Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Amsterdamse Verordening op het burgerinitiatief en het referendum |
Citeertitel | Amsterdamse Verordening op het burgerinitiatief en het referendum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Vastgesteld bij raadsbesluit van 9 december 1998, nr. 734 (Gemeenteblad 1999, afd. 3, nr. 9)
Gewijzigd bij raadsbesluit van 4 december 2002, nr. 773 (Gemeenteblad 2002, afd. 3A, nr. 350)
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2004 | 01-01-2013 | wijziging artikel(en) | 06-10-2004 Gemeenteblad 2004, afd. 3A, nr. 191/419 | Gemeenteblad 2004, afd. 1, nr. 419 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. burgerinitiatief: een schriftelijk verzoek aan de Gemeenteraad om een besluit te nemen, in te trekken of te wijzigen;
b. correctief referendum: een volksstemming over een beslissing van de Gemeenteraad;
c. kiezers: de ingezetenen van Amsterdam die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de Gemeenteraad en zijn ingeschreven in het in art. D1 van de Kieswet bedoelde register;
d. vakantieperiode: de door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde periodes waarin geen basisonderwijs wordt gegeven;
e. een groot project: een maatschappelijk vraagstuk waarvan de oplossing veel tijd of veel geld kost, diep ingrijpende gevolgen voor de Amsterdamse samenleving heeft of waarbij vele partijen zijn betrokken;
f. startnotitie inrichting besluitvormingsproces: een door de Gemeenteraad vastgestelde notitie waarin het besluitvormingsproces van een groot project staat beschreven;
Paragraaf 1 Burgerinitiatieven
Artikel 5 Voor een burgerinitiatief in aanmerking komende onderwerpen
Over iedere aangelegenheid die onder de bevoegdheid van de Raad valt, kan een burgerinitiatief worden ingediend, met uitzondering van de volgende beslissingen en onderwerpen:
a. beslissingen van de Raad op bezwaar dan wel inzake het voeren van rechtsgedingen;
b. individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen en geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers en hun nabestaanden;
c. het voor kennisgeving aannemen van nota’s en rapporten;
d. het vaststellen van de begroting en de rekening;
e. het vaststellen van gemeentelijke tarieven en belastingen;
f. beslissingen in het kader van deze verordening;
g. beslissingen waarvan de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege de ermee gemoeide spoedeisende gemeentelijke belangen;
h. beslissingen waarbij het belang van een referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de Raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving;
i. beslissingen ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de Raad geen beleidsvrijheid heeft;
j. beslissingen welke naar het oordeel van de Raad hun grondslag vinden in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;
k. de in een startnotitie inrichting besluitvormingsproces vermelde beslissingen die voorafgaan aan de beslissing waarvan de Raad heeft vastgesteld dat die als eerste in aanmerking komt voor een referendum;
l. de vaststelling, de herziening of de intrekking van een bestemmingsplan;
m. het instellen, het samenvoegen of het opheffen van stadsdelen;
n. onderwerpen die in strijd zijn met een besluit van de Raad genomen in de periode van vier kalenderjaren voorafgaande aan het burgerinitiatief.
Paragraaf 2 Op zichzelf staand burgerinitiatief
Artikel 6 Aankondiging burgerinitiatief
Indien verwezenlijking van het voorstel naar het oordeel van het College aanzienlijke financiële gevolgen zal hebben, kan het College de initiatiefnemers om een dekkingsvoorstel vragen, onder opgave van een kostenraming van het College. Het verzoek aan de initiatiefnemers en de kostenraming van het College behoeven instemming van de Raad.
De initiatiefnemers maken aanspraak op maximaal vier uur ambtelijke ondersteuning, of een financieel equivalent daarvan, voor het uitwerken van het initiatief. Als het College de indieners een financieel dekkingsvoorstel vraagt, wordt de ambtelijke bijstand, of het financieel equivalent daarvan, verdubbeld.
Het College onderzoekt, of de aankondiging voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 5 en artikel 6, tweede lid. Het College doet hierover een voordracht aan de Raad. Een beroep op een van de uitzondergronden, vermeld in artikel 5, is alleen mogelijk na advies van de Initiatief- en referendumcommissie. Het College doet van de beslissing van de Raad openbare kennisgeving.
Paragraaf 3 Burgerinitiatieven die betrekking hebben op voor de Raad geagendeerde beslissingen.
Artikel 12 Agendering en besluit inzake burgerinitiatief
Indien de Raad het burgerinitiatief niet overneemt of slechts ten dele overneemt, schort hij de uitvoering of inwerkingtreding van de beslissing op totdat een beslissing naar aanleiding van een te houden referendum is genomen, respectievelijk totdat een kennisgeving is gedaan van een beslissing als bedoeld in de artikelen 16 of 18.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
De initiatiefnemers kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit van de Raad op het burgerinitiatief het College schriftelijk berichten dat zij het burgerinitiatief doorzetten in de vorm van een referendumverzoek. De schriftelijke verklaring wordt ondertekend door een meerderheid van de initiatiefnemers. Het College doet hiervan openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Referendumverzoeken met betrekking tot een op zichzelf staand burgerinitiatief
Paragraaf 3 Bijzondere bepalingen voor referendumverzoeken met een correctief element
Paragraaf 4 Beslissingen van de raad en het college op referendumverzoeken
Paragraaf 5 Overige onderwerpen
Indien het referendumverzoek is ingewilligd, zal het College de initiatiefnemer en de maatschappelijke organisaties desgevraagd een subsidie toekennen voor de kosten van organisatie en publiciteit ten behoeve van de campagne. De hoogte van de subsidie aan de initiatiefnemer is gelijk aan het bedrag dat de gemeente bestemd voor de campagne ter uitdraging van het eigen standpunt. De subsidie wordt verstrekt drie maanden vóór de stemming.
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die bij de stemming:
a. stembiljetten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
b. stembiljetten of volmachtbewijzen die hijzelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
c. als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.