Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieverordening voor opvang en begeleiding van kwetsbare burgers |
Citeertitel | Bijzondere subsidieverordening voor opvang en begeleiding van kwetsbare burgers |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn |
Geen
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5 en 15
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-09-2014 | nieuwe regeling | 10-10-2007 Gemeenteblad 2007, afd. 3A, nr. 163/434 | Gemeenteblad 2007, afd. 1, nr. 434 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
OGGZ-cliënt (cliënt Openbare Geestelijke Gezondheidszorg): persoon met de volgende kenmerken:
I. aanwezigheid van een psychische handicap (waaronder verslavingsproblemen of ernstige psychosociale problemen);
II. tegelijkertijd aanwezigheid van meerdere problemen op andere leefgebieden, zoals huisvesting, inkomen en dagbesteding;
III. leidend tot het niet voldoende in staat zijn om in zijn eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, sociale contacten, zelfverzorging);
IV. gebrek aan mogelijkheden om zelf problemen op te lossen, en
II. afkomstig uit Amsterdam of een regiogemeente is of nergens anders in Nederland meer enige binding heeft;
III. drie maanden dak- of thuisloze was of gedurende die periode minimaal op drie verschillende adressen heeft gewoond;
IV. daarnaast minimaal op drie van de verschillende domeinen problemen heeft: wonen, werken/school, financiën, justitie, gezondheid en sociaal netwerk, en
V. geen mogelijkheden heeft voor begeleiding in de reguliere hulpverlening.
Artikel 1.2 Toepasselijkheid verordening
Op grond van deze verordening kunnen periodieke subsidies worden verstrekt voor producten om kwetsbare burgers die een beroep doen op de hulpverlening in Amsterdam en de omringende gemeenten, in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te functioneren.
Artikel 1.3 Overschrijding subsidieplafond
Indien het subsidieplafond lager is dan de som van de in de toe te kennen subsidieaanvragen gevraagde subsidiebedragen, rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst. De volgorde waarin de aanvragen op de prioriteitenlijst worden gerangschikt, wordt bepaald door de mate waarin:
Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag en subsidieverlening
Artikel 2.1 Indieningstermijnen
De subsidieaanvraag die strekt tot verhoging van een bestaande subsidie met meer dan 10% of meer dan € 100.000, alsmede een subsidieaanvraag van een subsidieaanvrager die niet eerder subsidie in het kader van deze verordening heeft ontvangen, dienen uiterlijk 15 maart voorafgaand aan het subsidiejaar door het college te zijn ontvangen.
Artikel 2.2 Over te leggen informatie
Bij een subsidieaanvraag zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, kan per 15 maart voorafgaand aan het subsidiejaar volstaan worden met de in het tweede lid, onder a, b en d, bedoelde informatie en overlegt de aanvrager de onder c, e en f, bedoelde informatie uiterlijk 1 september voorafgaand aan het subsidiejaar.
De subsidieontvanger verleent medewerking aan externe audits, waartoe het college, onverminderd de in artikel 7.3 ASA 2004 genoemde opdracht aan de accountant, opdracht kan geven om vast te stellen of de subsidieontvanger de verplichtingen nakomt die in de beschikking tot subsidieverlening zijn vastgelegd.
Hoofdstuk 3 Verantwoording en vaststelling
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:75 Awb, artikel 4:76 Awb, artikel 4:78 Awb en artikel 7:3 ASA 2004 legt de subsidieontvanger bij een aanvraag tot subsidievaststelling een overzicht over van:
Artikel 3.2 Subsidievaststelling
Indien de hoogte van het subsidiebedrag wordt vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, geldt het in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen subsidiebedrag voor een specifiek product als maximumbedrag voor vaststelling van de subsidie; subsidieontvangers kunnen een subsidieaanvraag indienen voor overproductie indien de overproductie meer dan 5% bedraagt.