Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Bijzondere subsidieverordening fusiestimulering Amsterdamse sportverenigingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBijzondere subsidieverordening fusiestimulering Amsterdamse sportverenigingen
CiteertitelBijzondere subsidieverordening fusiestimulering Amsterdamse sportverenigingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpCultuur, sport en recreatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vastgesteld bij raadsbesluit van 12 januari 2000, nr. 13 (Gemeenteblad 2000, afd. 3, nr. 16), in werking getreden op 1 januari 2000

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-03-2010nieuwe regeling

01-01-2002

Gemeenteblad 2001, afd. 3, nr. 76

Gemeenteblad 2001, afd. 1, nr. 452

Tekst van de regeling

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening fusiestimulering Amsterdamse sportverenigingen

 

 

Inhoud

Art. 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    sportvereniging: een vereniging waarvan de activiteiten zich voornamelijk afspelen op het grondgebied van de gemeente Amsterdam en die is aangesloten bij een sportbond;

  • b.

    sportbond: een overkoepelende organisatie van sportverenigingen/ organisaties die rechtstreeks is aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité/Nederlandse Sport Federatie of de plaatselijke afdeling van een dergelijke organisatie;

  • c.

    fusie: het aangaan van een juridische fusie in de zin van art. 2:309 van het Burgerlijk Wetboek;

  • d.

    fusiestimulering: stimulering van fusie tussen twee of meer sportverenigingen met als doel versterking van de Amsterdamse sportverenigingsstructuur en sportinfrastructuur;

  • e.

    gemeentelijk sportbeleid: het sportbeleid zoals onder meer vastgelegd in beleidsplannen zoals door de Gemeenteraad vastgesteld bij zijn besluit van 9 december 1998, nr. 760.

Art. 2 Subsidieplafond

Als subsidieplafond geldt het jaarlijks door de Gemeenteraad in het kader van de begrotingsbehandeling beschikbaar gestelde bedrag voor de stelpost Fusiestimuleringsregeling onder begrotingsnummer 530.1.03.

Art. 3 Subsidieverlening

Burgemeester en Wethouders kunnen besluiten tot het verlenen van subsidie om bij te dragen in de eenmalige kosten die fusie tussen sportverenigingen met zich kan brengen;

Slechts voor de volgende uitgaven, op basis van werkelijk te maken kosten, kunnen sportverenigingen in aanmerking komen voor subsidieverlening, waarbij genoemd bedrag als maximaal subsidiebedrag geldt:

  • a.

    notariskosten en kosten in verband met inschrijving in het register bij de Kamer van Koophandel ten gevolge van de fusie: € 700;

  • b.

    kosten in verband met inschakeling van een extern expert die de fusie begeleidt en zorg draagt voor de totstandkoming ervan: € 910;

  • c.

    kosten die nodig zijn voor aanpassing van het clubgebouw waarin de nieuwe organisatie zal zijn gehuisvest, niet zijnde kosten die reeds door andere gemeentelijke financiële ondersteuning of schadeloosstelling worden gedekt: € 11.400;

  • d.

    kosten in verband met verlaten van een clubgebouw: € 11.400;

  • e.

    opleidingskosten in verband met cursussen die aan vrijwilligers worden aangeboden ten behoeve van de nieuwe organisatie: € 910;

  • f.

    verhuiskosten, voortvloeiend uit fusie: € 1.820;

  • g.

    kosten, voortvloeiend uit publiciteit die aan fusie wordt gegeven: promotiekosten, kosten van drukwerk enz.: € 910.

Art. 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Aanvragen worden bij Burgemeester en Wethouders ingediend door de gezamenlijke besturen van sportverenigingen die de intentie hebben met elkaar te fuseren.

  • 2.

    De aanvraag wordt door Burgemeester en Wethouders voor advies voorgelegd aan de Amsterdamse Sportraad alvorens een beslissing wordt genomen.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders beoordelen twee keer per jaar subsidieaanvragen in het kader van deze verordening. Bij de eerste beoordeling worden de aanvragen die zijn ingediend in het tijdvak 1 januari tot en met 30 juni beoordeeld. Bij de tweede beoordeling worden aanvragen beoordeeld die zijn ingediend in het tijdvak 1 juli tot en met 31 december beoordeeld.

  • 4.

    Een aanvraag bevat in elk geval de volgende informatie:

    • a.

      de wijze waarop men door middel van de desbetreffende fusie denkt te kunnen bijdragen aan het in art. 1, onder d, genoemde doel;

    • b.

      schets van de organisaties vóór en na de fusie;

    • c.

      overzicht van kosten van de fusie die men (gedeeltelijk) met de aangevraagde subsidie wil dekken.

Art. 5 Subsidiecriteria

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders toetsen de aanvragen ten opzichte van elkaar en op zich zelf – naast de in de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 1998 genoemde criteria – aan de vraag in hoeverre de fusie bijdraagt aan verwezenlijking van het gemeentelijk sportbeleid. In het bijzonder wordt getoetst in hoeverre:

    • a.

      de fusie een bijdrage levert aan de verbetering van de Amsterdamse sportverenigingsstructuur en de sportinfrastructuur;

    • b.

      het samenwerkingsverband een reële kans van slagen heeft;

    • c.

      er geen andere gemeentelijke financiële ondersteuning of schadeloosstelling in het kader van de fusie is waaruit de in art. 3, lid 2, genoemde kosten voortvloeiend uit de fusie kunnen worden gedekt;

    • d.

      de eventueel te verlenen subsidie doeltreffend wordt besteed.

  • 2.

    De mate waarin wordt voldaan aan de in lid 1 bedoelde criteria, bepaalt mede, of en in hoeverre subsidie wordt verleend ten behoeve van de kosten,  vermeld in art. 3, lid 2.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders beslissen op de aanvraag binnen 13 weken na afloop van de in art. 4, lid 3, vermelde tijdvakken.

  • 4.

    Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden te hunner beoordeling de in het derde lid gestelde termijn met ten hoogste 13 weken verlengen.

Art. 6 Subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen 13 weken na het tijdstip waarop realisatie van de fusie is gepland, dient de subsidieontvanger aanvraag tot vaststelling, vergezeld van een financiële verantwoording met betrekking tot de fusie, in te dienen bij Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    Vaststelling van de subsidie vindt uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling of na afloop van de in lid 1 genoemde termijn plaats aan de hand van de werkelijk gemaakte kosten en de mate waarin hetgeen was gepland, daadwerkelijk is gerealiseerd.

Art. 7 Evaluatieplicht

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders stellen minimaal eens in de vier jaar een verslag vast.

  • 2.

    Het verslag dient inzicht te geven in de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk over een tijdsperiode vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening of vanaf het laatst opgestelde verslag tot 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar dat het verslag wordt vastgesteld.

Art. 8 Slotbepaling

Deze verordening dient te worden aangehaald als de Bijzondere Subsidieverordening Fusiestimulering Amsterdamse Sportverenigingen en wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari 2000.