de helft van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is, ter bekrachtiging wordt aangeboden.
9.
Van de opgelegde geheimhouding en van de opheffing daarvan maakt de secretaris melding op de stukken.
10.
De Seniorenraad is bevoegd al dan niet uit zijn midden één of meer subcommissies te vormen.
11
De taak, samenstelling en bevoegdheden van deze subcommissies worden door de Seniorenraad bepaald.

Artikel 7 Relatie tot ambtelijke organisatie

1.
Aan de vergaderingen van de Seniorenraad wordt zo vaak als mogelijk deelgenomen door de beleidsmedewerker ouderenbeleid.

2.
De Seniorenraad kan besluiten dat de beleidsmedewerker ouderenbeleid geen toegang heeft tot de vergadering of een gedeelte daarvan.

3.
De onder lid 1 bedoelde ambtenaar of eventuele andere aanwezige ambtenaren hebben geen stemrecht.

Artikel 8 Besluitvorming

1.
Besluiten van de Seniorenraad worden genomen bij volstrekte meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.
2.
Indien bij het nemen van een besluit door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
3.
Bij staking der stemmen heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.
4.
Wanneer een besluit niet met algemene stemmen is aangenomen wordt in het verslag van de vergadering dan wel in het eventueel uitgebracht advies melding gemaakt van de bij de bespreking naar voren gebrachte afwijkende meningen alsmede van de stemverhouding.
5.
De Seniorenraad mag niet beraadslagen of besluiten als niet tenminste de helft van het aantal stemgerechtigde leden tegenwoordig is.
6.
Indien op grond van het gestelde in het voorgaande lid een vergadering niet kan worden gehouden, schrijft de voorzitter binnen twee weken een nieuwe vergadering uit, die ongeacht het aantal aanwezigen kan beraadslagen en besluiten.
7.
De Seniorenraad dient over personen schriftelijk te stemmen.

Artikel 9

1.
De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2003.
2.
Zij kan worden aangehaald als: “Verordening Seniorenraad Gemeente Zwijndrecht 2003”.
3.
Bij de in werking treding van deze verordening vervalt de op 31 oktober 2002 door de gemeenteraad van de gemeente Zwijndrecht vastgestelde “Verordening Seniorenraad Zwijndrecht”.
4.
De Seniorenraad stelt een huishoudelijk reglement op voor punten waarin deze verordening niet voorziet.

Aldus voorgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht op 15 april 2003.

De burgemeester, De secretaris