Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5, 11 en 15
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 27-09-2006 Gemeenteblad 2006, afd. 3A, nr. 208/412 | Gemeenteblad 2006, afd. 1, nr. 412 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
gebruikelijke zorg: de normale dagelijkse ondersteuning die partners, ouders of inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gemeenschappelijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden;
eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bedrag dat een persoon met beperkingen bijdraagt bij het gebruik van een voorziening, waarbij de hoogte van het bedrag is gerelateerd aan de besparing op het gebruik of de aanschaf van een algemeen gebruikelijke voorziening die vanwege het gebruik van de voorziening niet meer door de persoon met beperkingen hoeft te worden betaald;
hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de persoon met beperkingen zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de persoon met beperkingen met een postadres is ingeschreven;
hulp bij het huishouden: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem die of dat leidt of dreigt te leiden tot het disfunctioneren van de verzorging van het huishouden van de persoon met beperkingen dan wel van de leefeenheid waartoe hij behoort, te verlenen door een instelling;
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
In ieder geval wordt geen algemene of individuele voorziening toegekend als:
een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de persoon met beperkingen zijn toe te rekenen
In ieder geval wordt geen woonvoorziening toegekend als:
de aanvraag voorzieningen betreft aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamergewijs verhuurde woonruimten en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
Artikel 5 Inlichtingen, onderzoek, advies
De door het college aangewezen adviseur geeft het advies op grond van zijn deskundigheid en door het college vastgestelde regels. De door het college aan te wijzen adviseur kan beschikken over een van de volgende deskundigheden: medische kennis, sociale kennis, psychologische kennis, ergonomische kennis of technische kennis.
Paragraaf 4 Wijze van verstrekking van algemene en individuele voorzieningen
Artikel 6 Algemene voorzieningen
Een algemene voorziening wordt verstrekt in natura of als financiële tegemoetkoming. Het college stelt vast in welke situatie of bij welke algemene voorziening welke wijze van verstrekking plaatsvindt.
Artikel 7 Individuele voorzieningen
Een individuele voorziening wordt verstrekt in natura, als financiële tegemoetkoming of als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties er overwegende bezwaren bestaan om de keuze tussen een voorziening in natura of als persoonsgebonden budget te bieden.
Artikel 8 Inhoud van de beschikking
De beschikking tot verlening van een voorziening voor een bepaalde periode bevat de geldigheidsduur, de uitkeringsmaatstaf, alsmede de voorschriften waaraan de persoon met beperkingen dient te voldoen alvorens tot verstrekking van de voorziening wordt overgegaan.
Artikel 9 Voorziening in natura
Indien een individuele voorziening in natura wordt verstrekt, wordt een bruikleenovereen-komst of een dienstverleningsovereenkomst gesloten.
Artikel 11 Persoonsgebonden budget
De beschikking tot toekenning van een persoonsgebonden budget bevat de hoogte van het budget, de looptijd van het budget, de voorwaarden met betrekking tot het budget, waaronder de verantwoording van de besteding van het budget, en de minimale voorwaarden waaraan de voorziening waarvoor het persoonsgebonden budget is verleend moet voldoen.
Paragraaf 6 Intrekking, wijziging en terugvordering
Artikel 14 Intrekken en wijzigen van een beschikking tot verlening van een voorziening
Het college kan een beschikking tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget intrekken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget niet binnen de door het college gestelde termijn na uitbetaling is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Hoofdstuk 2 Algemene voorzieningen
Paragraaf 3 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 19 Omvang in gebied en in kilometers
In afwijking van het eerste lid kan een vervoersvoorziening worden verstrekt als zich een situatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de persoon met beperkingen zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de persoon met beperkingen noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen
Artikel 24 Uitsluitingen en nadere voorwaarden
Een individuele woonvoorziening wordt geweigerd indien:
de persoon met beperkingen verhuisd is vanuit of naar een woonruime die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ-instelling, een verzorgings- of verpleeghuis of een andere mede door de AWBZ gefinancierde woonruimte, er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden
Artikel 27 Aanpassing van woonwagens
Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen indien de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag van een woonvoorziening bij de gemeente met een vergunning op de standplaats stond.
Artikel 28 Aanpassing van woonschepen
Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip, indien het woonschip ten tijde van de indiening van de aanvraag in de gemeente een legale ligplaats heeft ingenomen.
Paragraaf 4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
De door het college te verstrekken individuele voorziening bestaat in ieder geval uit:
of een tegemoetkoming in de kosten van:
1. aanpassing van een eigen auto;
2. gebruik van een bruikleenauto;
3. gebruik van een taxi, een eigen auto, een gesloten buitenwagen, een open elektrische buitenwagen of vervoer door derden;
4. gebruik van een rolstoeltaxi;
5. aanschaf, aanpassing, gebruik van een ander verplaatsingsmiddel;
Artikel 31 Omvang in gebied en in kilometers
In afwijking van het eerste lid kan een vervoersvoorziening worden verstrekt als zich een situatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de persoon met beperkingen zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de persoon met beperkingen noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Paragraaf 5 Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 33 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
Een persoon met beperkingen die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling komt uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de persoon met beperkingen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en door het college vastgestelde bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 38 Overgangsbepalingen
In ieder geval wordt geen algemene of individuele voorziening toegekend indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder op grond van de Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de persoon met beperkingen zijn toe te rekenen.